Hoe kan worden voorkomen dat Nederland een grote vuilnisbelt wordt en hoe zorgen we ervoor dat de grondstoffen niet op raken? Een belangrijke stap in de richting van de oplossing van de problemen bestaat uit het zogeheten Nationaal Grondstoffenakkoord. Dit verdrag is voortgesproten uit het plan dat op 14 september werd aangeboden aan de Tweede Kamer door het kabinet, en heeft tot doel vaart te zetten achter de omslag naar een circulaire economie. Het programma Circulaire Economie is Rijksbreed en draagt als naam ‘Nederland Circulair in 2050’.
De ondertekenaars, waaronder bedrijven, overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en andere instituten, zijn inmiddels drukte doende met het uitwerken van concrete plannen voor dit doel van duurzaamheid. ‘Nederland Circulair in 2050’ is overigens stukken breder dan dan de naam ‘Nationaal Grondstoffenakkoord‘ doet vermoeden, en omvat allerlei thema’s omtrent biomassa, voedsel, kunststoffen, maakindustrie, bouw en consumptiegoederen.
Een van de partijen die zich bij het akkoord voegt is de in het inrichten van kantoren gespecialiseerde onderneming Gispen, zo maakte het bedrijf aan het begin van deze maand bekend. Gispen is een innovatieleider op het gebied van het circulair inrichten van werkomgevingen.
Zo is bij Gispen niet alleen de verspilling van grond- en hulpstoffen uit den boze, ook worden toeleveranciers van het bedrijf betrokken in dat concept en krijgen ze ondersteuning bij het verduurzamen van hun eigen bedrijfsprocessen. “Vanaf productontwerp tot retourstromen richten we ons op (her)gebruik en functionaliteit waarbij componenten en materialen meerdere functies hebben, herbruikbaar en toepasbaar zijn in ons productieproces”, aldus een verklaring. Het bedrijf zegt dat er in Nederland al het nodige is gedaan, maar nog bepaald niet voldoende.
Volgens het economisch-ecologisch concept van de circulaire economie moet de industrie gebaseerd zijn op het recyclen van producten en grondstoffen, om verspilling van materialen zo ver mogelijk tegen te gaan. Ook dienen natuurlijke hulpbronnen uit zichzelf te kunnen herstellen.
Het akkoord is enkele maanden na de presentatie in het parlement ondertekend door het 180 partijen, aldus de Overheid in januari. Staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) en minister Kamp (Economische Zaken) ondertekenden het namens de regering.