‘Ga rustig slapen, beste mensen, alles is volkomen onwaar en de rest is onder controle.’ Zo eindigt de waarschuwing aan het begin van het boek 2084. De schrijver bedoelt evenwel het omgekeerde: dit boek is een waarschuwing, een waarschuwing wat er gebeurt als de islam macht krijgt over een samenleving. Dit boek geeft een afschrikwekkende beschrijving van een totalitair islamitische samenleving waaraan alles wat aan het verleden herinnert is uitgewist. Of dit een dystopie is, hangt af van jouw perspectief: voor aanhangers en sympathisanten van IS en wellicht van salafisten, is deze dystopie een utopie. Dat is het verwarrende aan dystopieën/utopieën. Wat voor de een utopie is, is voor de ander een dystopie. Zo vinden salafisten de westerse vrije wereld met de ‘blote vrouwen en de homo’s’ een dystopie. Wat nodig is is een criterium om utopieën/dystopieën mee te evalueren. Zelfs filosoof en utopiekenner Hans Achterhuis worstelt met een moreel perspectief op utopieën.
Mijns inziens zijn er tenminste twee morele perspectieven mogelijk. Ten eerste het Milliaans-Popperiaanse perspectief van de vrijheid van het individu. Hoeveel vrijheid is er voor individuen om zelf vorm te geven aan hun leven? In (bijna?) alle utopieën is er geen ruimte voor de vrijheid van het individu omdat de blauwdruk bepaalt wat het ideale leven is. Het is een mal waar iedereen met geweld desnoods wordt ingeperst. Het andere perspectief, het Rawlsiaanse perspectief, kijkt naar de positie van degenen die in de slechts mogelijke positie zitten. Wie zijn de slachtoffers in de utopie? Hoe wordt er bijvoorbeeld omgegaan met dissidenten, misdadigers, homo’s et cetera. Ik geef maar gelijk het antwoord op beide perspectieven voor 2084: er is geen enkele vrijheid in deze islamitische samenleving. En het tweede perspectief: iedereen is er slachtoffer. Niemand heeft vrijheid, ook de verraders en de beulen niet. Iedereen zit in een slechtst mogelijke ellendige positie.
Het lezen van dystopieën geeft de lezer een akelig gevoel. Tegelijkertijd is het ook een opluchting, omdat de samenleving waarin de lezer verkeerd in vergelijking met de dystopie eerder een utopie lijkt. 2084 van de Algerijnse schrijver Boualem Sansal is de islamitische versie van 1984 van George Orwell. Orwells dystopie was gericht tegen de totalitaire communistische staat. De dystopie van Orwell heeft zich met grote gelijkenis onder Stalin en andere communistische dictators in alle gruwelijkheid gerealiseerd. Met de implosie van het communisme is, behalve in de volmaakt gerealiseerde dystopie Noord Korea, het totalitair communisme naar de geschiedenis verdwenen. Michel Houellebecq publiceerde in 2015 de dystopie Onderwerping waarin Frankrijk in 2022 een islamitische president krijgt en het land in rap tempo islamiseert.
Sansal gaat in 2084 veel verder en is daardoor onrustbarender. Boualem Sansal beschrijft een land in 2084 dat volledig islamitisch is. Het is een samenleving als van de Taliban of IS. De samenleving is terug gekatapulteerd naar de middeleeuwen. De techniek en wetenschappelijk kennis is er verdwenen. De mensen worden onwetend gehouden. Religie is de leidraad van alles. Het is een wrede samenleving, waar mensen elkaar verraden en waar er openbare executies zijn. Er is geen enkele vrijheid van het individu. Het motto van het boek geeft de teneur van het boek aan:
Godsdienst leidt er misschien toe God lief te hebben, maar ook is er niets wat er in sterkere mate toe leidt dan godsdienst om een afkeer te krijgen van de mens en de mensheid te haten.
Als humanist ben ik het er hier niet mee eens. Het is niet terecht om de mensheid als geheel te veroordelen. Er zijn daders en slachtoffers. In een dystopie zijn de mensen het slachtoffer van een ideologie en haar wrede handlangers. De Noord-Koreanen en de Zuid-Koreanen zijn dezelfde mensen. De Zuid-Koreanen hebben een democratie en mensenrechten; de Noord-Koreanen leven in een gevangenis en zijn het slachtoffer van een dictator en zijn totalitaire communistische ideologie. Wie een geschiedenisboek openslaat zal inderdaad bevangen worden door een tsunami van misantropie en moedeloosheid over zoveel onnodige onderdrukking, geweld en ellende. Wat heeft het voor zin om een afkeer te krijgen van de mens in het algemeen? Wat hebben slachtoffers daaraan?
