In zijn column van vrijdag 31 maart met de titel Baudet en Drieu la Rochelle schiet columnist Rik de Jong vanuit de heup op een tweet van Baudet waarin hij het talent van La Rochelle prijst betreffende het wereldberoemde boek Gilles. Gilles vertelt het verhaal van een jongeman die geblesseerd terugkeert uit de Eerste Wereldoorlog. Na de oorlog stort Gilles zich met het geld van zijn rijke ex-vrouw in het mondaine leven van Parijs. Hij wordt, tegen wil en dank, meegesleept in een complot tegen de president van Frankrijk nadat hij bevriend geraakt was met de schoonzoon van de president.
De beschrijving van het leven van Gilles in Parijs is een aanklacht tegen de decadentie van de intelligentsia, de lafheid en demagogie van de politici van het interbellum. Nadat Gilles zijn Amerikaanse vriendin kwijtraakt doordat zij naar Amerika teruggaat, besluit hij te vertrekken naar Frans Algerije waar hij de eenvoudige Pauline ontmoet met wie hij voor het eerst in zijn leven een echte liefdesrelatie beleeft. Toch keert Gilles terug naar Parijs waar hij een krantje begint. Diep teleurgesteld door de maatschappij en politiek van zijn tijd besluit hij zich in te zetten voor de ideologie waarvan hij denkt dat die verandering kan brengen en Frankrijk kan vernieuwen. Nadat de liefde van zijn leven, Pauline, overlijdt terwijl ze zwanger is van zijn kind besluit Gilles opnieuw te gaan vechten. Deze keer voor de Franquisten in de Spaanse burgeroorlog.
Voor mensen met interesse in de geschiedenis van het tussenoorlogse Frankrijk is “Gilles” één van de boeken die een bijzonder inzicht geven in de tijdgeest. Het leven van Pierre Drieu la Rochelle vertoond enige gelijkenis met de antiheld van zijn roman “Gilles”, maar er zijn vele heel belangrijke verschillen.
Pierre Drieu la Rochelle, geboren in Parijs in 1893, is een oorlogsheld van de Eerste Wereldoorlog die maar liefst drie keer gewond raakt op het slagveld van la Grande Guerre. Hij groeide op in een gecompliceerde gezinssituatie met een vader die het familiefortuin opmaakte aan vrouwen en een oma die extreem antisemitisch was. Zijn relatie met vrouwen was net als die van de antiheld van zijn roman gecompliceerd. In 1917 huwt hij Colette Jéramec, de zus van een joodse vriend van hem. Via haar leert hij Louis Aragon kennen met wie hij een jarenlange diepe vriendschap zou hebben totdat ze in 1925 ruzie zouden krijgen over een vrouw. In 1921 scheidt hij van zijn vrouw en trouwt enkele jaren later met de dochter van een rijke bankier. Met Aragon begeeft hij zich in de decadente Parijse literaire kringen en wordt onder meer bevriend met André Malraux. In die periode kan Drieu het beste als occidentalist (liefhebber van het westen) en filosemitisch omschreven worden. Zo roemt hij de moed van de joodse soldaat uit de Eerste Wereldoorlog met de woorden: “Je te vois tirant et mourant derrière le tas de briques ; jeune Juif, comme tu donnes bien ton sang à notre patrie.”
Meermalen spreekt hij zich duidelijk uit tegen racisme en antisemitisme maar hij is in de periode tot 1934 een jonge intellectueel met zowel banden met links als rechts en op zoek naar een weg om die twee te verenigen. Net zoals zoveel jonge oorlogsveteranen van zijn generatie is hij geneigd tot pacifisme en aangetrokken tot zowel socialisme als fascisme. De Nouvelle Revue Française, het toentertijd grootste literaire tijdschrift ter wereld werd geleid door Jean Paulhan. De bezetter sluit tijdelijk de deur van de uitgeverij omdat er te veel joden, vrijmetselaars en communisten voor zouden werken. Paulhan weigert mee te werken en duikt onder met hulp van Drieu la Rochelle die gekozen wordt om het tijdschrift voort te zetten nadat hij daarvoor door Gaston Gallimard is gevraagd. Jean Paulhan gaat vanaf dat moment het verzet in net als André Malraux. Vanaf dat moment is Drieu echter een collaborateur met de bezetter.
Hij doet het werk dat de bezetter van hem verlangt en bezoekt ook een literair congres in Duitsland op uitnodiging van Goebbels. Echter in zijn hoedanigheid als directeur redt hij wel Jean Paul Sartre en zijn joodse ex-vrouw het leven door ze vrij te krijgen uit gevangenschap. Inmiddels erachter gekomen dat zijn keuze voor collaboratie verkeerd was, betuigt hij in 1943 zijn spijt in L‘homme à cheval. Als in augustus 1944 Parijs bevrijd wordt, biedt zijn vriend en verzetsheld André Malraux hem de mogelijkheid aan onder te duiken maar dat weigert Drieu. Wel accepteert hij het peetvaderschap van de kinderen van de verzetsheld. Hij doet kort daarna een poging tot zelfmoord maar wordt door zijn ex-vrouw naar het Amerikaans militair ziekenhuis gebracht waar ze zijn leven weten te redden. Drieu was hier niet blij mee en een tweede poging tot zelfmoord slaagt op 15 maart 1945. Geruchten dat hij aangeklaagd zou gaan worden wegens collaboratie circuleerden inmiddels al in diverse kranten. Tot zover het verhaal van deze schrijver.
De volgende conclusies kunnen we uit de geschiedenis wel trekken. Drieu la Rochelle was een collaborateur en een tijdje enigszins gecharmeerd door het fascisme. Hij was echter géén oorlogsmisdadiger en hij heeft mensenlevens gered in de functie die hij had tijdens de oorlog. Laten we ook niet vergeten dat Oskar Schindler ook een lid van de nazipartij was.
In het licht van het werkelijke verhaal van Pierre Drieu la Rochelle kan men zich afvragen wat er mis kan zijn met het prijzen van zijn literaire kwaliteiten. Zijn vrienden uit het Franse verzet zijn nooit opgehouden met het prijzen van de man ondanks zijn verkeerde keuze tijdens de oorlog. Hij stond algemeen bekend als een eerlijk en rechtvaardig man die een verkeerde keuze maakte.
Baudet prees de literaire vaardigheden van Drieu en die staan niet ter discussie. Iemand daarvoor in de fascistische hoek plaatsen door middel van een of andere onbegrijpelijke besmettingstheorie is niets minder dan waanzin.