Amsterdam is bezig met het hervormen van het stelsel van voortdurende erfpacht; een systeem dat dateert van 1896 en sindsdien ver is afgedreven van het oorspronkelijke idealistische doel om speculatie met bouwgrond tegen te gaan. In plaats daarvan verrast het Amsterdammers met huizenhoge ‘canonsprongen’, oftewel: van de ene op de andere dag duizenden euro’s meer moeten gaan betalen aan de gemeente. Voor D66 en de VVD was het hervormen van dit systeem één van de belangrijkste punten uit het coalitieakkoord dat in Amsterdam gesloten werd met de SP. We wilden het stelsel transparanter en eerlijker maken.
De eerste stap is vorig jaar gezet. Voor alle nieuwe grond in Amsterdam is voortdurende erfpacht afgeschaft. Wie dit jaar een huis op nieuwbouwgrond koopt, zoals bijvoorbeeld het Zeeburgereiland en straks het tweede deel van IJburg, krijgt een erfpachtcanon die voor de eeuwigheid alleen nog met de inflatie toeneemt: geen verrassingen meer.
Nu ligt het tweede deel voor: een voorstel voor een overstapregeling voor zittende erfpachters, ongeveer 130.000 Amsterdamse eigenaren van woningen en appartementen. Het stadsbestuur heeft hier een voorstel voor gedaan, dat zeker positieve punten kent. Zo kunnen erfpachters hun bestaande tijdvak uitdienen tegen de huidige voorwaarden. Daarna kunnen zij een canon betalen die gebaseerd is op de huidige grondwaarde en de huidige lage rente. Ook is het mogelijk om de erfpacht in één keer eeuwigdurend af te kopen. Voor deze beide vormen van overstap wordt 2014 als peildatum genomen voor de grondwaardebepaling. Volgens de berekeningen die het stadsbestuur voorlegt zou de gemeente zou de gemeente in theorie over de komende 100 jaar zo’n 1 miljard euro minder aan erfpacht innen dan als we het oude systeem behouden. Tenminste, als álle erfpachters ervoor kiezen over te stappen op het nieuwe systeem.
De fracties van VVD en D66 hebben echter ook belangrijke zorgen over het plan. Voor grote delen van de stad worden zulke hoge grondprijzen gehanteerd, dat er voor de erfpachters absoluut geen verbetering lijkt te zijn. In sommige straten wordt meer dan 70 procent van de totale waarde van grond en opstal toegerekend aan de grond. De grond waar de gemeente Amsterdam dus eigenaar van is. Voor een huis in zo’n straat dat voor berekening van de Onroerend Zaakbelasting (OZB) 400.000 euro waard is, zou dan 280.000 euro aan de gemeente worden toegerekend. Wij hebben aan het college gevraagd aan ons en de Amsterdammer volledig inzicht te geven aan hoe de zogenaamde ‘buurtstraatquotes’ tot stand zijn gekomen, zodat erfpachters dit kunnen toetsen en hierop kunnen reageren.
Voor veel buurten zien we dat de grondwaarde in het voorstel van het stadsbestuur een veelvoud is van de erfpachtgrondwaarde die nu nog gebruikt wordt voor het systeem van voortdurende erfpacht. Dat komt mede doordat alle erfpachters in het voortdurende systeem een contractueel recht hebben om hun grondwaarde en canon vast te laten stellen door onafhankelijk deskundigen. Het merendeel van de pachters maakt hiervan gebruik. Deze deskundigen komen in de regel tot een lagere grondwaarde dan de aanbieding van de gemeente. De oordelen van de deskundigen worden door de gemeente al sinds jaar en dag geaccepteerd, en dus hebben veel Amsterdammers hierop gerekend toen ze een huis op erfpacht kochten. Op basis daarvan zijn ook hypotheken afgesloten. We moeten ons rekenschap geven van het feit dat een nieuwe, zeer sterk afwijkende methodiek van grondwaardebepaling, erfpachters direct financieel kan treffen.
We hebben als VVD en D66 dit hervormingstraject ingezet om alle Amsterdammers met een gerust hart te laten wonen. Tot nu toe heeft het veel onrust veroorzaakt. Wij willen van het college snel opheldering op de bovenstaande punten om beter de aansluiting te zoeken met de huidige praktijk en rekening te houden met de gevolgen voor individuele Amsterdammer.