Een dystopie laat zien dat een ideologie een samenleving in een ijzeren greep kan houden. In een dystopie telt het individu niet. Individuen zijn ondergeschikt aan het hogere ideaal, of dat nu het communisme is, of de wil van god.
In 2084 volgen we het leven van Ati. Een brave borst die zijn best doet om alle ellende die over hem heen komt te weerstaan en zich zo goed mogelijk in te passen in de samenleving. Tot op een moment bij hem de twijfel toeslaat. Hij begint zelf te denken en hij begint inconsistenties te zien in de islamitische propaganda. Dit doet denken aan de film The Truman Show waarbij de hoofdpersoon Truman Burbank doorkrijgt dat hij leeft in een leugen die rondom hem is opgetrokken. In 2084 gaat het verhaal gaat over de zoektocht naar wat er achter de façade van dit streng gelovige Abistan-regime schuilt en wat er voor en buiten dit machtige rijk bestond en bestaat. Dat het in 2084 gaat om de islam is interpretatie van de lezer. De religie wordt niet bij naam genoemd, de verwijzingen naar de islam zijn impliciet, maar overduidelijk.
Ati raakt er langzaam van doordrongen dat hij leeft in een leugen. Via moeizame omzwervingen komt hij er uiteindelijk achter dat er een rijke elite is die zich verschanst heeft in een luxe resort waarin de moderne techniek nog wel bestaat. Vanuit deze enclave wordt de rest van het lang bestuurd en vooral klein gehouden. Dit doet denken aan hoe de Saoedi familie hun land tiranniseert en klein houdt met hulp van de islam, zonder zichzelf over de regels daarvan te hoeven bekommeren.
Het lezen van een dystopie is beklemmend. Maar dat is het lezen van de krant ook. Sansal laat zien wat voor soort samenleving een strikt islamitische samenleving kan zijn: hel op aarde.
Wat kunnen we van dit boek leren? De vraag wordt in het boek zelf beantwoord:
Wat doe je als je, naar het verleden kijkend, het gevaar ziet afkomen op degenen die ons in de geschiedenis zijn voorafgegaan? Hoe kun je ze waarschuwen? Hoe kun je toch tegen je eigen tijdgenoten zeggen dat, zoals ze van start zijn gegaan, de ellende van gisteren spoedig hén zal treffen? Hoe kun je hen daarvan overtuigen wanneer hun godsdienst hun verbiedt in hun dood te geloven, wanneer ze ervan overtuigd zijn dat hun plaats in het paradijs is gereserveerd en op hen wacht als een suite in een luxehotel? (p. 258)
2084 is een waarschuwing voor de totalitaire neiging van de islam en een appèl om actie te ondernemen. In zijn boek The Open Society and Its Enemies beschreef Karl Popper de gevaren van totalitaire ideologieën bij de filosofen Plato, Hegel en Marx. 1984 van George Orwell beschreef de dystopie van de totalitaire communistische staat. De Islam is eveneens een totalitaire ideologie die wanneer ze voldoende macht heeft haar totalitaire gezicht toont. In een open samenleving lijkt de islam soms een vreedzame ideologie. Dat is schijn. De Islam is een gevaar voor vrijheid. Een gevaar voor vrede. Een gevaar voor ontwikkeling. Een wereld zonder religie zou een betere wereld zijn. Een wereld zonder islam biedt tal van onderdrukten ruimte. Sansal waarschuwt voor de verlokking van de islam en het geweldspotentieel dat erin besloten ligt. De islam moet daarom bestreden worden, met liberale middelen. Niet alleen de islamitische fundamentalisten en de moslimterroristen, ook de gematigde islam. Maar gaan we dat ook doen? ‘Ga rustig slapen, beste mensen, alles is volkomen onwaar en de rest is onder controle.’ Ondanks de vele waarschuwingen voor het gevaar van de islam, willen mensen het niet onder ogen zien.
Boualem Sansal, 2084. Het einde van de wereld, De Geus/Oxfam Novib, Amsterdam, 2016 (2015), vertaald uit het Frans door Jan Versteeg, 283 pgs.