70% Turkse Nederlanders steunde Erdogan. Deze groep is in Nederland geboren en getogen en heeft kunnen genieten van alle vrijheden en rechten die bij een volwaardige democratische rechtsstaat zijn gewaarborgd. Het is daarom hypocriet en oneerlijk dat uitgerekend deze groep de Turken in Turkije een dictatoriaal regime gunt.
Voor de tweede maal gaat schrijver Celal Altuntas bij Café Weltschmerz in gesprek met Hans Moll. Altuntas vertelt over de groep Turkse Nederlanders die Turkije niet kunnen verlaten omdat zij verdacht worden van banden met de Gülenbeweging. Volgens Altuntas moet de Nederlandse regering zich sterk maken voor haar onderdanen, maar hun dubbele nationaliteit maakt de situatie complex. Bovendien moet het uitreisverbod worden beschouwd in samenhang met de vluchtelingendeal waarmee Erdogan de EU in de houdgreep heeft. Tegen die achtergrond bezien zijn de circa vijftien Turkse Nederlanders slechts “kleingeld”. Wel kan Nederland met de EU druk op Turkije zetten om deze groep een eerlijk proces te garanderen.
Altuntas benadrukt dat aanhangers van de Gülenbeweging niet als willekeurig slachtoffer moeten worden gezien. Lange tijd zijn Erdogan en Gülen bondgenoten van elkaar geweest in hun strijd tegen de “deep state” van Turkije wiens invloed reikt tot Europa. In deze samenwerking was Gülen verantwoordelijk voor de verspreiding van de soennitische islam en Turks nationalisme. Nu Gülen en zijn aanhangers de machtsstrijd hebben verloren van Erdogan, zijn zij “van dader- naar slachtoffer positie gegaan”. Desalniettemin ligt het volgens Altuntas op de weg van de Gülenisten om aan zelfreflectie te doen en excuses aan te bieden voor hun daden – niet in de laatste plaats aan de Koerden.
Tijdens het gesprek herhaalt Altuntas zijn eerdere stelling dat het Turkse volk (“schapen”) gegijzeld wordt door Erdogan (“de herder”). Hoewel het proces van gijzeling bij de Turken in bijvoorbeeld Nederland veel geleidelijker is gegaan, kan Erdogan ook hier rekenen op massale en onvoorwaardelijke steun. Dit is mede het resultaat van het jarenlange wegkijken van de Nederlandse overheid wanneer Turkse Nederlanders vanuit Turkije werden beïnvloed – overigens gebeurde dit al voor de komst van Erdogan.
Altuntas refereert hierbij aan een email die hij in het jaar 2000 – destijds actief voor GroenLinks – per abuis ontving uit Ankara. Deze email was gericht aan Turken die actief waren in de Nederlandse politiek om te lobbyen voor de Turkse zaak. Ook verwijst Altuntas naar een GroenLinks congres in 1999 waar een groep van twintig tot dertig Turken de indieners van twee onwelgevallige moties intimideerde.
Altuntas hekelt het feit dat er zoveel Turkse Nederlanders Erdogan steunen. Deze groep is in Nederland geboren en getogen en heeft zodoende kunnen genieten van alle vrijheden en rechten die bij een volwaardige democratische rechtsstaat zijn gewaarborgd. Het is daarom volgens Altuntas hypocriet en oneerlijk dat uitgerekend deze groep de Turken in Turkije een dictatoriaal regime gunt.