Wie zijn de kandidaten voor de Tweede Kamer? Hoe word je Tweede Kamerlid? Elke week tot aan de Tweede Kamerverkiezingen gaat uw interviewer op bezoek bij diegenen op wie u in maart kunt stemmen. In de voorlaatste aflevering: Amma Asante (44), sinds september 2016 Tweede Kamerlid voor de PvdA en nummer 36 van de kandidatenlijst. Ze was tien jaar geleden al acht jaar gemeenteraadslid voor de PvdA in Amsterdam: “Ik heb alle reden om positief te zijn. De vorige keer stond ik op plaats 50 en nu op plaats 36. Het kan gek gaan.”
Amma werd geboren in Ghana en kwam in 1978, toen ze zes was, naar Nederland: “Mijn vader kwam begin jaren zeventig naar Nederland. Hij was ongedocumenteerd en viel later onder het generaal pardon van Joop den Uyl. Hij mocht toen zijn gezin laten overkomen. Ik groeide op in de Bijlmermeer. Als kind besefte ik al dat politiek een enorme invloed op je leven kan hebben. Als Joop den Uyl niet had gezegd dat mensen die hier werkten en premies betaalden een verblijfsstatus mochten krijgen, was de kans heel klein dat ik hier ooit terecht zou zijn komen.”
“Mijn vader was op zoek naar een beter leven,” vertelt Amma: “In de termen van tegenwoordig zouden we hem een gelukszoeker noemen, maar mijn vader is gewoon een hele ambitieuze man. Mijn vader heeft hier allerlei werk gedaan. Tot aan zijn pensioen werkte hij in de Amsterdamse havens. Hij stond in de fabriek.”
Amma heeft Nederland zien veranderen: “Het Nederland van 2017 is heel anders dan het Nederland van 1978. Ik ging naar een school in Amsterdam Zuidoost. Daar was het heel bijzonder dat er een kindje zo donker als ik in de klas kwam. Ook toentertijd in Zuidoost. Het was een ontzettend gemengde school met een goede mix met Surinaamse kinderen, Nederlandse kinderen en een Afrikaans kindje. Dat was ik dan.”
“Ik ben een paar jaar geleden teruggegaan en ik zag dat de school heel anders is geworden. Er zitten nu voornamelijk Afrikaanse kinderen op die school. Ik vind dat jammer. Ik geloof dat als we met zijn allen samenleven dat we daar ook allemaal beter van worden. Je ziet dat bevolkingsgroepen zich van elkaar gaan afzonderen. Het is geen geheim is dat er segregatie plaatsvindt.”
Amma heeft wel een beeld van haar geboorteland: “Ghana is een land waar je alleen toegang krijgt tot goed onderwijs als je ouders heel rijk zijn. Als je ouders zelf gestudeerd hebben en veel connecties hebben. Ik kom gewoon uit een heel arm en simpel gezin. In Nederland kon ik naar de universiteit, al hadden mijn ouders dat nooit gedaan. Ik kom me ontwikkelen en nu zit ik hier in de Tweede Kamer.”
Die kansen moeten immigranten ook nu krijgen, vindt Amma: “Mensen die hier komen hebben recht op een goede opvang en goede voorzieningen, maar die zijn niet onbeperkt. Als mensen hier komen hebben ze er recht op dat ze zich kunnen aansluiten. Mensen die vluchten voor oorlog, onderdrukking en gevangenzetting kunnen altijd rekenen op onze barmhartigheid, maar mensen die niet vluchten voor een oorlog, daartegen moet je ook kunnen zeggen: ja sorry, helaas, dat kan niet. En als je zegt: is dat restrictief? Ja, je maakt keuzes. Dat is niet leuk en het klinkt raar uit de mond van iemand met mijn achtergrond. Het voelt als ik het vertel vaak hypocriet, maar je moet helder zijn.”
Amma is momenteel de enige zwarte vrouw in de Tweede Kamer. De kans is groot dat er na de verkiezingen geen enkele zwarte vrouw meer in de Kamer zit. Op het PvdA-congres probeerden leden Amma tevergeefs hoger op de lijst te krijgen: “Ik vond dat heel moeilijk, ik was op zoek naar een gat in de grond waar ik in kon verdwijnen. Feit is dat ons parlement geen afspiegeling is van de samenleving, ook niet qua vrouwen of opleiding. Ook op die fronten is het hartstikke goed dat mensen opstaan en zeggen: we willen meer diversiteit in de Kamer, maar dit ging te veel over mij.”
Amma is pas in september Kamerlid geworden na het vertrek van Tanja Jadnanansing: “Op deze plek kan ik elke dag aan mijn ambities en idealen werken. Ik loop hier elke dag te stralen. Ik heb een enorm leuke portefeuille: hoger onderwijs. Mijn fractie heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor laatbloeiers, om hun kansen te vergroten om over te stappen van het ene naar het andere niveau. Van MBO naar HBO, van HBO naar universiteit.”
“Het probleem is dat er studenten zijn die pas later tot bloei komen, maar die het wel in zich hebben om universiteit of hbo te doen,” zegt Amma: “Wij vinden dat daar ruimte voor geboden moet worden in het onderwijs. Als je klaar bent met je MBO, dan vinden we bij de PvdA dat als je verder wilt en verder kunt, dat je dan verder moet kunnen. De praktijk wijst uit dat dat niet altijd het geval is. Bijvoorbeeld omdat de overstap van MBO naar HBO moeilijk is voor studenten die niet van huis uit gewend zijn te studeren. Voor die studenten zeggen wij: bereid ze terwijl ze nog op het MBO zitten voor met schakeltrajecten.”
Een belangrijke verandering is volgens Amma de invoering van de OV-jaarkaart voor MBO-scholieren:
“Door deze OV-jaarkaart kunnen zij nu naar de instelling van hun keuze. Anders waren ze verplicht om naar een instelling te gaan in de eigen gemeente die niet per se het onderwijs aanbiedt wat ze willen. Als ik in gesprek ga met mensen en ze vertel wat we hebben gedaan, dan duurt het wel even voordat mensen zeggen: dat komt door de PvdA, maar MBO’ers weten wel dat dit door de PvdA is geregeld.”
De PvdA wordt niet beloond voor die prestaties, denkt uw interviewer. Amma: “Nederland is een prachtig land maar er valt altijd iets te verbeteren. We komen uit een crisis, dus er zijn veel mensen die hun baan zijn verloren. Juist voor die mensen moeten we keihard aan de slag, juist die mensen zien de verbetering niet en dat neem ik ze niet kwalijk. Ik snap wel dat als je jarenlang werkloos bent en een politicus zegt: ‘het gaat geweldig’, dat je dan zegt dat je daar niets van hebt gemerkt. Tegen die mensen zeg ik: de banen komen eraan want de economie is uit het slob. Daar moeten we hard aan trekken en daarom is het ook belangrijk dat de PvdA straks de grootste wordt. Dan kunnen we door met die geweldige plannen van ons.”
Erg realistisch is dat niet, denkt uw interviewer. Amma blijft positief: “Vorige keer stond ik op plek 50 en nu op plek 36. In 2012 gingen we campagne voeren op de markt in Amsterdam Zuidoost met rode jassen, sjaaltjes en rozen. Het was vier weken voor de verkiezingen en in de peilingen stonden we op 14 zetels. De sfeer was best grimmig. We moesten best hard rennen met die bos rozen. Twee weken later renden de mensen op diezelfde markt op ons af: mogen we alsjeblieft een roos? Zo gek kan het gaan. We haalden 38 zetels. Ik heb alle reden om positief te zijn.”