De gemeenten Rotterdam en Den Haag gebruiken hun invloed bij ENECO om ervoor te zorgen dat de door de provincie vereiste windfabrieken niet in hun eigen woongebied komen te staan maar bij de buren.
De gemeenteraadsvergadering van Binnenmaas op 20 februari jl. was ontluisterend. ENECO wil windfabrieken plaatsen in de gemeente. Omdat het gebied rondom Rotterdam een windluwe luchtzak is, moeten de windfabrieken 187 meter hoog worden om toch nog enige wind te vangen.
De gemeenteraad kon kiezen: ofwel toestemming geven voor de plaatsing van 5 windfabrieken met een hoogte van 187 meter, ofwel geen toestemming geven. In het laatste geval zou de provincie de regie overnemen en worden er 6 windfabrieken geplaatst met een hoogte van meer dan 200 meter. In een vergeefse poging zichzelf nog enige geloofwaardigheid te verschaffen nam de raad een nietszeggende motie aan en gaf vervolgens zijn goedkeuring voor de plaatsing van de windfabrieken.
“Chantage”, werd er door verschillende insprekers en raadsleden gezegd. Maar volgens de nieuwe wethouder (de vorige was opgestapt wegens verschil van inzicht in dit dossier) is de provincie volgens de elektriciteitswet verplicht om de gemeente te passeren en toestemming te geven, als een producent hierom vraagt. Die producent is ENECO. En ENECO beloofde naar de provincie te stappen, als de gemeente Binnenmaas geen toestemming zou geven.
Maar wie is ENECO? ENECO is het eigendom van vele gemeenten in Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Friesland. De meeste gemeenten hebben minder dan twee procent van de aandelen. De grootste aandeelhouder is Rotterdam met 31 procent, gevolgd door Den Haag met 16 procent. Het is voor hen niet moeilijk om nog enkele kleine gemeenten aan hun zijde te krijgen voor een meerderheidsbelang. Rotterdam en Den Haag hebben samen dus een doorslaggevende stem in het beleid van ENECO.
Het is opvallend dat van de geplande windfabrieken er niet één op het grondgebied van Den Haag staat en ook niet één in het woongebied van Rotterdam. De geplande Rotterdamse windfabrieken staan alle in het havengebied, waar niet Rotterdam, maar Nissewaard er last van heeft. De enige bestaande windfabriek op Haags grondgebied staat ver buiten het Haagse woongebied, maar vlakbij woonwijken in Leidschendam-Voorburg. In de buurgemeenten worden de windfabrieken wél in de buurt van woongebieden geplaatst, in veel gevallen op initiatief van ENECO. Daarmee gebruiken Rotterdam en Den Haag ENECO als instrument om via de provincie de bouw van windfabrieken in buurgemeenten af te dwingen.
De lusten: Van elke euro die ENECO verdient zijn er 31 cent voor de gemeente Rotterdam en 16 cent voor de gemeente Den Haag.
De lasten zijn voor de inwoners van de buurgemeenten. ENECO is in de running voor o.a. de volgende windfabriekparken:
Binnenmaas langs de Oude Maas: overlast voor Barendrecht en Binnenmaas (Heinenoord)
Vaanplein: overlast voor Barendrecht
Beneluxplein: overlast voor Albrandswaard (Poortugaal)
Hartel-Oost: overlast voor Nissewaard (Geervliet en Spijkenisse)
Prisma: overlast voor Lansingerland en Zoetermeer
