De behoefte om mensen te helpen als ze op eigen kracht niet verder kunnen is een essentieel onderdeel van een beschaafde samenleving. In Nederland is dit in hoge mate aanwezig; je kunt geen actie opzetten voor hulpverlening waar ook ter wereld of mensen doneren zonder mankeren. Ook zwerven Nederlanders de hele wereld over om putten te slaan, zieken te verzorgen, scholen op te richten en wat dies meer zij. Binnen Nederland zelf zijn er ontzettend veel mantelwerkers en anderen, die zich belangeloos voor hun medemens inzetten.
De hulpverlening is op belangrijke onderdelen echter een industrie geworden, die klanten nodig heeft om bestaansrecht te houden. De hulpverlening is daarom niet nodig om zwakkeren te helpen, maar zwakkeren zijn nodig om de hulpverlening te rechtvaardigen. Hulp kan dan een vorm krijgen waarin je je kan afvragen wat het doel van hulp eigenlijk is.
Een belangrijk middel om mensen te helpen is door geld te geven. Geld (in cash of natura) helpt altijd en dat is dan ook een belangrijke pijler binnen de hulpverleningsindustrie. De afgelopen decennia zijn ongekende hoeveelheden geld geschonken aan hulpbehoevenden. Niet alleen door Nederland, maar door de hele westerse wereld. Veel Derde Wereldlanden hebben hun handen vol aan het begeleiden van de groepen met organisaties, die geld komen brengen en hiervoor op zoek zijn naar projecten om het geld aan te doneren.
Op langere termijn geeft geld geven weinig soelaas. Als mensen hun baan kwijt raken moet je zorgen dat ze niet in een financieel gat vallen, maar een uitkering helpt niet met het vinden van een nieuwe baan. Ook de geldpijplijn naar de Derde Wereld laat zien dat het pompen van geld niet structureel helpt om landen er op te helpen. Veel landen in Afrika zijn arm door slecht bestuur; niet door het ontbreken van kostbare grondstoffen of het ontbreken van een geschikt landbouwareaal. Niet heel Afrika is als het dorre maanlandschap dat we in de bedelfilmpjes krijgen voorgeschoteld.
Het grote nadeel van het structureel geven van geld is dat mensen niet worden geprikkeld om op eigen kracht een bestaan op te gaan bouwen. Het meest schrijnende hiervan is natuurlijk het volstrekte misbruik van mensen, die hun ‘rechten’ opeisen. Het is onbestaanbaar dat Marokkanen hier op redelijk grote schaal kunnen verblijven voor het opstrijken van de ‘oprotpremie’ of de Algerijnse overheid haar eigen burgers niet wil terugnemen zonder dat er een deal over kan worden gesloten.
In Zuid-Oost Azië worden vluchtende Rohingya vanuit Birma keihard door buurstaten geweigerd en gedwongen terug te gaan. Het zijn niet mijn keuzes, maar het blijven rekken van verblijfsmogelijkheden voor kansloze ‘vluchtelingen’ is wellicht net zo misdadig – zowel richting de eigen bevolking als de betrokkenen zelf. Als deze uitgeprocedureerde vluchtelingen dan ook nog aanslagen gaan plegen is het de vraag waarom er niet daadkrachtiger wordt opgetreden. Of is de hulpverleningsindustrie net als Obama: ferm naar Rusland als het er niet meer toe doet?
Het gevolg is dat mensen helemaal niet meer geholpen willen worden; ze willen alleen geld, een huis, zorg of iets anders van gemak waardoor ze niet meer voor zichzelf hoeven te zorgen. Als ze veilig willen zijn dan kunnen ze vaak vluchten naar een buurland (waar geen mensensmokkelaar aan te pas hoeft te komen) of landen als Rusland of China (waar ze geen schijn van kans maken op ook maar één roebel of renminbi). Als ze echter de mond-op-mond reclame volgen dan gaan ze naar Groot-Brittannië waar je vrij makkelijk een baan kunt vinden of Duitsland, Nederland of Zweden waar je vaak helemaal niets hoeft te doen om een redelijk bestaan te krijgen.
Deze groep mensen wil helemaal geen veiligheid (want ze gaan terug naar hun thuisland om vakantie te vieren) en ze willen helemaal geen nieuw bestaan opbouwen. Ze investeren in de mogelijkheid om zonder enige tegenprestatie een huis, inboedel, zorg en uitkering te krijgen. En laten we eerlijk zijn: de hulpverleningsindustrie verspreidt folders waarin in verschillende talen de mensen wordt gewezen op de rechten waar ze gebruik van kunnen maken en zet zich in om hen naar de loketten te leiden waar deze hulp kan worden afgehaald. Wat is logischer dan dat ze hier hun instelling op aanpassen. Toch?
Het gevolg is dat bij steeds meer mensen de solidariteit verdwijnt en de hulpverleningsindustrie een elite-feestje wordt. In een wereld waarin de Verenigde Staten hun rol als politieagent van de wereld steeds meer intrekken en het vacuüm wordt ingevuld door ondemocratische krachten zijn juist steeds meer mensen afhankelijk van ondersteuning in de eeuwige zoektocht naar een bestaan. En waar Poetin of IS steeds meer instabiliteit veroorzaken en weigeren de bijbehorende vluchtelingenstroom op te vangen is deze solidariteit noodzakelijker dan ooit.
De hulpverleningsindustrie moet dus heel snel luisteren naar de kritieken vanuit de samenleving en hun roer bijstellen. Hulp moet gegeven worden aan mensen, die hulp nodig hebben en waarderen. De mensen die hier alleen heen komen in de hoop het El Dorado te vinden (en dit ook opeisen wanneer ze het niet snel genoeg krijgen) moeten we niet langer de hand boven het hoofd houden. Misplaatst medelijden helpt niemand; vooral de echte hulpzoekende niet.