Januari 2017. François Fillon, die als de discreet en elegant opererende premier onder Sarkozy zo’n beetje de antithese was tot zijn baas, heeft de steun van zijn verdeelde partij Les Républicains (LR) en gaat welgemoed op campagne. Met een Thatcheriaans liberaal verkiezingsprogramma gericht op de middenklasse en de Franse ‘provincie’ (dat wil zeggen: alles buiten Parijs en het Île-de-France). Drastische inperking van de ambtenarenij, afschaffing van de 35-urige werkweek, verhoging van de pensioensgerechtigde leeftijd naar 65 jaar, tegenprestaties eisen van uitkeringstrekkers. Het Front National bepaald niet onderschattend neemt Fillon een, voor een LR-kandidaat, stevige positie in ten opzichte van islam en immigratie. Zo bepleit hij het onverwijld de-nationaliseren en uitzetten van Syrië-terugkeerders, is voor sterke beperking van gezinshereniging, wil een maximumaantal asielzoekers, en hoogste straffen voor burgers die zich op welke wijze dan ook aan een vijandelijke macht liëren. Fillons zwakte is zijn liberale en hopeloos achterhaalde EU-standpunt: heronderhandeling van Schengen en meer geld voor buitengrensbewakers Frontex, ook bekend als de gratis migrantenveerdienst Afrika-Europa.
Met het fenomeen Fillon meldt zich ook een groep terug aan het front die men in het hedendaagse Frankrijk al lang niet meer in mediabeeld had: de traditionele rooms-katholieken. In de trouwe zondagmisbezoeker uit de Sarthe, die dwars tegen de tijdgeest in kritisch is over homohuwelijk, abortus, euthanasie, massa-immigratie, islam en andere discussietophits, zien de katholieken hun toekomstige Franse president. Het zijn de zwijgende gelovigen in de kleine steden, in de dorpen op het platteland die hun stem hervinden en verheffen. Lagere en hogere middenklassers die hun kinderen ter communie laten gaan, wellicht een familieabonnement hebben op het weekblad Pèlerin of soms het opinietijdschrift Valeurs Actuelles lezen, maar zich in de regel van de cryptische abstracties van de politiek verre houden. Want volle werkweek, de kinderen, de hypotheek.
Deze niet te onderschatten ‘Français et Françaises de souche‘, oftewel geboren en getogen autochtonen, hebben weinig op met de Parijse intelligentsia, ziet de gestage uitverkoop van de Franse identiteit en het verval van oude waarden al enkele decennia met lede ogen aan. Deze groep fronst het voorhoofd over de politiek-maatschappelijke escapades van paus Franciscus, alias de Argentijnse jezuïet Jorge Mario Bergoglio. Hun eigen kerkelijk leider, immers, staat een nauwelijks verholen oikofoob verzoeningsmodel voor tussen christenen en de religie die hen wil onderwerpen. Zelfs aan de meeste devote weesgegroetjesbidder is een dergelijke wereldvreemdheid moeilijk te verkopen.
Amper op campagnestoom gekomen krijgt François Fillon geheel volgens verwachting alles wat links is tegen zich. Uit zijn Sarko-tropenjaren is hij wel wat gewend en dus blijft hij ook bij de meest botte bejegening door de media kalm en redelijk. Zijn beargumenteerde visie op te verbeteren relaties met Rusland geeft de gebruikelijke verdachten van de dodebomenpers (Libération, Le Monde) ampel munitie. Fillon laat zich zoals dat heet de kachel niet aanmaken. Telkens opnieuw legt hij rustig uit dat gezien de huidige geopolitieke en economische situatie een cordon sanitaire rond Vladimir Poetin misschien niet het allerbeste idee is. Dat zijn eigen partij wat betreft de grootste verkiezingsconcurrent, het Front National, met uitsluiting dan weer geen enkel probleem heeft, laat hij uiteraard onvermeld.
Ondertussen beleeft het oud-links van de Parti Socialiste de geaccelereerde implosie. President François Hollande zit zijn tijd in het Élysée uit met lintjes uitdelen en in monoloog herhalen hoe goed zijn quinquennat, vijfjarige regeringsperiode, voor Frankrijk is geweest. Kennelijk komt hij niet vaak buiten.
Tijdens de socialistische primaires vechten diverse partijkopstukken, van de Hollande-kloon Benoît Hamon tot premier Manuel Valls, elkaar de tent uit. Met de eind augustus 2016 uit de regering-Hollande gedeserteerde minister van Economische Zaken, Industrie en Digitalisering Emmanuel Macron dient zich nog een ex-PS’er aan als onafhankelijke presidentskandidaat. Het links-rechts-links-rechts-slalomprogramma van En Marche! (‘In Beweging!’) zet de voormalige zakenbankier Macron min of meer uiteen in zijn bestseller Révolution. Jean-Pierre Cambadélis, de Parti Socialiste-secretaris die de glimlach toch al niet heeft uitgevonden, meldt op de van hem bekende autocratische wijze dat iedere PS’er die steun betuigt aan Macron, terstond wordt geroyeerd.
