Op 25 december 1971 verscheen er een ster boven de Canadese stad Ottawa. Ze kondigde de geboorte aan van de huidige Canadese premier, Justin Trudeau. Het Canadees kerstekind zou uitgroeien tot het na te volgen voorbeeld van de internationale fatsoensgemeenschap. Trudeau’s presidentschap vormt de apotheose van decennialang politiek-correct gezemel. Als genderneutraliteit, safe spaces, islam is liefde en mea maxima culpa zouden samenklitten en een vleselijke vorm aannemen, dan zou Justin Trudeau het resultaat zijn.
De quasi kritiekloze wijze waarop internationale media Trudeau bejegenen mag frappant genoemd worden. Lees je over en luister je naar Trudeau, dan bekruipt je al snel een gevoel van onechtheid. Dat iemand zichzelf zo onbeschaamd als ‘goedmens’ naar de buitenwereld toe profileert, is op zich al reden genoeg om diens doen en laten met argusogen gade te slaan. Laat ons bij deze dan ook eens even kijken naar smans palmares.
Justin is de oudste zoon van Pierre Trudeau, die op zijn beurt premier was van Canada (van 1968 tot 1979 en nogmaals van 1980 tot 1984.) Pierre stond bekend als flamboyant, intelligent en activistisch. Hoewel van huis uit katholiek, brak Pierre een lans voor het vergemakkelijken van echtscheidingsprocedures en het afschaffen van de sodomiewetten. Pierre en zijn vrouw, die scheidden in 1977, kregen 3 zonen: Justin, Alexandre (1973) en Michel (1975).
Kleine Justin groeide op in een politiek vooruitstrevend klimaat en behaalde Bachelors of Arts in zowel de literatuur als Education. Later werd hij leraar wiskunde en Frans. Als ex-schoolmeester acht Trudeau het als politicus zijn missie om ‘a positive influence in the world’ te verspreiden (Times Higher Education Magazine, 27/10/2015). In 2008 werd Justin lid van het Lagerhuis voor het district Papineau, in 2013 werd hij voorzitter van de Liberals en in 2015 tenslotte werd hij de 23ste premier van Canada. In deze laatste hoedanigheid kon Trudeau al zijn progressieve duivels ontbinden. En wees maar zeker dat hij dat sindsdien ook gedaan heeft.
Tekenend voor wie Justin Trudeau is en waar hij voor staat is de wijze waarop hij het steevast opneemt voor de gezichtsbedekkende kleding die sommige moslimvrouwen dragen. Weggemoffeld onder al zijn andere gelijkwaardigheid-propagerende initiatieven laat hij uitschijnen dat een orthodoxe ideologie zoals de islam op dezelfde lijn dient te worden geplaatst als andersgeaardheid of handicaps. Verregaand cultuurrelativisme dus.
Niqabs, hijabs en tutti quanti behoren – net zoals rolstoelen en geschminkte mannen – volgens de Canadese koning van de ruimdenkendheid tot een “pluralistische samenleving.” Hij dwaalt, maar dat deert hem wellicht niet. Trudeau weet zich immers geruggesteund door de Beau Monde van de internationale progressieven. De tot unaniem sociaaldemocratische inzichten herleidde partijpolitiek in West-Europa en de al even unaniem sociaaldemocratische media aldaar dragen de Verlosser uit Ottawa op handen.
Dat Canada’s policor-profeet narcistische trekjes bezit lees je nergens in de mainstream media. Die zijn veel te gefocust op Trump. Als deze laatste toestemming geeft om oliepijpleidingen te leggen in Canada – pijpleidingen die het gebied doorkruisen van de Canadese aboriginals of First Nations – wordt dat door westerse media breed uitgesmeerd. Dat ook Trudeau zijn fiat heeft gegeven voor de aanleg van deze pijpleidingen zult u niet zo gauw vernemen via “onze” media. Net zomin zult u vernemen dat de aanvankelijk Trudeau-gezinde abo’s geleidelijk aan op hun stappen terugkomen en steeds openlijker hun spijt betuigen op de narcistisch-theatrale Canuck gestemd te hebben.
Wat lui zoals Trudeau zo ongeloofwaardig maakt is hun keuze om niet te kiezen. Alles is goed en iedereen krijgt wat hij wenst. In plaats van zich uit te spreken tegen de uitermate minderheden-onvriendelijke islamitische leer bijvoorbeeld, omarmt de planking Premier haar (Trudeau demonstreert in het Canadees parlement graag zijn kunstjes, waarvan planking er eentje is). Met als resultaat een groeiend aantal wandelende textielgevangenissen in de Canasese tuin van Eden. Verpakt in de door de Canadese filosoof Charles Taylor gemunte fopterm ‘erkenning’ (van minderheden en hun gewoontes), verkoopt Trudeau aldus het onverkoopbare. Semantische trukjes uit de sociale wetenschappen dienen wel vaker om kromme zaken recht te doen lijken.
