In Duitsland is sinds afgelopen zondag wat ophef ontstaan. In ‘Bild am Sonntag’ had CDU-minister Thomas de Maizière een oproep gedaan om gezamenlijk de Duitse ‘Leitkultur‘ te definiëren. Volgens hem hoorde in ieder geval de burka daarin niet thuis: “Wir sind kein Burka!” Wat volgde was een soort lacherig sfeertje op social media en in de kranten – voornamelijk vanuit links-liberale hoek. Genoemd werden de sandalen met sokken, ribvesten, jagershekken, wc-rollen op de hoedenplank van een Opel, een harde zakdoek vol snot, wachten in de rij tot je een ons weegt en optrekken naar 70 km/per uur als je voorbij een kleuterschool rijdt.
In deze storm van grappen, een ‘Witzsturm’, die volgens velen vooral bestond uit ‘komische, jaren tachtig clichés’ zouden ook allochtonen zich hebben gemengd die ‘daarmee bewezen goed geïntegreerd te zijn in de SPD-ambtenarensatire’.
Dagblad Die Welt vroeg naar aanleiding van de ophef sociologie professor Ruud Koopmans om een reactie: heeft Duitsland een ‘Leitkultur’, een dominante cultuur?
“Niet alleen Duitsland, elk land ter wereld heeft een dominantie cultuur nodig, en stabiele naties hebben ook een nationale cultuur. Dat is de hele reden waarom er überhaupt zoiets bestaat als Duitsland of Nederland. Waarom wilde Duitsland zich opnieuw herenigen, waarom wilden de Nederlanders vierhonderd jaar geleden onafhankelijk van de Spanjaarden worden? Omdat men iets gemeenschappelijks heeft, dat men graag uitgedrukt ziet in de openbare ruimte en gemeenschappelijke instituties. Helaas willen de tegenstanders van zo’n Leitkultur in de openbaarheid aanspraak maken op hun morele superioriteit en zo de verdedigers ervan devalueren als ‘rechts’ en ze belachelijk te maken. Om dat idee open te breken: ik ben juist blij met een debat over de dominante cultuur.”
Koopmans wordt gevraagd waarom men in plaatsen in Duitsland, waar bijvoorbeeld meer dan 80 procent van de kinderen een migratieachtergrond heeft, zich aan de Duitse cultuur zou moeten aanpassen.
“De oorspronkelijk Duitse kinderen zijn in meerdere stadsdelen en scholen in de minderheid, maar de Duitse cultuur moet ook in die context voorrang hebben. In het ‘Leitkultur’-debat gaat het om taal, symbolen, zoals de handdruk en de burka. Voor mij is iets specifiek Duits de omgang met het verleden. De historische erfenis van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, dat is Duitse ‘Leitkultur’. Men kan niet Duits zijn zonder zich voor de Holocaust te schamen. Dat is gewoon niet mogelijk. Er zijn immigranten die zeggen dat ze als Duitser willen worden behandeld, maar als de Holocaust in de klas wordt behandeld, zeggen ze daarmee niets te maken te hebben, omdat het niet hun voorouders zijn geweest. Als ze zich antisemitisch uiten of het recht van bestaan van Israël ontkennen, kunnen ze niet tegelijkertijd eisen als Duitser te worden behandeld.”
Op de vraag of een debat over de Duitse cultuur niet een teken van zwakte is van de Duitse identiteit antwoordt Koopmans dat het eerder een teken is dat nationale culturen bedreigd worden door de globalisering.
“Door de Europese en wereldwijde integratie staat de natiestaat economisch en cultureel onder druk. Immigratie wordt als het meest zichtbare en beïnvloedbare factor van de globalisering waargenomen, dat is waarom er zoveel verschil van mening is tussen mensen, tussen degenen die graag deel uitmaken van een nationale cultuur en degenen die kosmopolitische critici zijn van de sterke natiestaat. In Nederland loopt het debat onder de naam ‘de Nederlandse cultuur’, daar zegt men niet ‘Leitkultuur’, maar het gaat om hetzelfde.
Het is belangrijk om het juiste evenwicht te vinden tussen respect voor de culturen van immigranten en de erkenning van de specificiteit van Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië. Dit zijn geen willekeurige kwesties. Dit zijn landen met een lange geschiedenis, die hun gemeenschappelijke cultuur en identiteit hebben, en de meeste mensen willen dat deze culturen ook behouden blijven, niet onveranderd, maar wel dat ze zich blijven ontwikkelen in een historische continuïteit.”