Politiek

Bonusquote: Geert Wilders 12,5 jaar beveiligd, het Telegraaf-jubileuminteriew

22-04-2017 11:51

 

“Mohammed B. had een brief voor Ayaan Hirsi Ali in Van Gogh geprikt. Maar het duurde even voor ze zo’n zelfde brief voor mij op zijn computer vonden. Later hoorde ik dat er bovendien mensen in mijn wijk in Venlo waren gesignaleerd die daar eigenlijk niet hadden moeten zijn.

Ayaans beveiliging was al langer strenger, maar ik dacht altijd: ja, maar die is kwetsbaar. Zij is een afvallige moslim. Dat was ik allemaal niet.

Ik ga niet gestrest door het leven hoor. Maar ik ben wel een expert in beveiliging geworden.

Ik denk wel een of twee keer per week: ik ben blij dat ik nog leef. Zeker als ik op campagne ben geweest. Je weet dat het iedere dag kan gebeuren dat iemand je vermoordt.”

 

Geert Wilders wordt alweer 12,5 jaar extreem beveiligd omdat zijn kritiek op de religie van vrede en tolerantie heel vreedzaam en tolerant wordt geaccepteerd door hen die zo graag deze religie van vrede en tolerantie uitdragen.

Omdat we in Nederland al veel langer dan 12,5 jaar gewend zijn aan deze vrede en tolerantie vinden we het niet eens meer zorgwekkend dat een politicus zo extreem moet worden beveiligd, alleen maar omdat hij kritiek heeft op een religie die volgens de religieuzen zelf juist een religie is van vrede en tolerantie.

In Nederland houden we sowieso wel van wat offers voor een ideologie. In oorlogen vallen nou eenmaal slachtoffers, ook in ideeënoorlogen. In Nederland zijn die traditioneel bloedig en gewelddadig.

Geert Wilders zal, kortom, tot zijn dood extreem moeten worden beveiligd omdat we in Nederland nog altijd liever doen dat de religie van vrede en tolerantie écht een religie van vrede en tolerantie is dan dat we beseffen dat we een serieus probleem hebben in dit land en dat dit probleem alles te maken heeft met die religie van zogenaamde vrede en zogenaamde tolerantie.

Interview uit De Telegraaf, integraal te lezen via Blendle.

Lees ook: Geert Wilders staat stil bij 12,5 jaar beveiliging: ‘Niet alleen ik, we staan allemaal op een dodenlijst’