Interview

Koffie met de kandidaat: Keklik Yücel, de nummer 16 van de PvdA

08-02-2017 11:47

Wie zijn de kandidaten voor de Tweede Kamer? Hoe word je Tweede Kamerlid? Elke week tot aan de Tweede Kamerverkiezingen gaat uw interviewer op bezoek bij diegenen op wie u in maart kunt stemmen. In aflevering 21: Keklik Yücel (48), Tweede Kamerlid voor de PvdA. Ze was bijna drie toen ze met haar ouders naar Nederland kwam. “Ik groeide op in een context waarin meisjes niet per se hoge studies deden of hun school afmaakten. Mijn vader moest zich in de buurt altijd verantwoorden waarom wij wél naar school mochten.”

“Ik kreeg een CITO-advies: je kunt LEAO doen of de MAVO proberen,” herinnert Keklik zich. “Ik dacht: laat ik maar het zekere voor het onzekere nemen. LEAO klonk wel in de goede richting om bij een bank te gaan werken. Maar op de LEAO ging het hartstikke goed en toen wilde ik naar de MEAO. Leerlingen en docenten zeiden: ‘dat is heel moeilijk.’ Ik moest het allemaal zelf ontdekken en ik heb me er niet door laten weerhouden. Dus ik ging naar de MEAO. Ik ging aan het werk en ben in deeltijd gaan studeren. De horizon van mijn ouders ging niet verder dan het MBO en op kantoor werken.”

Toen viel er een kwartje

Keklik ontdekte langzaam dat er veel meer mogelijkheden waren: “Mijn moeder was in laatste fase van haar leven. Ik ging met haar mee naar het ziekenhuis. Mijn moeder vertelde heel trots aan de internist: ‘mijn dochter is bijna klaar met de MEAO’ alsof ik het hoogst haalbare had bereikt. De internist die natuurlijk een enorme opleiding had gedaan zei: ‘gefeliciteerd en wat ga je studeren?’ Toen viel er bij mij een kwartje. Bij ons milieu stopte het sowieso bij het MBO, bij een ander milieu begint het daar pas.”

Keklik’s verhaal komt ook in haar politieke visie terug: “Meisjes moeten een gelijke positie kunnen hebben in de samenleving. Ik heb dat altijd moeten bevechten en ik hoop dat het voor anderen makkelijker wordt. Die idealen moet je versterken: vrijheid en gelijkwaardigheid ook voor vrouwen. Vroeger werd je als vrouw voor een dienende rol opgevoed. Dat ik van mijn ouders ook mijn eigen geld moest verdienen was wel heel modern en progressief van ze. Het zat allebei in mijn opvoeding. Bij verjaardagen liep ik met de koffie rond. Mijn broer niet, hoor.”

Turkije is heel anders

Keklik ging als kind regelmatig op vakantie naar Turkije. Daar zag ze de verschillen met Nederland: “Een samenleving die gestoeld is op vrijheid, gelijkwaardigheid en eerlijke kansen verschilt enorm van een samenleving die dat niet in zijn vezels heeft. Nu is het in Turkije alleen maar erger dan toen. De tweedeling is veel erger. Als je gehandicapt bent is er geen sociaal vangnet. Scholen zijn niet van een redelijk niveau. Het is een machocultuur. Vrouwen zijn fysiek kwetsbaar als ze op straat lopen maar ook thuis. Ook sociaal-economisch zijn ze kwetsbaarder dan mannen. Er was destijds nog wel enige vooruitgang maar daar is korte metten mee gemaakt door Erdogan.”

“Mijn achtergrond maakt me tot wie ik ben,” zegt Keklik. “Als er discussies zijn over migratie-onderwerpen schiet ik niet in een Pavlovreactie. Ik ben als politica heel waardengedreven: vrijheid, gelijkwaardigheid en eerlijke kansen zijn voor mij heel belangrijk. Dit zijn mijn kernwaarden en van daaruit redeneer ik. Ik houd niet van slachtofferschap terwijl je zelf achterover leunt. In elke samenleving heb je discriminatie en racisme. Dat moet je altijd blijven bestrijden, maar dat is overal en dus niet uniek voor Nederland. Dat bestaat ook in Turkije.”

