Wie zijn de kandidaten voor de Tweede Kamer? Hoe word je Tweede Kamerlid? Elke week tot aan de Tweede Kamerverkiezingen ging uw interviewer op bezoek bij diegenen op wie u volgende week kunt stemmen. In de laatste aflevering: Bente Becker (31), politiek assistent van minister Henk Kamp en de nummer 14 van de kandidatenlijst van de VVD. “Politiek assistent zijn is heel leerzaam geweest. Ik heb van dichtbij gezien welke problemen er spelen.”
Politiek assistenten zijn bij het grote publiek onbekend, maar in Den Haag is dat totaal anders. Uw interviewer denkt daarom dat dit de reden is dat Bente op een goede plek op de lijst staat. Bente ontkent dat: “Het was absoluut geen gelopen race vooraf dat ik deze plek zou krijgen. Ik moest gewoon gesprekken voeren met de scoutingscommissie. Er zijn assessmentdagen, waarbij iedereen dezelfde prestatie moet laten zien: debatteren, presenteren en politieke inhoud. Deze commissie staat los van wie nu minister of Kamerlid zijn. Toen ik de assessmentdagen had gedaan, was het voor mij ook ontzettend spannend. Ik moest twee maanden afwachten wat eruit zou komen.”
Bente: “Ik denk dat wat ik meebreng niet alleen is dat ik uit het Haagse systeem kom. Ik ben een jonge vrouw van 31 die middenin het leven staat, die ook bezig is een dertigersdilemma te hebben van wanneer begin ik aan kinderen, hoe ga ik om met ouders die ouder worden, welke keuzes maak ik op deze arbeidsmarkt, die vrienden heeft die startups beginnen, die vrienden heeft die in de zorg werken en zich daar druk over maken, die uit een ondernemersgezin komt. Ik denk dat ik daarmee iets kan vertegenwoordigen in de Kamer wat ook bij de VVD hoort.”
Ambtenaren moeten zich in de regel verre houden van de politiek, maar politiek assistenten zijn een uitzondering, vertelt Bente: “Ambtenaren zijn loyaal de minister en geven ambtelijk advies. De minister heeft wel een politieke rechterhand, een politiek assistent, die contact kan onderhouden met de Kamer, die met Kamerleden kan spreken, die weet wat er in de Kamer leeft, die hem kan voorbereiden op debatten, die ook een aanspreekpunt kan zijn voor politieke partijen, dus die eigenlijk een soort spin in het web is om de minister politiek te ondersteunen.”
“Dat is toch een spindoctor?” vraagt uw interviewer. Bente: “Dat vind ik een negatieve connotatie hebben. Het voordeel van werken met minister Kamp is dat hij niet lekt en niet spint. Dat is voor mij ook heel prettig. Een spindoctor hangt rond in Nieuwspoort en probeert kleuring of een draai te geven aan verhalen. Ik heb nooit geprobeerd de werkelijkheid anders te kleuren in het voordeel van mijn baas. Ik voer serieuze gesprekken met Kamerleden over: waar maken jullie je zorgen over, wat is jullie insteek bij een bepaald onderwerp, hebben jullie voldoende informatie? Je probeert goed samen te werken met de Kamer zodat er een maximaal resultaat komt.”
Bente merkte dat ze ook zelf ideeën heeft over hoe het beter kan in Nederland. De Tweede Kamer was voor haar een logische stap: “Ik dacht: waarom zou ik niet mijn vinger opsteken in de partij en zeggen dat ik beschikbaar ben voor de Kamer? Ik heb ideeën over Nederland, ik maak me zorgen over de toekomst, ik zie dat er niet heel veel jonge vrouwen in de politiek zitten en ik zou het Kamerwerk kunnen doen met de ervaring die ik de afgelopen jaren heb opgedaan. Ik ben ontzettend trots dat ze mij dat vertrouwen hebben gegeven.”
