Uit een wetenschappelijke studie die is uitgevoerd door Erasmus Research & Business Support (ERBS) in opdracht van Brunel blijkt dat de huidige 700.000 flexwerkers die in Nederland werkzaam zijn via een intermediair structureel 2 miljard euro kunnen opleveren. In de studie wordt een antwoord gegeven op de vraag wat het effect is van externe inhuur op de productiviteit en de kosten van organisaties. De conclusie is dat alle voordelen en besparingen van flexibele arbeid bij elkaar opgeteld tenminste 2 miljard euro per jaar zullen bedragen, ongeacht de economische situatie in Nederland.
In het onderzoek is gekeken naar voordelen en besparingen als: betere bezettingsgraad bij bedrijfsgroei of afname productie, lagere uitstroom/instroomkosten bij bedrijfsgroei of afname productie, productiviteitsstijging dankzij minder ontslagprotectie, groei werkgelegenheid en groei productie door grotere beschikbaarheid van flexibele arbeidskrachten en de lagere kosten van instroom en Human Resource.
Maikel Pals, algemeen directeur Brunel Nederland die opdracht gaf tot dit onderzoek, laat in een reactie weten:
“De huidige discussies over in de politiek en in het maatschappelijk veld over flexwerk doen onvoldoende recht aan deze enorme bijdrage van flexibele arbeid aan de Nederlandse economie. Flexibele arbeid levert op. Voor de werknemer, voor het bedrijf – en naar nu blijkt ook voor onze Nederlandse maatschappij.”
Het aantal flexwerkers groeit nog altijd. In 2002 had 25 procent van de Nederlandse werkzame beroepsbevolking geen vaste arbeidsrelatie voor onbepaalde tijd. Tien jaar later, in 2012, was dit al 31 procent en nog eens vijf jaar later in 2017 is dat opgelopen tot 38,4 procent van de werkzame beroepsbevolking.
Onderzoeksleider bij Erasmus Research & Business Support dr. Job Hoogendoorn zegt over zijn onderzoek:
“De discussie over flexibele arbeid in Nederland moet meer op basis van feiten gevoerd worden. En de toegankelijkheid tot die feiten is nog beperkt. Dit is nog een voorzichtige schatting. Flexibele arbeid door bijvoorbeeld detachering of zzp’ers, neemt kosten voor eigen rekening, waar werkgevers normaal gesproken mee te maken zouden krijgen. Bij elke berekening, zowel voor hoogconjunctuur als voor laagconjunctuur, hebben we de ondergrens gehanteerd. In slechte economische tijden levert de flexibelere uitstroom van arbeid ten minste zo’n 1,5 miljard op. In betere economische tijden is de flexibeler instroom van professionals goed voor datzelfde bedrag. Het bedrag op besparingen van HR-kosten is in beide gevallen zo’n half miljard euro. In tijden van een omslag tussen beide conjuncturen, zoals nu, is dat zelfs meer. De werkelijke besparing voor de Nederlandse economie als gevolg van de inzet van flexibele arbeidskrachten zou wel eens veel hoger kunnen zijn dan de geïdentificeerde 2 miljard.”
Het aantal flexwerkers groeit nog altijd. In 2002 had 25 procent van de Nederlandse werkzame beroepsbevolking geen vaste arbeidsrelatie voor onbepaalde tijd. Tien jaar later, in 2012, was dit al 31 procent en nog eens vijf jaar later in 2017 is dat opgelopen tot 38,4 procent van de werkzame beroepsbevolking.