Patrick Loobuyck, hoogleraar levensbeschouwing aan de universiteit van Antwerpen en bekend opiniemaker in de Vlaamse media, maakt zich al geruime tijd sterk voor de afschaffing van het traditionele godsdienstonderwijs en de invoering van een overkoepelend vak ‘over’ de verschillende levensbeschouwingen. Geregeld roept hij (moslim)gelovigen op om de seculiere gedachte te omarmen en hun geloof binnen de seculiere rechtsstaat vorm te geven, wat op zich een nobel streven is natuurlijk.
Moraalfilosoof Loobuyck behoort tot de optimistische strekking. Zo valt in zijn opiniestukken (hij is onder meer opiniemaker bij de Vlaamse krant De Morgen) te lezen dat een groot deel van de westerse moslims seculariseert en verwestert. De teneur van zijn teksten is er een die naadloos past in de appeasende houding die de westerse wereld inneemt ten opzichte van de islam. Zo stelt Loobuyck – als fatsoenlijke sociaaldemocraat heeft Loobuyck het erg lastig om de perfide invloed van de islamitische leer aan de kaak te stellen – het wahabitisch salafisme verantwoordelijk voor de negatieve bijklank die de islam heeft gekregen. Radicalisering en salafisme zijn volgens hem niet representatief voor wat zich meer algemeen in onze moslimgemeenschappen afspeelt. De hoogleraar levensbeschouwing stelt dan ook dat jongere moslims steeds meer de westerse levenswijze omarmen en de rechtsstaat een warm hart toedragen. En dat, net zoals met de kerk is gebeurd, in de (nabije) toekomst ook de moskee zal leeglopen.
Loobuyck haalt in zijn opiniestukken wel vaker zaken aan waarvan je je kunt afvragen of ze wel stroken met de realiteit. Aan het exponentieel stijgend aantal hoofddoeken in het straatbeeld te zien – een fenomeen dat toeneemt naarmate het aantal islamitische aanslagen toeneemt – lijkt het met die secularisering en verwestersing van moslims in ieder geval niet zo’n vaart te lopen. Reken daarbij het gegeven dat verschillende onderzoeken uitwijzen dat een meerderheid van de in het Westen levende moslims achter de sharia staat en dan kom je al gauw tot de conclusie dat Loobuyck vooral zijn eigen wensen voor werkelijkheid neemt. Het ‘optimistisch geluid’ dat de Antwerpse hoogleraar graag laat horen dient dan ook eerder te worden beschouwd als een toverformule, een sjamanistische bezwering die de duistere realiteit moet afweren. Omdat het islamitische denkkader en het christelijk-humanistische erg van elkaar verschillen, en omdat Loobuyck enkel dat tweede kent, hanteert hij de christelijk-humanistische wijze van denken om de islamitische te verklaren. Het is bijna aandoenlijk (ware het niet dat het in zekere zin gevaarlijk is) om te zien hoe een ongetwijfeld intelligent iemand als Loobuyck zich als wetenschapper bezondigt aan zo’n voor de hand liggend fout uitgangspunt.
En wat betreft het invoeren van een algemeen vak over de verschillende levensbeschouwingen vraag ik mij af of Loobuyck de orthodoxe mindset van de talrijke moslimgelovigen niet onderschat (in grotere steden overtreft het aantal moslims het aantal anders- of niet-gelovigen, en al zeker in de klaslokalen.) De roep om hoofddoeken in het klaslokaal (ook voor leerkrachten), bidplaatsen in schoolgebouwen, halalvoeding in het schoolrestaurant, het schrappen van de evolutieleer en traditioneel westers geschiedenisonderwijs enzovoort, door moslimgelovigen, wijst erop dat het geloofsfanatisme bij deze groep springlevend is. Desinteresse, maar ook afkeer en regelrechte haat ten opzichte van andere levensbeschouwingen zijn inherent aan geloofsfanatisme. Dat maakt dat de kans dat de orthodoxe oogkleppen die dit soort gelovigen van bij de geboorte op hebben gekleefd gekregen zullen afvallen, bijzonder klein is. Laat staan dat deze groep supergelovigen überhaupt open zou staan voor onreine invloeden van “duivelse levensbeschouwingen”.
En zelfs al zouden we een lans willen breken voor Loobuycks rooskleurige zienswijze, dan nog zouden we met een onontkoombaar probleem blijven zitten. Want ook al is het zo dat er hier en daar moslims rondlopen die men als geseculariseerd zou kunnen beschouwen, dan nog weegt hun aantal niet op tegen al diegenen die geloven in de goddelijke missie die elke moslim moet betrachten, namelijk het vergroten van de oemma en het verspreiden van het ware geloof.
Die ‘verspreiding van het ware geloof’ vindt plaats door middel van een mars op de instellingen enerzijds (de ‘stille ruimtes’ die intussen aan zowat elke universiteit en hogeschool zijn terug te vinden vormen hiervan een schoolvoorbeeld) en politiek activisme anderzijds (eerst door binnen bestaande partijen te infiltreren en daar te ijveren voor ‘speciale rechten voor moslims’ en vervolgens door eigen partijen op te richten).
Beide manieren om de islam te verspreiden maken gebruik van de gekende truken: een overmatig gebruik van hip en inclusief jargon dat als doel heeft om zand in de ogen te strooien van goedgelovige nuttige idioten en idioten tout court, alsook het taqiyya-gewijs naar buiten dragen van de democratische principes die in westerse samenlevingen het politiek bestel kenmerken (en die op geen enkele manier conform zijn met de islam.)
