De mishandeling van het homostel in Arnhem deed de krochten kraken. Na een weekend lang berichtgeving door wél relevante partijen (te weten de slachtoffers zelf én TPO die beiden man en paard noemden, te weten ‘Marokkaan’ en ‘scooter’, in tegenstelling tot, zeg, ‘jongeren’ en ‘incident’), haalde de Volkskrant het in haar redundante hoofd om groots uit te pakken met het voornemen der gemeenten om ontmoetingsplaatsen voor homoseksuelen aan te pakken. BAM!
Nog los van wat je vindt van een dergelijk voornemen, überhaupt de haalbaarheid ervan inschat, is de timing zodanig ongelukkig dat een en ander kan worden verstaan als pure provocatie aan het adres van de homoseksueel in Nederland die toch al te kampen heeft met een grote, steeds groter wordende vijandelijkheid.
Timing. Het blijft een dingetje. Vooral voor de Volkskrant, u weet wel: dat meest deugdronken dagblad van die handvol in barnsteen gepreserveerde ‘kwaliteitscouranten’ uit het pleistoceen, enkel belangwekkend voor cultuurhistorici alsmede een enkele paleontologisch geïnteresseerde.
Voor de volledigheid moet gezegd dat ook de Volkskrant de kwestie aanroerde, zij het dat de verdachten te doen gebruikelijk werden aangeduid met het nietszeggende ‘jongeren’, en een zekere UvA-onderzoeker genaamd Allaird Feddes het woord nam om aan te geven dat feiten dan weliswaar feiten zijn, maar ook weer niet helemaal, afijn- appels zijn appels, behalve wanneer het geen appels zijn. How do you like them apples?
Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat homovijandelijkheid inherent is aan vrijwel alle uit de woestijn afkomstige vroomheidscultussen, dus ook die verondersteld milde andere-wang variant die vroeger het leven hier ter lande voor demense verstierde. Goddank dat we in eigen huis die malle waanzin zodanig hebben kunnen afzwakken dat men hooguit nog wat preekpiept tegen de verdrukking in. De fakkel van regelrechte homovijandelijkheid, vroeger nog brandende gehouden door celibataire kerkvaders met roodomrande ogen, is genoeglijk overgegaan op het meer militante kleine broertje van die gearchiveerde onzin, juist ja: de islam ditmaal, die zich in vrij onverdunde vorm te gelde maakt in de binnensteden. We praten hier dus nadrukkelijk niet over radicale splinters in de marges van het katholicisme, confucianisme, of anderszins door graan- en gierstgoden geïnspireerde oerwoudiërs in het bezit van een betonschaar bij wijze van kromzwaard.
Maak daar maar eens een ‘challenge’ van, jongens en meisjes. Ik adviseer daarbij een zachtroze/blauwe/oranje/groene achtergrond te gebruiken, bij voorkeur met daarop iets leukludieks waaruit toch maar even je hartgrondige solidariteit tot uitdrukking wordt gebracht, hoewel je moet oppassen niet te stigmatiseren, dank u vriendelijk.
Dezelfde hardnekkige deugkramp waaraan respectievelijk Humerto Tan en Jeroen Pauw ten prooi vielen toen de kwestie minderheden in relatie tot geweldsdelicten ter tafel kwam. Gelukkig was daar een no-nonsense mevrouw de politievrouw die het zich veroorloofde te zeggen dat religie of cultuur in het geheel niet in verband kunnen worden gebracht met geweld tegen homoseksuelen. Deugen in weerwil van de praktijk dus. Fotograaf Erwin Olaf zwom, eveneens te doen gebruikelijk, in zijn eigen tranen waardoor de eigenlijke problematiek vermoedelijk aan zijn zicht werd onttrokken, namelijk dat de bron van de haat, de wil achter de knokkels, wel degelijk in cultuur en religie moet worden gezocht. En niet zomaar elke cultuur en religie.
Wanneer de openlijke blijken van afkeer plaatsvinden zonder aanziens des verschrikkings, met andere woorden in al te algemene bewoordingen, bewijst men de slachtoffers van het geweld geen dienst. Zolang de Alexander Pechtoldjes van deze wereld zich wel reuzesolidair hand in hand laten fotograferen met een collega, maar er het zwijgen toe doen wanneer de factor islam wordt aangeroerd in dezen, dan is ze niets waard: opportunistische gebarenpolitiek uitsluitend gericht op het bestendigen van het eigen deugen.