Trudeau wordt verweten moslimfundamentalisten de hand boven het hoofd te houden. Meer bepaald in de stad waar zijn kribbe stond, Ottawa, hanteren islamitische scholen tekstboeken die de soennitische leer aanprijzen, en die leer staat nu niet bepaald bekend als de meest soepele. Het slaan van ongehoorzame vrouwen is maar een van de competenties waaraan een goed geschoolde sunni moet voldoen wanneer hij cum laude afzwaait aan een van de vele tolerantie-scholen die Trudeau’s Canada intussen rijk is. Dat de leerboeken van de door de Trudeaus van deze wereld meest gekoesterde minderheidsgroep diametraal het tegenovergestelde beogen van datgene waar Trudeauianen voor staan is bijzaak. Van belang is vooral dat moslimfundamentalist-modaal zich ‘erkent’ weet.
Trump wordt een theatrale narcist genoemd, Trudeau moet er zeker niet voor onderdoen. Het produceren van tranen bij de aankomst van Syrische vluchtelingen op het vliegveld van Ottawa in 2015 was een staaltje emo-theater waar de gemiddelde Gutmensch niet van terug had. Langs links ingehaald voelt die laatste sindsdien de onweerstaanbare drang om nog ‘goeder’ te zijn dan de goeroe uit Canada, het lichtend voorbeeld aan het goedmensenfirmament. Net dat maakt dat hyperhumanistische sociaaldemocraten overal ter wereld een versnelling hoger schakelen in hun goedmensenmobiel, een versnelling die bekend staat als de ‘vlucht vooruit’. Meer relativisme, meer islam, meer zelfkastijding. Enfin, meer van hetzelfde. Meer van datgene wat onze samenlevingen de afgelopen tijd heeft helpen ontwrichten.
Trudeau behoort tot het type progressivo’s dat zichzelf als bijzonder ruimdenkend en tolerant beschouwt. Zolang het gelijkgezinden betreft. Want als het aankomt op het erkennen van overtuigingen die kritisch staan tegenover de globalistische en relativistische visie van hyperkosmopolieten zoals hijzelf geven de Grote Gelijkwaardigheidsridder en zijn mini me’s niet thuis. Wat vrij ironisch is, want onder de op hem stemmende niqab-draagsters en hun entourage zijn ‘tolerantie tegenover andersdenkenden, andersgeaarden en andersgelovigen’, naar mijn zeer bescheiden mening, niet echt ethische standaarden waaraan moet worden voldaan.
Hyperhumanistische sociaaldemocraten wereldwijd likkebaarden bij elke wind die de windbuil van Ottawa laat ontsnappen. Zijn woorden steken zijn daden naar de kroon en zijn genderneutrale manier van spreken moet enkel onderdoen voor zijn gave om krokodillentranen op zijn aangezicht te toveren.
Het zaad van Trudeau is de oceaan overgewaaid richting West-Europa en is daar in vruchtbare grond terecht gekomen. Pop-up-Trudeaus schieten als paddenstoelen uit de grond. Net zoals hun grote roerganger verkopen Trudeau-aftreksels zoals Jesse Klaver in Nederland of Emmanuel Macron in Frankrijk zouteloze praatjes en gebakken lucht. In plaats van uit echte principes bestaat hun politieke agenda uit fancy woorden die de holle leegte die erachter schuilgaat moeten verhullen. ‘Verbinden’, ‘allemaal1’, ‘samen sterker’, ‘le mouvement de l’espoir’: de ondraaglijke lichtheid van het jargon dat Trudeauianen hanteren doet een nadenkend persoon naar de dichtstbijzijnde plee rennen.
Ten tijde van de burkini-kwestie, in de zomer van 2016, beriepen de Vlaamse jongsocialisten zich op Trudeau om het recht op ‘het dragen wat men wil’ (burkini’s dus) kracht bij te zetten. Gesterkt door de Primus inter Primii onder de gelijkheidsstrijders voelen de westerse progressieven zich ongenaakbaar. Het alziend oog van de Canadese Verlosser die, regerend vanuit zijn met esdoornbladeren versierde mandorla, zijn troepen naar een schitterende toekomst vol genderneutrale moslims met roze mutsen op leidt, doet de Jesse Klavers en de Emmanuel Macrons van deze wereld naar meer verlangen. Heerlijk neutraal taalgebruik en al even neutrale casual kledij moeten bij de kiezer een gevoel van herkenning oproepen. Gelukkig weet deze laatste intussen maar al te goed dat je met opgerolde hemdsmouwen evengoed een platbroek kan zijn.