Wiel (Huub Stapel) wordt op z’n 62e dement en vrouw Lies (Henriëtte Tol) lijdt er hevig onder. Niet langer deelt het Limburgse stel geheugens met warme herinneringen aan de vele samen genoten Pinkpopfestivals. Langzaam sterven, begeleid door de prachtige melancholische live muziek van Rowwen Hèze en schitterende zwart-wit beelden van blakend zwarte kompels en Pinkpop op een achtergrondscherm.
Ellendiger nog, de laatste levendige herinnering van Wiel is die van de aanvankelijke keuze van zijn toen 17-jarige Lies voor zijn maatje Tjeu (Michel Sluysmans), tijdens hun eerste Pinkpop van 1979. Want Tjeu zoekt het avontuur en trekt de wijde wereld in terwijl Wiel in het toen oersaaie Limburg blijft om voor moeder te zorgen. Vaderlief kwam immers om door de desastreuze ramp met de naftakraker van DSM (1975).
Na zes jaar, weer tijdens Pinkpop, stuit Lies toevallig op Wiel en kiest voor hem. Want Tjeu is aan de drugs geraakt na een mislukte poging door te breken als ‘singer-songwriter’. Jonge Lies (Suus Seegers) in haar bloesje in de stromende regen op het podium, laverend tussen Tjeu en Wiel, levert een onvergetelijk beeld op.
Zo ontrolt zich gedurende bijna twee uur het ‘tragikomisch liefdesverhaal’ waarin heden en verleden in elkaar overgaan, zij het meer realistisch dan hallucinerend. Voor Wiel is geen jonge versie ingezet voor zijn verleden, dat spreekt uit zijn beurtelings heldere en vage herinneringen. Hij wil nog gewoon met Lies naar Pinkpop, maar kan zich de namen van de spullen die hij in de garage zoekt niet meer herinneren, en zet z’n eindelijk gevonden tent per ongeluk in de fik.
De instemming van Rowwen Hèze om mee te doen, en van Jack Poels om ‘even’ hele mooie passende nieuwe nummers te componeren, is geweldig. De climax is een synchroon nummer (Blieve Loepe) van Pinkpop van 1992 in video en nu live gespeeld. We zien het nagenoeg intact gebleven jonge koppie van accordeonist/pianist Tren van Enckevort en 25 jaar aantasting door de tijd van drummer Martin Rongen (uitdagend in korte broek).
Nostalgie in beeld met The Police in 1979, het losgaan van Bruce en Steve in 2012 en de legendarische sprong van Eddie Vedder in 1992. Dat laatste helaas zonder de muziek van Pearl Jam. Dat mag de pret niet drukken voor de naar nostalgie hunkerende (ex-)Pinkpoppers in de zaal, die zich laten onderdompelen in een bad vol Limburgse liefde en na afloop mijmerend bier uit flessen drinken.
Zo slagen artistiek leider en regisseur Servé Hermans, adviseur Theu Boermans en tekstschrijvers Frans Pollux en Jibbe Willems erin om een prachtige voorstelling te maken met Toneelgroep Maastricht, met dank aan Rowwen Hèze . Voor sommigen wellicht over de rand van wat sentimenteel nog te verdragen is, en in recensies ook ‘soap’ genoemd.
Maar de intrige van de grote klassieke toneelstukken is veelal weinig complexer. En nu komt de door Stapel, Tol, Seegers en Sluysmans sterke gespeelde ellende van vroege dementie en vergane hoogtij van het leven pittig aan bij de zaal vol met pre-bejaarden.
Toch was het bericht van het ‘dunne verhaal’ en ‘volkstoneel’ wellicht de reden dat in het Zuiderstrandtheater op Schevingen de zaal zaterdag voor een derde leeg bleef. Juist de Haagse (elitaire?) toneelliefhebbers, verwend met Het Nationale Toneel, leken te zijn weggebleven. Onterecht en jammer. Vooral de oudere fans van Pinkpop en Rowwen Hèze bezochten deze fraaie voorstelling. Ook overgekomen uit Limburg, inclusief de levende legende Jan Smeets. (Zelf bofte ik, als fan van klassiek ‘elitair’ toneel, maar ook van Rowwen Hèze, van beeldende oude fotografie en video, en levend met prachtige herinneringen aan concerten en festivals vanaf 1978).
Wel een punt van kritiek, meer dan een detail: de teksten van de liedjes en conversaties in het Limburgs staan in Nederlandse vertaling als tekst op het achtergrondscherm. Niet enkel verziekte dat de foto’s en video, maar ook m’n beleving. Rowwen Hèze maakt prachtige klankpoëzie waarvan je niet alles hoeft te verstaan, noch heb ik behoefte aan letterlijke tekst van toneelconversaties in fraai Limburgs.
‘Publiek wil de tekst helemaal kunnen begrijpen’, luidde na afloop het excuus. Toon de tekst voor deze arme zielen dan eventueel in een lichtkrant boven het toneel die je makkelijk kunt negeren, maar maak liever geen knieval voor publiek dat alles letterlijk moet begrijpen. Als dat al zo is, want bij kunst – zelfs bij ‘volkskunst’ – tellen de diepte indrukken. En die zijn bij deze voorstelling Pinkpop krachtig, zonder vertaling in beeld.
Pinkpop, gezien op 29 april 2017 in het Zuiderstrandtheater, nog tot 24 juni in het hele land te zien.
Titelfoto: Ben van Duin