Longread

Reformatie binnen de islam in context van christelijke Reformatie

03-05-2017 14:38

Analyses inzake veiligheid en terrorisme, mislukte integratie en sociaaleconomische problemen zijn er meer dan genoeg. Sonja Dahlmans vindt dat de islam nu eindelijk eens langs de theologische kant moet worden benaderd. Het gaat bij de islam immers om de theologie die eeuwenlang de cultuur, politiek en rechtspraak heeft beïnvloed, zoals het christendom en het hellenistische denken op onze cultuur en maatschappij van invloed zijn geweest.

Hirsi Ali bepleit in haar nieuwste boek een reformatie binnen de islam. Zij is niet de enige die deze mening is toegedaan, er zijn meerdere wetenschappers, beleidsmedewerkers, politici en opiniemakers die allen pleiten voor een reformatie binnen de islam. Als voorbeeld voor een dergelijke verandering wordt dan altijd naar het christendom gewezen; daarbinnen was ook een reformatie mogelijk dus moet dat binnen de islam toch ook kunnen, luidt het steevast. Men gaat er dan vanuit dat de Reformatie een diepe wens was binnen de kerk om te moderniseren of dat men de tekst uit de Bijbel minder letterlijk wilde nemen. Dergelijke aannames hebben niets te maken met de beweging van de Reformatie en het is van wezenlijk belang om te weten waar deze echt over ging. Gemakkelijke aannames zullen de problemen waar wij nu mee te maken hebben niet oplossen, het idee dat alle religies gelijk zijn ook niet. Deze ideeën komen voort uit een totaal gebrek aan theologische kennis en dat is levensgevaarlijk, zoals de theoloog dr. Mark Durie al eens zeer treffend heeft gezegd.

Kernbegrippen christelijke Reformatie

De Reformatie binnen het christendom ging uit van Maarten Luther, die van binnenuit (hij had nooit de wens uit de Rooms Katholieke Kerk te treden noch om een nieuwe kerk te stichten) een aantal veranderingen wilde bewerkstelligen. Luther pleitte voor Sola Gratia, Sola Fide en Sola Scriptura. Alleen door geloof en de gratie Gods kon men in de hemel komen en niet via de aflaat die de Kerk verkocht. Veel geestelijken kenden de Bijbel niet, maar lazen de zogenaamde tradities; de werken van kerkvaders als Van Aquino, Augustinus, Anselm enzovoort en wat deze hadden geschreven over de Bijbel. Luther wilde terug naar de bron van het christendom, de Schrift (sola scriptura), en hij vond dat theologen zelf de Bijbel moesten lezen en dat deze ook voor de gelovigen beschikbaar moest zijn in de volkstaal. De Reformatie vond plaats in een tijd van veel maatschappelijke veranderingen en het was het Calvinisme dat zich goed aan deze moderniseringen wist aan te passen.

Sola gratia

Precies in het zo kenmerkende idee van de Reformatie (sola gratia, sola fide, sola scriptura) schuilt het probleem met een reformatie binnen de islam. De Bijbel schrijft inderdaad dat ieder mens afhankelijk is van de gratie van God voor zijn redding (sola gratia). Zie daarvoor bijvoorbeeld Romeinen 9:14-16, Efeziërs 1:7, Exodus 33:19, Romeinen 5:15-17 of Titus 2:11. Christus zei volgens Paulus: “Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid” (2 Korintiërs 12:9). Geloof zonder goede werken, zo staat er, is dood, maar dan goede werken door een intrinsieke verandering en geholpen door de Heilige Geest (dus geen goede werken om er een plaats mee in de hemel te kunnen verwerven, en geleid door de Geest Gods). De mens kan niet door zijn eigen goede werken in de hemel geraken. Dit was een zeer belangrijk deel van de christelijke Reformatie zoals gezegd, de islamitische doctrine leert nu juist het tegenovergestelde hiervan.

