Terwijl Nederland in de ban is van de verkiezingsstrijd wordt aan de andere kant van het Koninkrijk – op Curaçao – een strijd uitgevochten om überhaupt verkiezingen te kunnen houden. Het demissionaire kabinet Koeiman heeft, na een motie van wantrouwen van een door overlopers ontstane meerderheid in het parlement, verkiezingen uitgeschreven.
De nieuwe meerderheid, aangevoerd door de voor onder andere corruptie veroordeelde oud-premier Gerrit Schotte, schuwt geen middel om te voorkomen dat de kiezers op 28 april naar de stembus mogen. Dat hij daarvoor zelfs bereid is van zijn geloof te vallen blijkt uit het feit dat hij Nederland, dat hij bij voortduring verwijt zich met interne aangelegenheden van het autonome land Curaçao te bemoeien, te hulp heeft geroepen om de reeds in voorbereiding zijnde verkiezingen tegen te houden.
Met al zijn curieuze politieke verwikkelingen mag Curaçao voor aankomend staatsrechtgeleerden een bron van leerstof zijn, politiek Den Haag en burgers die in de democratische rechtsorde in het Koninkrijk der Nederlanden geloven maken zich ernstig zorgen. Het land werd tussen 2010 en 2012, door de eigen Veiligheidsdienst niet-ministeriabel verklaarde bewindslieden, bemande kabinet Schotte naar de rand van de bestuurlijke en financiële afgrond was geloodst.
Daarna kwam het ondanks de politieke moord op PS-leider Helmin Wiels in – voor Caribische begrippen – relatief rustig vaarwater. De regering diende haar volle termijn uit en bracht onder streng (Nederlands) toezicht de overheidsfinanciën op orde. Dat de verkiezingen van 30 september door orkaan Matthew een week werden uitgesteld kan achteraf als een slecht voorteken worden gezien.
Aanvankelijk was de opluchting bij de voor Koninkrijksrelaties verantwoordelijke minister Ronald Plasterk nog groot dat Schotte’s partij MFK net wat stemmen tekort kwam om het voortouw bij de coalitievorming te nemen. De vanuit Haags perspectief fatsoenlijke partijen MAN (de Curaçaose PvdA), PAR (de lokale VVD met christelijke inslag) en (CDA-achtige) PNP konden het met de populistische Pueblo Soberano eens worden een regering te vormen. Maar nog niet eens beëdigd werden de eerste barsten al zichtbaar. Een PAR-Statenlid stapte boos uit de partij omdat die hem (ooit als arts veroordeeld wegens ontucht met een patiënt) geen ministerspost aanbood en ging verder als onafhankelijke.
Intussen gaf de oppositie onder aanvoering van Schotte (die in hoger beroep is gegaan tegen de hem opgelegde drie jaar cel voor het zich laten omkopen door een maffiabaas) een voorproefje van wat de coalitie te wachten stond. De oppositie lag dwars bij de installatie van Statenleden die hun naar het kabinet doorgeschoven partijgenoten opvolgden en gebruikte de Statenvergaderingen vooral als podium voor ordinaire scheldpartijen met als dieptepunt de klap die een fractiegenote van Schotte uitdeelde aan een politiek opponente.
Nog geen twee maanden na de beëdiging raakte Koeiman c.s. de meerderheid kwijt. De twee PS-parlementariërs steunden een door de oppositie ingediende motie van wantrouwen tegen de regering. Opmerkelijk, want de PS verdenkt Schotte ervan achter de moord op hun leider Wiels te zitten. Inmiddels hebben ook de ex-PAR-parlementariër en – tot veler verbazing – een lid van de MAN zich in het kamp van Schotte gevoegd. Over hun motieven wordt drukt gespeculeerd, mede gevoed door een melding van een ander Statenlid dat hem een paar ton zou zijn aangeboden om naar de oppositie over te steken.
Schotte beschikt daarmee over een ruime meerderheid, maar kan er vooralsnog geen macht aan ontlenen. Meteen na het verliezen van zijn meerderheid heeft het kabinet Koeiman de Staten ontbonden en nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Hoewel Schotte dat eerst toejuichte stelt hij nu alles in het werk om dat besluit terug te draaien.
Hij heeft een nieuwe ministersploeg klaar staan, maar loopt tegen het probleem aan dat de gouverneur haar handtekening heeft gezet onder nieuwe verkiezingen. Per motie is de afgezant van de koning verzocht dat ongedaan te maken. Nu zij dat weigert wordt tot grote schrik van het kabinet Rutte een delegatie naar Den Haag gestuurd om de Rijksministerraad (lees: Nederland) er toe te bewegen de stembusgang af te gelasten.
De tijd speelt (voorlopig) in het nadeel van Schotte. De gouverneur heeft weliswaar een formateur uit zijn kring aangesteld, maar het screenen van kandidaat-ministers zal al gauw enkele weken in beslag nemen. Het past allemaal in het Haagse straatje dat de verkiezingsdatum dan al zo dichtbij is dat annuleren eigenlijk niet meer kan; met het voorbehoud dat Schotte wel eerder dingen heeft gedaan die in de democratische rechtsstatelijkheid van het Koninkrijk voor onmogelijk werden gehouden.
Ook in het geval de verkiezingen doorgaan is het voor Den Haag nog even billenknijpen. Schotte kan zomaar als winnaar uit de stembus komen. Premier zal hij – met zijn strafblad – niet worden. Dat hoeft ook niet als je, zoals hij, aan de touwtjes trekt.
Foto: Gerrit Schotte (links) en de inmiddels vermoorde Helmin Wiels.