Overal zien we de exponenten van deze ‘hippe-en-moderne-moslim’-trend opduiken. Geholpen door weinig snuggere sociale rechtvaardigheidsstrijders klimmen orthodoxe mohammedanen trede na trede omhoog op de trap van de politieke macht. Terwijl de modale westerse jongere op pokémon jaagt, maakt de moslimjongere jacht op politieke macht. Studentenorganisaties van islamitische denominatie zijn volop bezig schoolgebouwen in gebedstempels om te toveren, net zoals mohammedaanse politici van de politieke arena een religieuze praatbarak aan het maken zijn (politieke debatten gaan dan ook steeds vaker over hoofddoeken, moskeeën, de ramadan, het offerfeest, “islamofobie” en meer van dat soort zaken die de westerling anno 2017 enkele eeuwen terugkatapulteren in de tijd.)
Elke zichzelf respecterende mainstream krant heeft intussen een moslima danwel ‘culturele moslim’ (Abou Jahjah) opgenomen in haar columnisten-rangen. Met catchy namen zoals @smienos (de twitternaam van Yasmien Naciri, een van een hoofddoek voorziene columniste bij de Vlaamse krant De Morgen) laten social media-moslims zien hoe modern en ‘mee met de tijd’ ze wel niet zijn. In talkshows op televisie – doorgaans na alweer een islamitische aanslag – wordt aan de kijker te pas en te onpas een in textiel gehuld vrouwelijk moslimexemplaar genre Naciri geserveerd. Volledig conform de geijkte policor-geplogenheden mag de hippe moslima aan de kijker uitleggen hoe al deze islamitische miserie ‘niks te maken heeft met de islam.’ Qua postmodern surrealisme scheert ons huidig tijdvak in ieder geval hoge toppen. Je zit in je zetel te kijken naar een televisiestudio waarin een uit een 13de-eeuw begijnhof weggeplukte kwezel les zit te geven in inclusiviteit en tolerantie.
Dit type softe islamisering door middel van politiek activisme en een niet aflatende mars op de instellingen wordt geruggensteund door een toenemend aantal islamitische aanslagen. Daarbij zegt vooral de stilzwijgendheid van de ‘gematigde moslims’ meer dan 1000 woorden. Hoewel… Sommige moslims hebben wel degelijk veel te vertellen na een aanslag. Het is alleen spijtig te moeten constateren dat de inhoud van hetgeen ze te vertellen hebben steeds maar weer van een bedroevend laag en kinderlijk niveau is. Sowieso raakt de modale mohammedaan zelden verder dan de intussen welbekende infantiele complottheorieën.
Want afgaand op de commentaren die vanuit islamitische hoek telkens volgen op een islamitische aanslag, staan de terroristen via een rechtstreekse lijn in verbinding met de Mossad. Die ontvangt dan weer haar orders van een wereldwijde en door Amerika gestuurde zionistische organisatie die samenwerkt met de onvermijdelijke Illuminati. Ondersteund door een netwerk dat van elke aardbewoner een atheïst wil maken vervult deze internationale samenzwering haar islamofobe rol met verve.
En dat allemaal om die arme moslims een hak te zetten! Vandaar de lamentabele toestand waarin de moslimwereld verkeert: het ligt helemaal niet aan de doodlopende straat waar de islam onherroepelijk heen leidt, het ligt aan alle (al dan niet fictieve) anderen!
Neen, in tegenstelling tot Patrick Loobuyck heb ik er geen goed oog in. Moderniteit en islam zijn antoniemen. Het eerste kan bestaan bij de gratie van een open geest (een échte dan, niet eentje dat dat pretendeert te zijn doch enkel als excuus moet dienen om religieuze achterlijkheid te vergoelijken). Het tweede kan enkel bestaan bij de gratie van het stilzetten van de klok. Immers, elke verandering, elk klein beetje onderzoek of wetenschap, vormt een gigantische bedreiging voor het rigide maar simplistische bouwwerk waarop de islam gestoeld is. Wat meteen ook de reden is waarom islamhervormers voor hun leven moeten vrezen. Doorheen de islamitische geschiedenis is er nooit sprake geweest van een beweging waarbij moslims tot christenen of wat dan ook zijn verworden (die enkeling daargelaten.) Het tegenovergestelde daarentegen was schering en inslag. Waar hedendaagse “deskundigen” zoals Loobuyck de arrogante stelling vandaan halen dat moslims nu plotsklaps wél hun enge religie zouden loslaten om de geneugten van een andere culturele kreis te omarmen mag een raadsel heten. Er is werkelijk niks dat daarop wijst.
Wensdromen zijn mooi, maar het blijven dromen. Het islamprobleem is dermate urgent dat politieke besluitvorming niet kan blijven steken in gratuite dromerijen. De secularisering en verwestersing van de in het Westen levende moslims is wellicht iets waarop we zelfs niet moeten hopen, laat staan dat we erop zouden moeten wachten. Trouwens, hoeveel doden is dat wachten waard? Duizend, tienduizend, honderdduizend? Politici moeten kleur bekennen en durven stellen dat er iets door en door rot is aan die islamitische leer; dat de hoeveelheid problemen en de ontwrichting van onze samenlevingen die die soldatenreligie teweegbrengt nefast is voor het voortbestaan van de westerse wereld zoals wij die kennen. De dooddoener ‘dat culturen nu eenmaal veranderen’ mag geen alibi zijn om om het even wat toe te laten. De Duitse cultuur veranderde op een gegeven moment ook in een door fascisme gekenmerkte cultuur. Was dat dan ook ‘omdat culturen nu eenmaal veranderen?’