‘Jihad is de beste manier om zeker te zijn van een leven in het hiernamaals’

In het christendom is er een goddelijk heilsplan dat de gehele mensheid omvat, in de islamitische theologie is elk individu voor zijn eigen goede en slechte daden verantwoordelijk, een universeel goddelijk heilsplan is er niet, ook geen belofte van verlossing voor allen. De gelovige moslim verdient ‘baraka’ (‘بركة’, ‘zegen’) en hoopt dat aan het eind van zijn of haar leven de balans tussen de goede en de slechte daden, bijgehouden door de engelen op je schouder genaamd Atib en Raqid, positief zal doorslaan wanneer het eindoordeel geveld zal worden. Dit is in de islamitische doctrine een onzekerheid, de gelovige is er nooit zeker van in het paradijs te komen. Bovendien zullen volgens de islam alle mensen, ook moslims, naar de hel gaan, maar moslims zullen daar uiteindelijk worden weggehaald. Men moet vervolgens over een messcherpe brug lopen en onderweg kun je daar nog vanaf vallen, terug in de hel. Daarna volgt het eindoordeel, dus ook wanneer men veilig de overkant van de brug heeft bereikt, is men nog steeds niet zeker van het eeuwige leven.

Een uitzondering is er voor profeten en jihadi’s (hoewel de profeet van de islam, Mohammed, volgens de Hadith zegt niet te weten of hij naar het paradijs zal gaan). Jihad is de beste manier om zeker te zijn van een leven in het hiernamaals en de jihadist kan zelfs bemiddelen voor zijn familie (Koran 3:169-170, Koran 8:15-16, Koran 4:95, Abu Dawud 14:2515, Sahih Bukhari 52:46, Sahih Muslim 20:4649 en verder). Goede werken en gehoorzaamheid aan Allah en Mohammed zijn er dus om het eigen vege lijf te redden, niet om goed te willen doen om het goed doen zelf. Bovendien wordt er met goede werken in beide religies iets compleet anders bedoeld..

Sola fide

Op verschillende plaatsen in de Bijbel wordt het idee sola fide, (‘alleen door geloof’), beschreven. Denk bijvoorbeeld aan de blinde vrouw die weet en vertrouwt dat zij genezen zal zijn wanneer zij een stukje van de mantel van Christus maar kan aanraken. Jezus draait zich om en zegt: “Dochter, je geloof heeft je genezen.” Het meest bekende voorbeeld is uiteraard dat van de moordenaar die naast Christus aan het kruis hangt, hij gelooft dat Jezus naar de hemel zal gaan en dat Jezus de Christus is. Door dit geloof zegt Jezus dat zij beiden diezelfde avond al in het paradijs zullen zijn (en dus niet over een brug moeten lopen na enige tijd in de hel te hebben doorgebracht). Duidelijk wordt dit idee, sola fide, in de tekst in Romeinen waar staat dat eenieder die met zijn mond verklaart dat Jezus Heer is en in zijn hart gelooft dat God hem uit de dood heeft doen opstaan, gered zal worden (Romeinen 10:9-10), want, zo staat er, “als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig verklaard worden.”

Binnen de islam geldt dat er redding komt door geloof (‘imam’ in het Arabisch) en door goede werken (‘deen’ in het Arabisch). Deze goede werken komen echter niet voort uit een intrinsieke, door de Heilige Geest geleide wil om goed te doen, maar uit totale gehoorzaamheid aan Allah en zijn boodschapper Mohammed. Deze zei dat er over de Heilige Geest weinig bekend is (terwijl deze in de Bijbel vaak wordt genoemd), bovendien claimen moslims dat de tekst waarin Jezus de komst van de Heilige Geest aankondigt over Mohammed gaat. De Bijbel leert dat Christus de gelovigen niet alleen zal laten, maar hen een helper zal sturen die voor eeuwig bij hen zal zijn, de Heilige Geest. De moslim heeft alleen Mohammed, zijn uitspraken, zijn daden, zijn hulp, dit is een complete overgave en afhankelijkheid aan één persoon voor hun leven hier en in het hiernamaals. Hoe gelovig je ook bent, Allah kan je, wanneer hij wil, op een dwaalspoor brengen volgens de Koran. In Johannes 11:40 zegt Jezus dat “eenieder die gelooft de glorie van God zal zien”.

