‘Rationaliteit leidt tot de totalitaire staat’

09-01-2017 21:54

Op opiniestukken waarin ik het heb over transcendentie, God, openbaring of andere begrippen die ruiken naar religie, komen geheid felle reacties van lezers die dit allemaal onzin vinden. Ik heb er geen benul van of het hier gaat om een kleine minderheid of dat er duizenden lezers zijn die het welwillend en goedkeurend lezen. Zelf ben ik de laatste vijftig jaar niet naar een kerkdienst geweest. Contacten met priesters of dominees heb ik niet. Als ik dood ben word ik het liefst als een hond begraven. Zonder ceremonie of andere plichtplegingen. Zeker geen receptie met oudbakken cake en slappe koffie in een crematorium. Rouwadvertenties zullen niet verschijnen. In de Nijmeegse universiteit zit ergens op een kamertje een ambtenaar die, als een hoogleraar overlijdt, moet beslissen of hij of zij de moeite waard was om kosten te maken voor een dure advertentie. Er moet iemand op de centjes passen.

Emmanuel Levinas

Nu wil ik een poging wagen om te verklaren waarom ik af en toe begrippen gebruik die sommige lezers als duivels in een wijwatervat doen springen. Een van de belangrijkste filosofen van de 20ste eeuw, Emmanuel Levinas, heeft mij hierbij sterk beïnvloed. Ik heb hem thuis in Parijs ooit eens bezocht en op een dedicatie op mijn exemplaar van zijn hoofdwerk Totalité et Infini schreef hij een persoonlijke noot van vriendschap. Ik doe deze filosoof beslist geen recht in deze korte bijdrage. Ik wil proberen zo concreet mogelijk mijn persoonlijk standpunt te verduidelijken.

Totalitarisme is onvrijheid

Niemand van ons wil leven in een totalitaire staat. Totalitarisme betekent dat we geen persoonlijke vrijheid hebben. Alles wordt voor ons geregeld en de staat legt op wat we moeten en mogen geloven. Dit biedt een zekere geborgenheid, waardoor mensen uit het voormalige Oostblok vaak met heimwee terugdenken aan vroeger tijden.

Onze denkwereld kan echter ook een totalitaire staat zijn. Als ons gedrag zuiver biologisch bepaald is en chemische reacties in ons brein bepalen hoe we denken en ons voelen of gedragen, zijn we niet vrij. Ook omgevingsfactoren, zoals bijvoorbeeld opvoeding, reclame of politieke indoctrinatie bepalen onze denkwereld. De mens is dus onderhevig aan empirisch vaststelbare wetmatigheden met biologische en sociale oorzaken. Wie dus op rationele gronden aanneemt dat alleen de biologie en de omgeving het denken, het voelen en het gedrag van de mens bepalen, leeft in de totalitaire denkwereld van de empirische wetmatigheden. Deze rationele levenshouding biedt, dat geef ik graag toe, ook een zekere geborgenheid.

Hersenonderzoek

Voor een groot gedeelte zijn mensen inderdaad het product van biologische en sociale factoren. Betekent dit nu dat geen ontsnappen mogelijk is? Is de vrije wil een fictie? Is bijvoorbeeld liefde tussen twee mensen geen persoonlijke keuze, maar het effect van biologische en sociale prikkels? Is alle gedrag, zijn alle gevoelens en alle ideeën die in ons opwellen, uiteindelijk te verklaren vanuit objectief waarneembare oorzaken en processen? Zullen we dank zij hersenonderzoek uiteindelijk tot het bewijs komen dat de menselijke geest of de ziel een hersenspinsel is? Wie hiervan overtuigd is, zegt in feite dat we allemaal een gehoorzaam onderdeel zijn van een totalitaire wereld waar geen vrijheid is.

Een wereld die de objectieve wereld overstijgt

Misschien zijn de meeste lezers er nu al van overtuigd dat de objectieve wereld die we rationeel kunnen proberen te begrijpen geen volledig beeld geeft van de echte wereld. Dat het misschien veel realistischer is om na te denken over een werkelijkheid die de totalitaire wereld van de objectiviteit, van het hier en nu of van de concrete dingen overstijgt. Dat is precies datgene wat met transcendentie wordt bedoeld. Dit begrip kan de mens bevrijden uit zijn totalitaire denkwereld.

Het gelaat van de Ander

Levinas vindt het bewijs van deze wereld die de objectieve wereld overstijgt in de ontmoeting van het Ik met de Ander. Dat lijkt vreemd. Dit wordt verduidelijkt als we het gelaat van de Ander die mij aankijkt nader beschouwen. Objectief gezien is de Ander een indringer in mijn wereld. Hij neemt een plaats in die ik niet kan bezetten. Van zijn gelaat gaat echter een appèl op mij uit: doe mij geen kwaad. Het Ik kan dit niet negeren. Ik moet er antwoord op geven. Rationeel gezien hebben mijn egoïstische behoeften en verlangens prioriteit. Ik kan om rationele redenen een compromis sluiten tussen mijn behoeften en de behoeften van de Ander. Maar als puntje bij paaltje komt zal ik op rationele gronden voorrang geven aan mijn eigen behoeften. Hier is dus geen sprake van vrijheid. Rationeel gezien ben ik de gevangene van mijn behoeften. Deze onvrijheid wordt goed geïllustreerd door mensen die bezeten zijn door macht, geld of seks. Bezeten zijn wil zeggen dat de macht, het geld of de driften de persoon in bezit hebben genomen.

Ik kan echter ten aanzien van de Ander een daad van liefde of goedheid stellen. Dit is een daad die puur onbaatzuchtig en onvoorwaardelijk is. Een daad waar de Ander prioriteit krijgt op mij. Dit is de reden waarom Levinas de Ander met een hoofdletter schrijft. Met een onbaatzuchtige en onvoorwaardelijke daad doorbreek ik het totalitarisme van de rationaliteit. Ik doorbreek hiermee alle biologische en sociale wetmatigheden.

Een godsdienst voor volwassenen

De ultieme vraag is waar dat appèl om ons onbaatzuchtig en onvoorwaardelijk voor een Ander in te zetten, onafhankelijk van objectieve kenmerken zoals sympathiek voorkomen, sociale status of politieke overtuiging, vandaan komt. Hier komt volgens Levinas ‘het idee van God’ op. Via de Ander spreekt God ons toe en roept Hij ons op ons verantwoordelijk te gedragen. Levinas noemt dit een ‘godsdienst voor volwassenen’.