“Ik schreef over mezelf zodat ik niet verlamd zou raken door herkauwen – zodat ik kon ophouden met denken over wat er was gebeurd en wat ermee was gedaan.” Dit schrijft Marja Pruis in één van de essays in haar nieuwe boek Genoeg nu over mij, dat de ondertitel: confessies van een ervaren schamer draagt. Pruis is bekend van haar werkzaamheden bij De Groene Amsterdammer en daarnaast schrijft zij sinds 1999 ook romans, waaronder Bloem (1999) en meer recent Zachte Riten (2016) dat genomineerd was voor de ECI literatuurprijs.
Genoeg nu over mij is opgebouwd uit verschillende delen, waarin telkens een bepaald thema centraal staat. Zo volgen de delen kijken naar mezelf en kijken naar anderen elkaar op, en is er ook een deel van de bundel gewijd aan schaamde, met de toepasselijke titel schaamte en andere intimiteiten. Alle mogelijke onderwerpen worden door Pruis aangesneden en dat maakt haar essays ook zo sterk. Ze schrijft op een erg persoonlijke manier, die de lezer weet te pakken vanaf de eerste pagina.
Een essay hoeft niet altijd serieus te zijn; er mag ook wel eens gelachen worden. Een essay hoeft ook niet altijd droog en zakelijk te zijn, maar mag ook persoonlijk zijn. Zeker bij literaire essays is dat wenselijk. Pruis weet dit en speelt daar mooi op in, door af te wisselen tussen al deze dingen in haar schrijven. Hierdoor vlieg je in één adem door de essaybundel heen en krijg je steeds meer het gevoel alsof jij en Pruis al jaren beste vriendinnen zijn.
Op de nodige momenten kan Pruis openhartig zijn en in een essaybundel die als ondertitel heeft meegekregen: confessies van een ervaren schamer is dat essentieel. Schaamte is een centraal thema in dit boek en de manier waarop dit thema neergezet wordt en wordt uitgespeeld in de verschillende essays zorgt ervoor dat de bundeling niet verwordt tot een zoveelste ‘kijk mij zielig zijn relaas.’ In tegendeel, in deze bundel is een sterke, moderne, vrouw aan het woord, die laat zien dat ook sterke en moderne vrouwen hun onzekerheden hebben en dat dit mag en oké is.
Zo schrijft ze over haar gevoelens bij de recensies van haar debuut het volgende: “Ik, zei de gek, was mezelf niet gaan haten. Ik was mijn eigen boek niet eens gaan haten. […] De kritiek sloot aan bij iets wat ik op een fundamenteler niveau voelde: dat schrijven in zichzelf een beschamende activiteit is, en schrijven met het oog op publicatie de overtreffende trap.” In dit citaat beschrijft Pruis een haat-liefde verhouding tussen de schrijver en de daad van het schrijven. Enerzijds haat Pruis het schrijven niet, maar tegelijkertijd zet ze het wel neer als een beschamende activiteit, helemaal als je het doet met als doel gepubliceerd te worden. Wat daarbij een gemiste kans is, is dat ze niet benoemt welke literatuuropvatting achter deze gevoelens schuilt.
Desondanks is de tweestrijd waar zij als schrijfster in verkeert bijzonder intrigerend, ook voor de lezer. Een schrijver die zich onttrekt aan opmerkingen als ‘ik ben geboren als schrijver,’ of ‘ik moet gewoon schrijven’ en in plaats daarvan ook de ongemakkelijke aspecten en rafelige randjes van dit ambacht benoemt is verfrissend en dat zou best vaker mogen gebeuren binnen de Nederlandse letteren. Alleen daarom al is deze bundel ontzettend relevant.
Marja Pruis – Genoeg nu over mij. Nijgh en van Ditmar, Amsterdam. 288 blz. €21,99