‘De christelijke gelovige moet geloven en vertrouwen, de islamitische gelovige geloven en gehoorzamen’

Fallah

Dit alles heeft te maken met het verschil in opvatting tussen beide religies over het menselijke probleem; de Bijbel vertelt over de erfzonde en de onmogelijkheid van de mens zichzelf hiervan te verlossen. Door zijn dood aan het kruis en zijn wederopstanding, heeft Christus de mens verlost. Wat de christen daarvoor terug moet doen, is dit geloven. De islam gelooft niet in de erfzonde (hoewel de Hadith van Bukhari 8.611 en Bukhari boek 6, volume 60, Hadith 262 dit tegen lijken te spreken) maar gelooft dat mensen door leiding van het perfecte voorbeeld van Mohammed, succesvol zullen zijn (fallah in het Arabisch). De Koran schrijft bij herhaling dat de gelovigen in Mohammed een perfect voorbeeld hebben om te volgen, hij leidt hen op het juiste pad (sharia betekent ook het juiste pad). Om zijn voorbeeld te kunnen volgen, volstaat het lezen van de Koran niet, maar is de zogenaamde soenna van Mohammed nodig; de Hadith en de Sira, want je moet weten wat Mohammed gedaan en gezegd heeft om hem te kunnen volgen.

Succes, fallah, is een zeer belangrijk theologisch begrip binnen de islam; de Koran spreekt veelvuldig over zij die succes zullen hebben en degenen die zullen verliezen. De beloning in het christendom is om weer met God verenigd te zullen worden, na de zondeval was dit onmogelijk, maar door het offer van Christus is dit weer mogelijk geworden De beloning voor de moslim is een paradijs met hoeri’s, seks, wijn, eten, goud en zilver.

 

Geloven en gehoorzamen

Succes zit ook in de behoefte binnen de islam om te domineren, deze dominantie wordt gezien als victorie, overwinning voor de islam. De ongelovigen, de verliezers, wacht een hel met vuur, kettingen, geroosterd worden, straf, vlammen, boeien en andere kwellingen (Koran 84:12, 85:10, 76:4, 74:26, 83:16 en verder). Niet bij de verliezers willen horen is ook iets dat meerdere keren in de Koran wordt benoemd, het verschil in beloning voor hen die succesvol zijn en de straf die de verliezers wacht, is evident. Succes zit ook in de behoefte met meer te zijn, denk maar aan wat de president van Turkije, Erdogan, onlangs zei. Hij moedigde Turken in West-Europese landen aan niet maar één of twee kinderen te krijgen, maar vijf. Wanneer je de overhand hebt ben je succesvol.

Kort gezegd; de christelijke gelovige moet geloven en vertrouwen, de islamitische gelovige met name geloven en gehoorzamen. De God van de Bijbel zendt Zijn Heilige Geest uit omdat Hij weet dat de mens zelfstandig niet kan veranderen. Dit heeft ook te maken met het idee uit de Bijbel dat de mens is geschapen naar het beeld van God en de opdracht uit het Oude Testament die uit die gedachte volgt: “Wees heilig, want ik, de heer, uw God, ben heilig” (Leviticus, 1 Petrus). Dit principe dat de mens is geschapen naar Gods beeld kent de islamitische doctrine niet. De islamitische god laat de gelovige alleen met het voorbeeld van een ander mens, Mohammed, die men moet navolgen in alles wat Hij deed en zei.

Charlie Hebdo

Dit schept een totale afhankelijkheid van één man. Niet alleen navolgen in spirituele zaken, maar zelfs over met welke voet men de deur het eerste binnen stapt, hoe men het haar draagt, wat men voor kleding draagt, hoe men zich wast etcetera. In het Christendom is Jezus de weg, zoals Hij zelf ook gezegd heeft, in de islam is Mohammed de weg of leidt Hij de gelovige de juiste weg. De christelijke God is dichtbij, in de figuur van Jezus van Nazareth en in de Heilige Geest, de god van de Koran blijft altijd op afstand. Het enige wat de gelovige moslim weet dat hij of zij moet doen, is Mohammed volgen, Allah zelf is absoluut transcendent.