Om het feest compleet te maken rukt in de extreemlinkse baan de klassieke klassenstrijddogmaticus Jean-Luc Mélenchon op. Categorische ontkenning van de 20ste-eeuwse heilstaatgeschiedenis, het is een aandoening die in bepaalde milieus veel voorkomt. Des te verontrustender is het dat deze alom antipathie opwekkende collectivist, die in interviews en debatten bij voorkeur naar zichzelf luistert, door steeds meer progressieven wordt beschouwd als dé vertolker van het ware linkse gedachtengoed. Amusant genoeg is ex-PS’er Mélenchon geen kandidaat voor zijn eigen Parti de Gauche, maar voor La France Insoumise (‘Het Ononderworpen Frankrijk’). Het op ecologie en nivellerering gefixeerde FI zegt geen politieke partij te zijn, maar een ideeënplatform voor partijloze burgers. Utopistische linkssplinter nummer zoveel dus.
Op een rare manier zouden de ravages van rood wellicht een gunstige factor kunnen zijn voor François Fillon, de voormalige topbestuurder op rechts die tot dusver een zeker breed gedragen vertrouwen geniet. Waar de een hem ‘saai’ noemt, is hij voor de ander ‘standvastig’. De overeenkomst tussen beide typeringen: Fillon is een rustpunt. En Frankrijk heeft zo dringend een rustpunt nodig.
In de eerste peilingen na zijn overwinning op Juppé is de ster van Fillon gestaag rijzende. Daar vermag ook de scherpe en gefundeerde kritiek van Marine le Pen op zijn EU-fiele en gepeperd liberale partijprogramma niets aan te veranderen. Even, heel even, lijkt het dan ook dat le grand match in april/mei zal gaan tussen deze tegenpolen met overlappende beleidsvoorkeuren en electorale visvijver. Daarbij vertegenwoordigt Le Pen met het Front National curieus genoeg een op veel maatschappelijke en economische punten ‘links’ programma, iets dat men in het ontredderde Kamp Progressief maar moeilijk kan verkroppen.
Waar precies in dat Fillon-versus-Le Pen-scenario de kiezer op links zal blijven is eenieder een raadsel. Zal hij knarsetandend fatsoensmenselijk Fillon stemmen, volgens het mantra ‘pour faire barrage au FN‘? Wordt het een halfhartig blancootje? Of maar helemaal thuisblijven en een fles gedistilleerd openschroeven om de Dag des Oordeels maar niet al te bewust te hoeven meemaken?
We zullen het nooit weten, want zover komt het namelijk niet. Ineens valt hij, die bom op de nieuwe favoriet voor het Franse presidentschap. Op 25 januari 2017 publiceert het satirische en onderzoeksjournalistieke tijdschrift Le Canard Enchaîné een artikel waarin wordt gesteld dat Fillons Britse echtgenote Penelope 500.000 euro zou hebben gekregen voor jarenlang werk als parlementair medewerkster. Daarnaast zou zij nog eens 100.000 euro hebben getoucheerd als literair adviseur bij het tijdschrift Revue des Deux Mondes. In beide gevallen arbeid waarvan vooralsnog geen spoor is getraceerd.
Het is de opmaat tot de algehele deconfiture van François Fillon. Ironisch genoeg verergerd door zijn eigen hameren op waardigheid en rechtschapenheid. Het aanpakken van het nepotistennetwerk van de Parti Socialiste zal alweer op zich laten wachten. Terwijl Fillon druk doende is met ontkennen dat het gaat om een spookbaantje, krijgt hij op 1 februari de volgende ferme linkse van Le Canard. Deze keer valt het bedrag van Penelopegate nog zo’n drie ton hoger uit. Tevens zouden zoon Charles en dochter Marie voor onduidelijke activiteiten eveneens royale vergoedingen uit de staatskas hebben ontvangen. Het parket talmt niet en stelt een onderzoek in naar verduistering en misbruik van gemeenschapsgeld.
Later blijkt Fillon ook een verkregen lening van een halve ton niet bij de fiscus te hebben opgegeven, en voor tienduizenden euro’s maatpakken en andere kleding plus horloges cadeau te hebben gekregen van diverse entrepreneurs. Daarnaast wordt zijn naam genoemd in een kwestie rond een vorstelijke gift van een Libanese mogul in oliepijplijnmaterialen. In luttele dagen is ‘la surprise Fillon‘ gemuteerd tot ‘l’affaire Fillon‘. Onder de Republikeinen heerst chaos en paniek. Wat nu?
Bij dit alles moet worden aangetekend dat het hier om iemand gaat die in een lange politieke carrière nooit in verband werd gebracht met welke malversatie dan ook. Obscuur doch opvallend detail: in een France 2-journaalreportage over een Londens luxe-impresariaat voor prominente sprekers was cliënt Fillon de enige die voor de camera – laconiek – reageerde op de torenhoge schnabbelgages van politieke beroemdheden.
Hoe en via wie de informatie over de diverse scheve schaatsen van de LR-voorman bij Le Canard Enchaîné belandde, is niet duidelijk. Dat deze coup perfect getimed was en minimaal als tweetrapsraket voorbereid, doet de onvermijdelijke complottheoretici vermoeden dat er meer achter zit dan alleen journalistiek spitwerk-bij-nacht-en-ontij. Hoe het ook zij, het resultaat is dat centrum-rechts opgescheept zit met een presidentskandidaat tegen wie in eigen land een strafrechtelijk onderzoek loopt. En de voltijds werkende burger met het middeninkomen in belastingschijf 4 (30% afdracht), hij haalde zijn schouders op. C’est du déjà vu, monsieur, du très déjà vu.
Dit is deel twee van een zesdelige serie. Deze delen worden de komende dagen gepubliceerd op TPO.nl. Lees hier deel 1.