Wat is er VVD aan Bente, wil uw interviewer weten. “VVD is dat je hard moet werken om wat te bereiken,” zegt Bente: “VVD is hechten aan je vrijheid en je eigen manier van leven, ruimte krijgen om een bedrijf te runnen, liefhebben wie je wilt, je eigen keuzes maken. Die verworvenheden en die manier van leven zijn niet vanzelfsprekend. In het verleden waren er minder mogelijkheden om te studeren en hadden vrouwen en mensen met een andere geaardheid of een ander geloof minder rechten. Dat is allemaal in een paar generaties veranderd. Maar ook als je kijkt naar wat er in de wereld gebeurt is onze vrijheid niet vanzelfsprekend.”
“We kunnen niet achterover leunen,” denkt Bente: “Ik vind het goed dat we soms zeggen: dat vinden we niet normaal, zo gaan we niet met elkaar om. Normaal is niet hetzelfde als gewoon. Je mag uit de band springen, iedereen mag juist anders zijn. Normaal gaat over de waarden die we delen: liefhebben wie je wilt zonder dat je daar kritiek op krijgt, niet treden in de vrijheid van een ander, geen journalisten lastig vallen, geen tramconducteurs in elkaar slaan, de politie niet uitschelden, meisjes niet na-sissen. Het gaat over het respecteren van de vrijheid van een ander.”
Bente vult aan: “Het gaat ook over onze welvaart behouden, dat je hier in Nederland als bedrijf geld kunt blijven verdienen, dat je de begroting niet totaal uit de hand laat lopen, dat je jezelf als land niet afhankelijk maakt van andere landen, geen bedrijven wegpesten. Gewoon de verantwoordelijkheid nemen dat dit land in de toekomst ook draaiende moet worden gehouden en dat daar mensen ook werk moeten hebben. Dat is niet vanzelfsprekend want we zijn met steeds minder mensen die kunnen werken en we zijn met steeds meer mensen die zorg nodig hebben. We moeten meer innoveren met oog voor omgeving. Dat is ook waar de VVD voor staat.”
Maar de hele oproep om normaal te doen, is toch heel PVV’erig? denkt uw interviewer. Volgens Bente juist niet: “Het verschil met de PVV is dat wij zeggen: wij spreken anderen aan op onze waarden, maar zonder ze daarmee te verkwanselen. Dat is wat de PVV wel doet. Als je zelf oproept tot minder Marokkanen, sluit je een bepaalde groep uit. Dan ben je de Nederlandse waarden aan het ondermijnen waar jarenlang voor is gevochten: dat iedereen het recht heeft om beoordeeld te worden op zijn gedrag en niet op zijn afkomst, dat iedereen kansen krijgt en gelijk is voor de wet.”
Heeft Bente wel een achterban, vraagt uw interviewer zich af. Bente vindt die vraag verkeerd: “Naast mijn inhoudelijke rol ben ik natuurlijk ook een mens in deze samenleving met familie, met vrienden, met zorgen, ik zit zelf ook in de trein en ik loop zelf ook s’avonds op een station, ik moet zelf ook boodschappen doen. Ik vind juist dat omdat ik de afgelopen jaren ervaring heb opgedaan met verschillende inhoudelijke onderwerpen, dat ik mijn ideeën kan omzetten in echte oplossingen zodat mensen daar ook echt iets van merken.”
“Ik ga veel naar studentendebatten. Die studenten zijn vaak 25 en ik ben 31. Maar ik kan me nog wel goed voorstellen wat hen beweegt. Het is één van de kwaliteiten als volksvertegenwoordiger dat je voor mensen herkenbaar moet zijn. Ik kan een spreekbuis zijn voor jongeren met liberale ideeën. Ik heb met heel veel mensen gesproken. Misschien hebben niet al die mensen het idee dat ik ze vertegenwoordig, maar ik heb wel naar hun zorgen geluisterd en meegedacht over oplossingen.”