Aan zelfvertrouwen ontbreekt het ze niet, daar in Rüsselsheim, Opel HQ. Dit jaar alleen al lanceren de Oosterburen liefst zeven nieuwe modellen, waarvan de Insignia Grand Sport het vlaggenschip is. Sterker nog: deze 4/5-deurs coupé wil penetreren in de premium markt, die nu nog is voorbehouden aan Audi en Mercedes. Maar dan wel met gezond verstand. Want bij deze Zuid-Duitsers betaal je zomaar 1800 euro voor een extra stukje hout of leer op het dashboard. Onzin, vinden ze bij Opel. En daar zijn wij het mee eens. Dus gebruiken ze voor het interieur her en der wat voordeliger materialen, zodat ze voor een concurrerende prijs flink kunnen uitpakken met de koets en de motor.
Dat is gelukt. De carrosserie is afgeleid van de gewaagde Opel Monza-conceptcar (met klapdeuren!) van een paar jaar terug. En die guts betaalt zich uit. De Grand Sport lijkt beslist een hinde-achtige-bolide. Hij ziet er daarnaast geprononceerd breed uit en de daklijn is sportief laag, zonder dat dit de achterpassagiers deert. Sterker nog, het voelt alsof er geen voorbanken bestaan. Je hebt er zeeën van ruimte. De bestuurder lijkt nu meer verzonken in deze auto, dan in zijn bedaardere voorganger, vooral omdat de zitpositie nu ook wat centimeters lager is geconstrueerd. Op die manier krijg je meteen ook het idee dat de hele cockpit a la BMW om je heen is geknutseld, wat het atletische aspect van deze volwassen coupé accentueert. Daarover gesproken: wij waren in de bergjes rond Frankfurt op pad met de meeste potente versie van 260 PK en een trekkracht van 400 Nm, gegeneerd door een 2.0 benzinemotor. Geen kinderachtige waarden.
Gegumd hebben wij niet (ook best lastig met die slimme allwheel-drive voorziening), maar wij kunnen garanderen dat de auto op de Autobahn lekker meedraaft (de top is begrensd op van 250 km/u). In onze dure Grand Sport-versie beschikten wij over de standaard achttraps-automaat, die niet bijzonder vlot door de verzetten loopt, maar die zeker ook niet al te sloom schakelt. Op bergweggetjes hoefden wij de flippers aan het stuur helemaal niet te gebruiken. Mag wel, uiteraard. Binnenin is het overigens weer high-tech galore, inclusief Opel’s inmiddels bijna vertrouwde Wifi-hub en de Onstar-voorziening, die je een lekker restaurant in Tbilisi kan aanbevelen, maar die bij een ongeluk ook een vloot hulpdiensten op je afstuurt. Een fijn idee.
Ofschoon wij voorspellen dat deze bereikbare slee veelvuldig gaat opduiken op ’s Neerlands dreven (Opel is niet voor niets marktleider), kan de semi-premium-prospect kiezen uit veel modellen. De betaalbare vier/vijfdeurs-coupé blijkt plots overvol. Angstgegner VW komt binnenkort met de Arteon (een verlaagde Passat) en Kia dubt over de lancering van de fraaie Stinger in Nederland. Concurrentie genoeg derhalve, maar daar heeft Opel een USP op bedacht: kleurtjes. De Insignia Grand Sport wordt leverbaar in elke lak denkbaar, van Derrick-lichtgroen tot KLM-blauw. Je hoeft je een kiekje van je favoriete tint (het Feyenoord-uitshirt, de vacht van je kater) maar naar Rüsselsheim te sturen en zij gaan er als een soortement Rembrandt mee aan de slag. Tegen een plustarief, uiteraard. Wellicht wordt deze Insignia daar dan plots wel duur van, maar de stickerprijs voor de basisversie (de 1.5 benzine met 140 PK) is met €33.695 fideel. Business Class voor een economy prijs.
