Trump is vanaf vandaag, 20 januari, President van de Verenigde Staten van Amerika. Er is veel discussie – ongeacht de grond waarop – over zijn mogelijke geschiktheid als president. Die geschiktheid hangt echter nog niet af van zijn daden als president, maar van de politieke perceptie van commentatoren. Dat laat zien dat het ambt teveel macht heeft, waardoor het politiek van belang wordt wie op die stoel zit. Een werkelijke standaard om Trump te kunnen beoordelen ligt dan ook in zijn handelingen om die macht te verminderen.
Het Amerikaanse systeem is – logischerwijs – in de afgelopen 241 jaar geëvolueerd. Weigerde – volgens de mythe – George Washington nog om het aanbod tot koning gekroond te worden, tegenwoordig hebben Amerikaanse presidenten daadwerkelijk veel meer persoonlijke macht dan George VI ooit over de koloniën had. Die macht was een van de redenen waarom zij tot secessie over zouden gaan van het Britse rijk.
De oorsprong van de Executive Orders ligt in het goed kunnen besturen van de uitvoerende tak van de overheid. Presidenten gebruiken Executive Orders echter ook steeds meer om eigen politieke ideeën door te drukken. Denk daarbij aan de dreigementen van Obama om wapenbezit in te perken per Executive Order, of Bush die mensen dreigt te onteigenen die pogingen ondernemen de stabiliteit in Irak te ondermijnen, denk aan journalisten.
Juist door de politieke lading die Executive Orders gekregen hebben verwordt het tot een politiek instrument. Een instrument dat ingezet kan worden, vanuit het eigen politieke perspectief, voor goed en kwaad. Dat nu een man op de stoel van de president gaat zitten die geheel andere plannen heeft is dan ook alleen niet genoeg om hem te diskwalificeren. Wat het wel zegt is dat tegenstanders beseffen dat de President veel kan veranderen in de levens van mensen. Daartegen in het geweer komen is op zichzelf niet verkeerd. Het is alleen wat vreemd te noemen dat een dergelijk uitgebreid protest niet onder Obama, of in mindere mate Clinton, te horen was. Dat geeft aan dat de weerstand tegen Trump ten diepste politiek is.
De meetlat waarlangs Trump dan ook gelegd dient te worden is in hoeverre hij op politieke wijze gebruik maakt van het systeem dat nu in zijn handen komt te liggen. Zal ook hij meerdere Amerikaanse burgers zonder proces door drones om laten brengen? Zal hij ook politieke groepen laten schaduwen, de financiering laten ontzeggen omdat ze niet tot zijn voorkeur behoren? Een goede president zal het systeem niet inzetten voor die eigen belangen, maar zal pogen het systeem minder machtig te maken. Dat maakt het namelijk minder interessant voor allerlei non-valeurs en profiteurs om zich te manifesteren binnen zo’n organisatie.
Een manier hoe dat vorm zou kunnen krijgen is dat Trump macht laat vallen ten faveure van de staten, ten faveure van de counties, ten faveure van de huiskamers. Daarin lag namelijk de grote kracht van het democratische element van de Amerikaanse republiek. Leest u vooral Tocqueville op dit punt. Slaagt Trump erin mensen minder afhankelijk van de federale overheid te maken, dan is hij een goede President. Echter, als Trump een gewone president blijkt te zijn, vergeet dan vooral niet dat de schuld ook bij zijn illustere voorgangers te leggen. Hij bouwt dan slechts voort op de middelen die door – met name – Obama en Bush zijn ingesteld.
Dat betekent echter wel dat commentatoren van Trump zich zullen moeten richten op zijn handelingen als President. Dat is voor niemand binnen het politieke spectrum op 20 januari mogelijk. Door toch anders te beweren in politieke commentaren laat datzelfde spectrum van politieke commentatoren zien dat de macht van de President inderdaad louter politiek is geworden. Dat is een slechte zaak, aangezien politiek nogal eens wil verdelen, in plaats van ‘verbinden’. Het laat echter wel de noodzaak zien dat het met de noodzaak van de verkleining van die Presidentiële macht ernst is.