Onze kersverse P.C. Hooftprijswinnaar Bas Heijne wist 31 december in NRC Handelsblad (Er is alleen nog maar toon, geen debat) weer eens precies wat zijn tegenstanders, partijen “die populistisch worden genoemd”, beweegt. Zij, en hun aanhang, hebben namelijk het gevoel dat hun “iets wezenlijks” afgenomen wordt en dat hun “gevoel van eigenheid” wordt bedreigd. Ze willen “radicaal” terug naar een “idee van gemeenschap” en leggen de nadruk op “culturele, historische en culturele eigenheid”, in tegenstelling tot aanhangers van de Verlichting, waar Heijne zich onder schaart, “waarbij gelijkheid of individuele vrijheid vooropstaat en waarin de verbondenheid van een individu met alle mensen ongeacht afkomst, kleur, en wat dan ook wordt onderstreept”.
Het is in lijn met zijn in september verschenen pamflet Onbehagen, waarin hij de aanhang van ‘populisten’ (zo noemt hij ze sinds jaar en dag namelijk vooral zelf) naar aanleiding van Trump, en met behulp van Freud, als volgt kwalificeert, letterlijk en respectievelijk (door ondergetekende gelezen en op een rijtje gezet): “Agressief, intolerant, zonder bindend verhaal/overtuiging/geloof, illusionair, woedend, gefrustreerd, onredelijk, destructief, ontspoord, irreëel, ontkennen de werkelijkheid, zien de rede als affront, zijn verweesd, verwende, ongeduldige individuen, hopeloos verwend, irrationeel, permanent ontevreden, erkennen geen algemeen belang, door en door egocentrisch en verwend, zijn hun identiteit verloren, willen de wereld vernietigen, doodsdriftig, barbaars.”
We hebben het hier over de halve Amerikaanse bevolking, of in ieder geval iets minder dan de helft der stemgerechtigden. En al die andere volgelingen van ‘populisten’ over de gehele wereld. Je moet maar durven.
Je moet ook lef hebben om in een en hetzelfde krantenstuk te suggereren dat je tegenstanders geen belang hechten aan gelijkheid en individuele vrijheid, om in één ruk door te klagen over de toon van het debat. Laat staan dat je klaagt over de toon, of de ‘haters’ en ‘puberpoliciti’, als je zo’n pamflet schrijft waar de haat jegens het populistenvolk vanaf druipt, en je je daarin als een puberessayist beroept op de reeds lang geleden door de mand gevallen fantast en charlatan Sigmund Freud.
Ook moet je lef hebben om in een terzijde te ontkennen, zoals Heijne doet, dat er een kwestie is rond de betiteling ‘kerstfeest’, dat het “bewust opgeklopt” is, dat het “niet of nauwelijks speelt”, als is gebleken dat school na school er de afgelopen jaren mee te maken kreeg, en menig school overstag ging. Praktijkmensen weten zulks allang, anderen zouden op z’n minst de krant kunnen lezen. Zie bijvoorbeeld een Parool-artikel hierover op 24 december (Niet alle Amsterdamse scholen vieren nog kerst). Over “respect voor de feiten” gesproken.
Toch hoeft het allemaal niet te verbazen, want we hebben hier niet zozeer te maken met lef als wel met blinde ideologie en romantische overtuiging. Bas Heijne kan niet anders, getuige ook de titel en analyse: “Er is alleen nog maar toon, geen debat.” Alleen een romantische dwaas kan zoiets stellig beweren, zoals hij kan menen dat er alleen nog maar lucht is, geen atmosfeer, alleen nog maar liefde, geen subject, alleen nog maar een planeet, geen heelal.
Het is een ieder gegund de P.C. Hooftprijs te winnen, maar dat de huidige winnaar een even grote fantast, charlatan en demagoog is als zijn voorbeeld Freud, en zo weinigen het door lijken te hebben, geeft te denken. De Verlichting heeft blijkbaar toch niet de vooruitgang gebracht die redelijke mensen er van verwachtten.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de website van de auteur.