De Bijbel spreekt van redding, de Koran spreekt van succes. Wanneer je dus als moslim afhankelijk bent van Mohammed voor je leven hier en in het hiernamaals, en je dus eenvoudig gezegd ethisch aan Hem verbindt, wordt het onmogelijk Hem te bekritiseren. Daar komt nog bij dat Jezus zich vrijwillig liet vernederen, bespotten en bespugen en vroeg om de vergeving van hen die dit deden. Niemand mag Mohammed bespotten, niet volgens islamitisch recht en niet volgens islamitische teksten, op straffe des doods. Dit hebben wij in de afgelopen jaren kunnen zien door onder andere het uitmoorden van de Charlie Hebdo-redactie en tijdens de rellen die uitbraken na de Mohammed-cartoons. De angst kritiek te uiten is niet onterecht, zo is meermalen gebleken, de angst je uit te spreken is net zo goed een vorm van terreur als de terroristische aanslagen dat zijn Christus zei in Mattheus tegen één van zijn discipelen dat hij zijn zwaard weg moest doen omdat “hij die een zwaard trekt door het zwaard zal sterven”. Mohammed zei: “Mij is victorie gegeven door middel van terreur.”

Een christen is voor zijn zielenheil verbonden aan de ethiek, het voorbeeld van Jezus (en dus niet aan de mensen of de wetten uit het Oude Testament), de moslim aan Mohammed. Dit wezenlijke verschil reformeer je niet even één, twee, drie, want dan zal je Mohammed moeten reformeren. Waarom zou je dat laatste bovendien doen wanneer het eeuwige, onveranderlijke woord van Allah, de Koran, zegt dat Mohammed perfect was? Hoe overigens mensen kunnen blijven beweren dat terreur niets met de islam te maken heeft, is gezien de bovenstaande uitspraak van Mohammed raadselachtig.

Sola scriptura

Kennelijk zijn de roepers om een islamitische reformatie van mening dat er na de Reformatie minder problemen waren met het christendom; waarom zou je anders er steeds naar verwijzen en hopen dat dit binnen de islam ook mogelijk is? Daar wringt de schoen, hij knelt behoorlijk. Ten eerste wordt het zelf mogen interpreteren van de Koran binnen de Koran verboden, ten tweede is nu juist de tekst in de Koran – en het te letterlijk nemen daarvan – het probleem volgens de voorstanders van een islamitische reformatie. Je kunt niet zeggen dat men de tekst niet te letterlijk moet lezen en tegelijkertijd vragen om een reformatie zoals het christendom die had, die juist inhield terug naar de brontekst te keren. Dat is een contradictio in terminus.

De vertaling van de Koran, zoals Luther beoogde met de Bijbelvertalingen in de eigen taal, is een ander probleem. Een groot deel van de moslims is het oude Arabisch waarin de Koran is geschreven niet machtig en moet deze tekst van buiten leren, maar vaak weet men niet wat men opdreunt. Hiervoor is de gelovige afhankelijk van de geleerden. De Reformatie hield nu juist, zoals ik hierboven schetste, het tegenovergestelde in. Er wordt aangenomen dat de vertalingen uit het Arabisch geen vertaling zijn maar een interpretatie van wat er staat, de echte Koran is de Arabische versie.

Islamitische superioriteit

Daarnaast wordt de Koran geduid door de tafsir, de uitleg bij de Koranteksten, veelal die van Ibn Kathir, het leven van Mohammed (‘Sira‘) en door de overlevering van wat hij gezegd zou hebben. Dit is een veel complexere materie dan het vertalen van één boek, de Bijbel, en het aan de gelovige overlaten dit zelf te kunnen lezen en begrijpen. Wanneer je als christen wilt weten wat Jezus van Nazareth zei en deed hoef je alleen de vier evangeliën te lezen. Bovendien gaat het navolgen van Christus over spirituele begrippen als naastenliefde, nederigheid, eerbied en barmhartigheid, niet om het tot in de kleinste details nadoen van wat Jezus at, dronk, hoe hij zich waste of zich kleedde. Opvallend detail hierbij is dat het nu net de Koran is die van zichzelf zegt een helder en licht boek te zijn, terwijl het zonder de andere boeken, de Soenna van Mohammed en de tafsir, niet mogelijk is goed te kunnen begrijpen.

De islamitische superioriteit en de wens dat de islamitische wetten over de hele wereld zullen gelden, staan letterlijk in de Koran (Koran 3:85, Koran 5:48, Koran 9:33), daar is geen woord verkeerd van geïnterpreteerd. Het geloof in de eigen superioriteit, het sterke wij-zij denken (gelovigen versus ongelovigen), het idee dat geweld en terreur een toegestaan middel zijn om het einddoel, de implementatie van de islamitische wet, te bereiken, staan doctrinair vast als een huis.

