Tegen vier mannen die worden verdacht van opruiing tegen Sylvana Simons is woensdagmiddag voor de rechtbank in Amsterdam een werkstraf van zestig uur geëist. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) is voldoende bewezen dat alle vier de mannen op internet hebben opgeroepen tot geweld tegen Simons.
De aanklager noemde ,,algemene preventie” een belangrijk onderdeel van de strafeis: ,,Wij hopen dat door de uiteindelijk op te leggen straf in het maatschappelijke debat minder op de man of vrouw wordt gespeeld en dat dit debat fatsoenlijker wordt gevoerd.”
Het OM besteedde veel aandacht aan de publieke positie van Sylvana Simons en de maatschappelijke onrust die vooral ontstond nadat zij zich had gemengd in het debat over Zwarte Piet en de stroom aan reacties na haar aansluiting bij de politieke partij DENK. ,,Simons kaatst de bal, die mag ze dan terugverwachten, maar niet grenzeloos”, aldus de aanklager.
De beslissing van het OM om strafrechtelijke vervolging in te stellen was in die zin ook een belangrijk signaal aan de samenleving, zei de officier van justitie. Die moet zich bewust zijn van de invloed en macht van internet en sociale media en inzien dat niet altijd en overal alles maar mag worden gezegd. ,,Sociale media vormen een ver reikend platform en een arena voor het democratische debat, maar wel met een keerzijde, zoals we in dit geval hebben gezien.”
In totaal staan 22 personen terecht, onder wie een minderjarige. Woensdagmiddag en donderdag komen de andere verdachten voor. De rechtbank doet 18 mei uitspraak.
Anp