Geen zin in slachtofferschap

Keklik: “Discriminatie is helaas een fact of life op dit moment. Ik ben een meisje uit een achterstandswijk. Dan kun je zeggen: ‘ik word gediscrimineerd,’ maar je kunt ook denken: ‘ik wil die achterstand inhalen.’ Het is ook een way of life voor mij geworden om dat te doen. Als je het wilt, is Nederland juist het land waar dat kan. Misschien lukt het jouw buurjongen om een baan te vinden na drie sollicitatiebrieven, maar moet jij er tien of vijftien schrijven. Je moet blijven volhouden. Dat is uiteraard onrechtvaardig en dat is dus ook waarom wij als PvdA strijden tegen discriminatie.”

“Ik heb me nooit opgesloten in een Turks-Nederlandse bubbel,” zegt Keklik. “Er zijn veel Nederlanders met een migratie-achtergrond geweest die niet gericht waren op het onderdeel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Ik kreeg als Turks-Nederlandse automatisch ooit een huurhuis aangeboden in een achterstandswijk. Ik wilde dat niet. Ik heb wel dertig gesprekken gevoerd voordat ik een huis kreeg in een wijk die een betere afspiegeling was van Deventer. In de kantine op school stond je eigen klas aan de ene kant en aan de andere kant stonden alle Turks-Nederlandse leerlingen van de hele school. Ik kan me nog goed herinneren dat ik dacht: ‘wat doe ik?’ Ik ging naar mijn eigen klas.”

Niet marchanderen met essentiële waarden

Wat betekent Keklik’s levensverhaal voor haar politieke standpunten, wil uw interviewer weten. Keklik: “We moeten discriminatie heel stevig bestrijden en alle mensen met een migratie-achtergrond moeten niet opgeven. Ze moeten hun best blijven doen. We moeten niet alleen inzetten op sociaal-economische achterstanden maar ook op sociaal-culturele. We moeten niet marchanderen met essentiële waarden. Die moeten glashelder zijn want ze zijn het fundament waarop we met zijn allen staan. Jouw vrijheid om moslim te zijn is dezelfde vrijheid om homo te zijn.”

Keklik gaat nog een paar stappen verder: “We moeten de naïviteit van ons afschudden dat als we iemand alleen nou maar goed onderwijs geven, die persoon wel gaat integreren. Dat klopt niet. Ik ken genoeg HBO’ers en universitair geschoolden die op sociaal-cultureel gebied niet zijn geïntegreerd. Hoe komt het dat mensen in parallelle gemeenschappen opgroeien? Veel politici hebben onvoldoende inzicht in wat voor consequenties dat kan hebben. Dit probleem werd pas een beetje concreet toen we die Turkse vlaggen op de Erasmusbrug zagen. Toen Ebru Umar werd opgepakt en er gejuich klonk werd het concreet dat we qua waarden helemaal uit elkaar lopen.”

Geen parallelle gemeenschap stimuleren

“Je moet die parallelle gemeenschappen niet stimuleren, ook niet met subsidies,” vindt Keklik: “Landelijk doen we dat allang niet meer, maar lokaal gebeurt dat nog veel te veel. Er moet veel meer aandacht komen voor burgerschap in het onderwijs en in die wijken. Ik ben het eens met mensen die op de PVV stemmen dat het echt een uitdaging is om deze mensen goed geïntegreerd te krijgen. Dat betekent vanaf dag één heel helder zijn over onze waarden en onze manier van leven. Laat ze zien wat de fundamentele regels in Nederland zijn. Hoe gaan we in Nederland met elkaar om?”

En als ze dat niet accepteren? vraagt uw interviewer. Keklik: “Dan hebben ze voor het verkeerde land gekozen. Het kan niet zo zijn dat ze voor hun eigen vrijheid naar Nederland komen en dan hier mensen hun vrijheid ontnemen. Dat moeten we nooit pikken. Ik sta voor een samenleving die mensen opvangt die om politieke redenen of voor oorlogen en hun leven moeten vluchten, maar Nederland heeft helaas niet het absorptievermogen om de hele wereld op te vangen. We moeten draagvlak houden. Je moet reële stapjes maken. Dat heb ik de PVV niet zien doen tijdens Rutte-1. Ze hebben alleen maar het cynisme vergroot.”