Dat er op koranscholen kinderen worden geslagen is niets nieuws en hoeft ook geen verbazing te wekken. Slaan is een onderdeel van wat wrang ‘islamitische pedagogie’ genoemd kan worden. Er bestaat een spreekwoord dat luidt: “De stok voor wie ongehoorzaam is” – waarin het woord voor stok (‘asaa’) en ongehoorzaam zijn (‘asaa’) een homoniem is.
Maar de corrigerende tik, die voor moslims echter een ongenadige ranseling is, is zelfs door Allah gesanctioneerd. Er is een bekend verhaal dat Allah een stuk van de Boom der Kennis afbrak en deze tak naar Adam op aarde wierp om hem te helpen zijn kroost te tuchtigen. Kaïn en Abel werden met een paradijselijke twijg gegeseld.
En dan kan Mohammed natuurlijk niet achterblijven. Dit is wat deze ‘beste mensen ter wereld’ – de dr. Spock (Benjamin Spock) avant la lettre – te zeggen had over de religieuze opvoeding van kinderen: “Beveel uw kinderen om te bidden in hun zevende jaar en sla ze erom in hun tiende jaar en scheid beide geslachten van bedden.”
Het nieuws over kindermishandelende imams op koranscholen is dus een voorbeeld van een goede islamitische traditie en ook nu zal er weer niks veranderen, zal de politiek niks eraan doen en niet alleen omdat “moskeeën niet meewerken.” Wat verwacht je van een land dat besnijdenis niet alleen toestaat, maar zelfs vergoedt? Ondanks de waarschuwingen van de KNMG. Als een land bereid is zijn principes te laten verwaaien voor een wreed geloof is het niet verrassend dat datzelfde geloof spot met die principes en ze met voeten betreedt.
(En ergens in een weide van Twitterland staat vast iemand te loeien dat hier in Nederland kinderen vroeger ook werden geslagen – men kan erop vertrouwen dat de spoken uit het verleden erbij worden gehaald om de monsters van vandaag te rechtvaardigen: alsof ontwikkeling en verandering van inzicht nergens voor staan.)
Er was een detail in het bericht van Samira Bouchibti dat herinneringen naar boven bracht, namelijk dat de kinderen op hun vingertoppen werden geslagen. Wie, zoals ik, in Marokko is geboren en daar de koranschool en enkele maanden lagere school heeft meegemaakt, zal dit ook vertrouwd voorkomen. Het vierjarig kind dat naar de moskee werd gestuurd om enkele letters uit het alfabet te leren schrijven en enige verzen uit de Koran uit het hoofd te leren, raakte direct vertrouwd met de venijnige pijn die een zwiepende olijftak kan veroorzaken op je handpalm. (De grootste pechvogels leerden ook de geile, hobbelige schoot van de imam kennen – een ongemakkelijke zetel.)
Deze dorpsimams gaven de voorkeur aan dunne, lenige takken, ik vermoed omdat het zoevende geluid angst inboezemde, maar bij ontstentenis hiervan was een harde, knokige tak ook goed.
De associatie van Koran – en islam – en wreedheid werd hier al gelegd.
Op de lagere school werden de straffen er niet minder om – ook al schoof de Koran enigszins op de achtergond – integendeel. De straffen werden sadistisch, anders kan ik ze niet noemen. Er was de bastonade: de leerling moest ruggelings op de grond liggen, zijn blote voeten optillen, waarna de leerkracht de zolen begon af te rossen. Ik kan me herinneren dat hij zo hoog uithaalde met zijn arm dat de zweetplek onder zijn oksel zichtbaar werd.
Daarna moest je naar je tafel kruipen, want lopen ging niet meer, en op je stoel kruipen, terwijl het gegroefde blad met de violette inktpot erin hoger leek dan in enige nachtmerrie. Daarna sokken en schoenen aantrekken met bevende handen. Hoeveel traanvocht bevat een kinderlichaam toch.
Tot zijn martelwerktuigen behoorde ook een lange metalen liniaal (een houten kon makkelijk breken). Hiermee werd je op je vlakke handpalm geslagen en als je het bestond om je hand vlug weg te trekken dan kreeg je extra slaag. Een keer haalde de leraar uit (nooit vergeet ik zijn rode, wollen coltrui, zijn volle snor en bakkebaarden), maar hij sloeg mis en raakte met de rand van de liniaal de schelp van mijn rechteroor, waarna het bloed eruit spuwde. Mijn oor hing er half bij, zodat ik ertegen had kunnen tikken als tegen een hoedrand bij wijze van groet. Het was ook deze man die een ander kind bij de oren optilde tot boven zijn eigen kruin en hem daarna losliet; toen de arme drommel op de grond viel, bleef hij stuiptrekkend liggen.
En dan was er de bijzondere, tintelende en misselijkmakende pijn van de pegeling in de winter. Na een tocht van vier kilometer naar school, te voet, door de klauwende en bijtende kou, kon het vaak gebeuren dat ik te laat kwam. Dit waren de momenten waarop ik de vingertoppen van mijn rechterhand bij elkaar moest brengen en er dan op werd geslagen met de vertrouwde liniaal.
Natuurlijk werd je rechterhand gemarteld, omdat je daarmee moest schrijven (ook al was een kind linkshandig), en als daarna, door de pijn de kroontjespen in je verkrampte vingers enkel onleesbare runen in je schrift kon voortbrengen dan werd je, uiteraard, weer geslagen vanwege het beroerde schrift.
Sommige kinderen klaagden niet bij hun ouders, omdat ze dan nog een aframmeling van ze konden verwachten: als de leraar je had afgeranseld dan had je iets verkeerds gedaan en dan moést je opnieuw gestraft worden – omdát je al gestraft was.
Het is opvallend dat ik mij van het lesmateriaal niets kan herinneren – werkelijk niks. Ik weet wat ons onderwezen moest worden omdat de schoolboekjes meeverhuisden naar Nederland, maar van klassikale behandeling van de stof (‘de vlag van mijn vaderland is rood’; ‘vlag van mijn vaderland is mooi’) rest geen spoor in mijn geheugen.
Er zijn zaken uit de kindertijd waarover je in de rookkamer van je volwassen dagen kunt lachen en die je in sterke verhalen kunt omzetten. Maar er zijn momenten in de kindertijd waarin het prille hart knapt in al zijn onrijpheid van zoveel onrechtvaardigheid, zoveel liefdeloosheid dat een brok in de keel of een steek in de boezem de drager ervan altijd zullen tergen wanneer ze herinnerd worden.
En dit is dus één van de importen van de islam: het slaan op de vingertoppen! Het pletten van een digitaal getuite bloemenknop!
Vanaf de eerste ontluiking van het bewustzijn worden geweld en islam aan elkaar gekoppeld en dan zijn er mensen die het bestaan om te beweren dat islam en geweld niks met elkaar te maken hebben: geweld zit in de islam zoals het geronnen bloed onder de nagelranden van een beul.