Reportage

Je hebt geen journalistieke opleiding nodig om na het Carré-debat te interviewen

06-03-2017 11:48

We zitten zondagavond in de geïmproviseerde persruimte van Carré: een ongezellige zaal met zwarte muren, wat losse tafels en twee beeldschermen. Iedereen die binnenkomt zegt: “wat is het hier ongezellig.” Ramen zijn er niet en stopcontacten lijken ook te ontbreken. In de hoek staat wel een tafel met koffie, water en frisdrank. Later staan er ook kratten bier en flessen wijn. Allemaal op kosten van de organisatoren van het Carré-debat: RTL Nieuws, Elsevier en BNR Nieuwsradio. Er zitten enkele tientallen journalisten om het debat te verslaan. Pauw en Jinek drinken bier.

Het heeft voor journalisten tijdens het Carrédebat geen meerwaarde om hier te zijn, behalve voor de interviews na afloop. Het reglement is deze avond even strikt als vorige week in De Rode Hoed: je mag alleen ruim van te voren naar binnen en mag tussentijds niet weg. Het is verboden als journalist een rondje door Carré lopen en moet in de persruimte blijven. Er is zelfs een beveiliger ingehuurd die hierop moet toezien. Wat precies het probleem is van loslopende journalisten is niet zo duidelijk, want bij binnenkomst is iedereen gecontroleerd.

Waar moeten we heen?

Antoine Peters heeft het einde van het debat nog niet aangekondigd of de eerste journalisten maken aanstalten om naar beneden te gaan. Dat moet wel, want ze hebben nogal wat cameramensen bij zich die hier eveneens de hele avond hebben gewacht om aan het einde wat politieke reacties te kunnen vastleggen. De persruimte is op de derde etage en we nemen een soort goederenlift naar beneden, aanvankelijk naar de eerste etage, maar we blijken nog een etage lager te moeten zijn. Geen van de journalisten is bekend met Carré.

Het is nu vijf minuten na het debat op RTL4 en we staan in de lange brede gang met posters van allerlei theatervoorstellingen, waaronder Borgen. Het staat hier vol voorlichters, lijsttrekkers en journalisten. Zie hier de eerste regel van de parlementaire journalistiek: neem een camera mee en je bent meteen interessant. Radio lijkt hier op de tweede plaats te komen en de schrijvende pers komt er al helemaal niet aan te pas. Het leidt ertoe dat zelfs de meest vage filmploegen – “De Tweede Kelder” – aandacht krijgen alsof ze een miljoenenpubliek bereiken.

Kunst van het afluisteren

Voor de schrijvende pers is de kunst de interviews af te luisteren. Je hebt dan alle informatie die je nodig hebt om zelf een stuk te schrijven zonder dat je iemand persoonlijk sprak. In dit deel van de gang staan onder andere Floor Bremer van RTL Nieuws en een jonge vrouw van WNL waarvan uw verslaggever altijd dacht dat ze alleen producer was, maar die dus kennelijk ook interviewtjes afneemt. Het blijkt al snel dat je niet erg veel hoeft te kunnen om dit soort interviews af te nemen, want ze hebben allemaal hetzelfde hoofdkenmerk: totale onbenulligheid. Wat voorbeelden.

Tegen RTL wil Lodewijk Asscher graag kwijt dat hij niet wil klagen over de kritische vragen die hij kreeg van Diana Matroos. Hij vond het debat leuk en meldt dat hij denkt dat hij het goed heeft gedaan vanavond. Tegen een BNR-journalist meldt hij optimistisch te zijn over de uitslag van de verkiezingen. Vraagje aan de interviewers: wie had gedacht dat Asscher er vandaag het bijltje bij neer zou gooien? Wie denkt dat Asscher hier zou gaan melden dat het debat voor hem totaal is mislukt en dat het PvdA-campagneteam nu definitief in paniek is?

Buma is blij

Buma is heel blij met dit debat en heeft eveneens beslist geen kritiek op Diana Matroos, meldt hij aan WNL. Hij herhaalt nog maar eens wat er in zijn ogen allemaal niet deugt aan de PvdA. Buma weet ook te melden dat hij zich altijd uitgebreid voorbereid op een debat en dat hij zich in dit geval goed heeft verdiept in de stellingen. WNL wil graag weten of er al een gamechanger is en omdat Buma geen idee heeft wat hij moet zeggen meldt hij na enige aarzeling dat hij dat zelf is omdat sommige mensen het CDA nu beginnen te ontdekken.

Buma meldt vervolgens aan Radio 1 dat de kijker veel kon leren van dit debat. Hij wil niet zeggen wie het goed heeft gedaan maar omdat Radio 1 een antwoord eist bedenkt hij dat hij zichzelf heel goed vond. Aan Maxim Hartman en Rutger Castricum – die kennelijk een programma hebben waarvan het bestaan uw verslaggever is ontgaan – meldt hij dat het best zou kunnen dat het goed ging en dat hij niet onder de indruk was van de vragen van Diana Matroos aan Asscher. Ook deze interviewers krijgen hier slechts non-informatie.

Vroeger was het beter

Het sluitstuk van dit half uur durende tafereel is dat RTL op basis van een dubieuze peiling – met een minimale steekproef waarvan de kwaliteit niet te controleren is – meldt dat Jesse Klaver het debat heeft gewonnen. Jesse neemt de felicitaties van Floor Bremer in ontvangst. Dat was het dan.

Een oude rot in het vak vertelt dat een gang vol journalisten, politici en voorlichters ‘modern’ is. Vroeger had je een persconferentie, mort hij. Dan hoefde niet iedere journalist exact dezelfde vragen te stellen en kon je tot verdieping komen. Nu is het ieder voor zich: iedereen stelt achter elkaar dezelfde vragen: Hoe vond u het gaan? Hoe deden de anderen het? Wat vond u van Diana Matroos? Bent u tevreden? Wat is volgens u de belangrijkste les van vandaag? Heeft u nog vertrouwen in uw overwinning? Vindt u het ook zo erg voor Asscher?

Het moet een hele geruststelling zijn voor mensen met ambitie in de journalistiek: je hebt werkelijk geen enkele journalistieke opleiding of zelfs maar de meest basale politieke kennis nodig om dit soort interviewtjes te kunnen afnemen en mee te kunnen doen met de meute. Iedereen reproduceert op deze manier een versie van de ander zonder het door te hebben.