Wat hebben een tragisch geëindigde jeugdliefde, kameleons en Portugal met elkaar te maken? Het zijn alle drie kernelementen in de nieuwe roman van Tessa de Loo, Liefde in Pangea. De Loo is onder andere bekend van de romans De Tweeling (1993), die later ook verfilmd is, en Kenau (2013), die model heeft gestaan voor de gelijknamige film uit 2014. Ze is auteur van een groot oeuvre, waarvan een aantal boeken ook bestsellers geworden zijn. Dit roept onmiddellijk hoge verwachtingen op voor een nieuwe roman van haar hand; verwachtingen die deze roman helaas niet kan waarmaken. Liefde in Pangea blijft hangen in het voorspelbare en clichématige en dat is jammer.
287 pagina’s lang volgen we het verhaal van Fidel Hulshoff, een bioloog die zichzelf heeft gespecialiseerd in kameleons. Hoewel hij de hoofdpersoon is van de roman, doet zijn personage vlak aan en is het moeilijk om echt mee te leven met wat hij meemaakt en uiteindelijk over zichzelf ontdekt.
Na een rampzalig verlopen reünie is het voor Fidel tijd om naar Portugal te vertrekken en daar zijn onderzoek naar de kameleonpopulatie uit te voeren. Door de confrontatie die hij echter heeft gehad met een oud-klasgenoot, besluit hij ook om zijn tijd in Portugal te benutten om het verleden in te duiken. Dit zorgt ervoor dat de roman vanaf dat punt op te delen is in delen die zich in het heden afspelen, en flashbacks, naar Fidels relatie met Sacha Quartz, met wie hij op de middelbare school een relatie had.
Soms werkt zo’n opdeling in heden en verleden en geeft het een roman meer diepgang. Bij Liefde in Pangea heeft het echter een averechts effect en blijven beide verteltijden onderontwikkeld. Hierdoor lijkt het erop alsof de flashbacks aan de roman zijn toegevoegd om enige literaire allure, die tot dan toe ontbrak, eraan toe te voegen. Het geheel is echter niet meer te redden door deze ingreep.
De relatie tussen Fidel en Sacha overtuigt niet, juist door het gebrek aan diepgang waarmee deze wordt benaderd. Zo wordt wat een onstuimige eerste liefde moest voorstellen gereduceerd tot een clichématige voorstelling waarin met name het stereotype van de getroubleerde jonge vrouw niet geschuwd wordt. Dat is erg jammer, want er was zeker meer van te maken geweest.
De roman komt pas op gang wanneer Fidel Sacha’s vader ontmoet en meer leert over zichzelf en Sacha dan hem lief is. Dan pas krijgt de lezer inzicht in de persoon die Fidel werkelijk is en in hoe hij zowel naar zichzelf als naar zijn omgeving kijkt. Helaas hebben we driekwart van de roman dan al gehad en is het boek dan eigenlijk al niet meer te redden.
Tessa de Loo – Liefde in Pangea. De Arbeiderspers, 287 blz. €19,99.