Eigenlijk sinds het midden van de 19e eeuw – waarin West-Europa definitief afrekende met de laatste restanten van het Ancien Regime en een liberale samenleving de overhand kreeg – wordt er gewerkt aan een complex kaartenhuis. In dit kaartenhuis hebben zo veel mogelijk burgers een plekje en daarmee ook zoveel mogelijk meningen en overtuigingen. In de loop van de anderhalve eeuw is er daardoor een samenleving ontstaan met liberale, confessionele, socialistische en (sinds een jaar of veertig) pragmatische en opnieuw liberale invloeden.
Al deze stromingen hebben op Europese schaal een redelijk stabiel evenwicht. In de loop van de decennia hebben deze stromingen daarom ook ieder hun eigen verworvenheden in wetgeving gerealiseerd en zorgen ze voor een kaartenhuis waarin de kaarten niet los op elkaar gestapeld zijn, maar bijkans in elkaar gegroeid zijn.
Het gevolg is een samenleving met regels, die zijn ontstaan via een keur van compromissen en steeds door een wisselende (grotere of kleinere) minderheid worden gesteund. Deze compromisbereidheid speelt niet alleen tussen de partijen, maar ook binnen de partijen. Zeker de grotere volkspartijen hebben (of: hadden) vleugels met afwijkende meningen en ook deze vleugels moesten eerst binnen de partij op één lijn worden gebracht voordat er een (aanvullend) compromis met een andere partij kon worden gesloten.
Met de komst en versterking van Europa is dit proces alleen maar versterkt. Europa is gebouwd door successen van minderheden. Waar de christendemocratie in Nederland al langere tijd krimpt en het liberalisme sterker wordt zie je dit in de Europese verhoudingen niet terug. Daarbij kruipt het socialisme in Nederland naar rechts (in de paarse kabinetten en onder Rutte II), terwijl het in Europa steeds meer naar links trekt.
Het resultaat is een samenleving waarin de compromissen dermate complex zijn geworden dat de reguliere burger zich nergens meer in herkent. Het gevolg is een wens naar een nieuw kaartenhuis; een kleiner kaartenhuis. Minder compromissen, minder landen, meer duidelijkheid. Die tegenreactie vindt volop plaats en staat in het algemeen bekend onder de term ‘populisme’.
Populisten willen het veel te complexe kaartenhuis vervangen door een nieuwe samenleving waarin geen plaats is voor (overdadige) complexiteit. En in de eenvoud zit veel kracht. Zo is het niet meer dan logisch dat Donald Trump aan Europa vraagt om mee te betalen aan haar eigen verdediging en niet alles aan de VS over te laten. Het is terecht om vraagtekens te zetten bij de ontwikkelingen rondom de globalisering; een ontwikkeling waarin de stem van de individuele burger steeds moeilijker te herkennen is. Het is ook goed om niet te zoeken naar een plekje in dit kaartenhuis, maar juist een compleet nieuw alternatief voor te stellen. Compromissen sluiten met hetgeen je afwijst ondergraaft de kracht van alles waar je voor staat.
Maar het huidige, complexe kaartenhuis is ook een samenleving waarin miljoenen mensen hun plekje hebben gevonden. Niet zozeer een plekje waaraan alleen maar voordelen kleven, maar wel een plekje waarbij je weet waar je aan toe bent. En het nieuwe kaartenhuis laat een aanval zien op een aantal fundamentele verdedigingslinies tegen een heel klein kaartenhuis waarvan het onduidelijk is waar de voordelen terecht komen.
De frontale aanvallen op de rechterlijke macht zijn ernstig. In de kern heeft Geert Wilders volkomen gelijk, dat met de recente veroordeling de rechter de maatschappelijke discussie de rechtszaal in heeft getrokken. Veel meer dan honderd jaar geleden is de rechter steeds meer een burger als ieder ander, die meer moeite hoort te doen om zijn maatschappelijke mening te scheiden van de neutrale beoordeling van verdachten waarvoor hij is aangesteld. Maar toch hoort het oordeel over daden te worden geveld en dat moet gebeuren door gescheiden machten.
De frontale aanvallen op de vrije pers zijn ernstig. In de kern heeft Trump gelijk, dat pers vooringenomen is. Een journalist is al lang geen neutrale weergever van feiten meer, maar een betrokken burger met een beeld van hetgeen hij waarneemt. Iedere krant heeft een eigen achterban en zoekt de nieuwsfeiten, waar deze achterban naar op zoek is. Daar zitten feiten bij. Daar zitten meningen bij. Daar zit ook een selectie bij. Dat kan niet anders. En dat geldt voor iedereen; ook voor populisten. Alles is een view op hetgeen we waarnemen. Door bepaalde views uit te sluiten ontneem je de samenleving haar dynamiek.
De frontale aanval op groepen is ook ernstig. Waar moeten goedwillende uitzonderingen terecht als ze door hun eigen achterban worden gedwongen terug te keren in hun groep, als socialisten weigeren de rotte plekken in hun groep aan te pakken vanwege de vrees dat de goeden er onder lijden, als populisten de rotte plekken zo hard aanpakken dat de goeden er ook onder gaan lijden? Alsof alle mensen binnen onze grenzen zo geweldig zijn; dat is ook niet zo.
Deze simplificaties (hoe terecht ook op onderdelen) maken dat veel mensen in de weerstand gaan. Zonder het huidige kaartenhuis te omarmen geeft het idee van een volledig nieuwe orde veel vragen. Niet in de laatste plaats, omdat de pogingen niet nieuw zijn en een aanval op de rechterlijke macht, de vrije pers en vreemdelingen altijd ergens toe hebben geleid waar niemand heen wil. Op een paar mensen na met de wens voor een wel heel klein kaartenhuis. Nu de ‘populisten’ voor hun kritiek een steeds breder draagvlak hebben wordt het tijd dat ze vertrouwen gaan genereren voor het alternatief. De wijze waarop Trump als een olifant door de porseleinkast dendert draagt daar niet aan bij.