In Europese landen bestaat al geruime tijd een irrationele angst voor de Turkse president Recep Erdogan, zo beweert Ömer Çelik, minister voor EU-zaken van Turkije. Deze ‘Erdoganofobie’, stelt Çelik, is geworteld in xenofobie en islamofobie.
De bewindsman deed zijn uitlatingen gisteren in Le Monde (gedeeltelijk paywall) waaruit het Turkse dagblad Hürriyet citeert.
Çelik: “Europese diplomaten praten over de constitutionele hervormingen in Turkije zonder de inhoud ervan te kennen. De grondwetswijzigingen zullen de president dwingen machten op te geven, in plaats van dat zij erdoor in aantal toenemen.”
Volgens de minister zal het in het beoogde systeem, waarover op 16 april een referendum wordt gehouden, mogelijk blijven Erdogan juridisch te vervolgen, iets dat experts ernstig betwijfelen. “Het volk zal de hervorming van de grondwet steunen omdat de coup van 15 juli de zwaktes van het huidige stelsel heeft blootgelegd”, zei Çelik.
De politicus haalde ook nog uit naar de islamitische geestelijke Fethullah Gülen, die volgens Ankara het brein achter de mislukte staatsgreep was. Gülen’s netwerk, door de regering veelal aangeduid als ‘FETÖ’ of parallelle structuur’, “is al 50 jaar bezig met het infiltreren van kernonderdelen van de Turkse staat”, aldus de minister, die claimde dat de helft van de generaals bij de couppoging betrokken was. Een hoge rechter zou inmiddels tegenover de aanklagers hebben bekend dat hij “opdrachten met betrekking tot belangrijke documenten ontving van Gülen”, zei Çelik.
De in de VS wonende prediker ontkent overigens iets met de gefaalde putsch van doen te hebben.
