De Belastingdienst mag voor het controleren van privé-ritten in een auto van de zaak geen gebruik maken van foto’s die zijn gemaak met snelwegcamera’s. Dit bepaalt de Hoge Raad vrijdag in drie zaken. Volgens de Hoge Raad is het door de Belastingdienst verzamelen en gebruiken van gegevens die zijn verkregen door zogenaamde Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-camera’s een te grote inbreuk op de privacy van burgers.
Wie in een auto van de zaak rijdt wordt voor de belastingen geacht niet meer dan 500 kilometer per jaar privé te rijden. Dit moet aan de Belastingdienst worden overlegd met een rittenregistratie voor de privé-ritten.
In drie rechtszaken eiste de Belastingdienst alsnog belastingnaheffingen over privé-rittenm omdat uit foto’s van ANPR-camera’s bleek dat de ingediende rittenregistraties niet overeenkwamen met de locatie van de op de foto’s gesignaleerde auto’s.
De Hoge Raad vindt echter dat er geen wettelijke grondslag is om op een wijze met zo’n grote inbreuk op het privé-leven van de burger bewijzen te verzamelen. De ANPR-camera-foto’s worden bijvoorbeeld verkregen via de politie, en zijn dus geen onderdeel van de openbare ruimte. Bovendien gaat het om “het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken en jarenlang bewaren van gegevens over de bewegingen van voertuigen op diverse plaatsen in Nederland”.