Kerk en Staat

Ook de scheiding tussen kerk en staat is binnen de christelijke context veel gemakkelijker te verwezenlijken, denk maar aan de verdeling van taken tussen de broers Mozes en Aaron. De één de politiek leider, de ander de geestelijk leider van het volk Israël. We zien dit ook terug in het Nieuwe Testament, Mattheus 22: “Geeft dan de keizer wat des keizers is en aan God wat van God is.” Binnen bijvoorbeeld de Byzantijnse Kerk is deze scheiding tussen Kerk en Staat zeer helder.

Mohammed was zowel geestelijk leider als politiek leider en leidde zijn gelovigen ook in ettelijke veldslagen. Dit is geen kwestie van een verkeerde interpretatie, maar een historisch feit. Vandaar dat de islam ook politiek en juridisch is; Mohammed vervulde namelijk deze drie verschillende rollen, terwijl Christus daar juist afstand van nam door te zeggen dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld was. Mohammed veroordeelde mensen, Jezus liet zich vrijwillig veroordelen:“Zou ik de beker die de Vader mij gegeven heeft niet drinken?” (Johannes 18). Het is evident dat deze zo verschillende voorbeelden een verschillende theologische doctrine ontwikkelen. Bovendien is er een wezenlijk verschil tussen een orthodoxie als het christendom en een orthopraxie als de islam.

Conclusies

De vergelijking met het christendom en de Reformatie binnen het christendom gaat voor de islam niet op. Alle religies zijn nu eenmaal niet gelijk, religieuze boeken en theologische doctrines ook niet. Er zal dus iets anders moeten gebeuren, namelijk kennis van de islamitische teksten, de bereidheid deze openlijk te bespreken en mogen bekritiseren en kritiek kunnen uiten op de Koran en Mohammed. De zogenaamd ‘gematigde moslim’ is immers ethisch aan dezelfde Mohammed verbonden als de moslim die men extremist of islamist noemt.

Pas wanneer er kritiek op zowel de Koran als Mohammed en zijn handelen mogelijk is van alle kanten, binnen en buiten de islam, kan er verandering plaatsvinden. Dat vergt grote moed en vastberadenheid van iedereen. moslim, christen of atheïst. Iets wat de reformanten in het christendom destijds zeker hebben getoond. “Ich stehe hier und ich kann nicht anders”, zei Luther.

De zogenaamde gematigde moslims zullen moeten leren omgaan met kritiek op hun religieuze teksten en niet steeds ontkennen wat er staat geschreven en wordt gepreekt, zodat een echte dialoog daadwerkelijk mogelijk is De verwarring die is ontstaan door het geweld van terroristen aan de ene kant en de ontkenning en het ontlopen van elke verantwoording voor de religieuze teksten aan de andere kant moet ontrafeld worden.

Kritiek is men binnen de islam niet gewend; niet alleen is het verboden in de islamitische traditie, maar ook werd vanaf het prilste begin gezien als een grote wandaad een moslim te doen twijfelen aan zijn of haar religie. Via het pact van Omar werd de moslimgemeenschap beschermd tegen het zelfs maar hoeven aanschouwen van andere religieuze symbolen; deze mochten niet zichtbaar zijn, kerkklokken mochten alleen zeer zachtjes luiden, zelfs de doden van andere religies mochten niet in de buurt van een moslim worden begraven. Kritiek leren incasseren wordt dus nog een hele kluif, maar dat wil niet zeggen dat wij het daarom maar moeten nalaten.

Tenslotte moeten wij zelf af van het idee dat alle religies het goede prediken, en dat slechts een enkele dwaling de boodschap verkeerd uitlegt. Deze aanname kan worden weerlegd door openlijk te praten over wat de religieuze teksten en de daaruit ontwikkelde doctrine leren. Politici, journalisten, opiniemakers, terrorisme-experts die niets over de islam weten, zouden er geen uitspraken over moeten doen. Het publiek is afhankelijk van de informatie die zij geven en vertrouwt op hun expertise, zij zouden zich van deze verantwoordelijkheid bewust moeten zijn. Dit geldt ook voor de wil onder journalisten om serieuze, kritische vragen te stellen over de islam en vaker te luisteren naar islamcritici. Tot het zover is, alle pogingen daartoe ten spijt, blijft het woestijnzand toch woestijnzand; droog en onvruchtbaar.