Lokale politici waarschuwen hun landelijke partijgenoten voor een samenwerking met GroenLinks. De Telegraaf deed een rondgang langs lokale afdelingen van partijen. In de landelijke politiek zat GroenLinks nog nooit in een coalitie, maar op lokaal niveau werkt de partij wel samen met anderen. De krant tekende de ervaringen van mogelijke coalitiepartners op, die blijken niet zo positief over de ‘groene’ partij. ‘Goedbedoeld wensdenken’ van de partij is in de praktijk vaak niet werkbaar.
Fractievoorzitter Wybren van Haga van de VVD in Haarlem constateert dat GroenLinks liever de hele binnenstad failliet laat gaan “om maar auto’s te weren”. Het CDA in Wageningen mort nog over de Panda’s bij het dierenpark in Rhenen. Er is massale belangstelling voor de dieren, maar parkeren wordt een drama omdat de GroenLinks-fractie niet bereid is “om wat extra parkeerplaatsen beschikbaar te stellen”.
De partij denkt volgens lokale coalitiepartners en andere politici liever in beperken dan aanpakken. Zeker als het op het wagenpark aankomt. In Leidschendam is het voorstel van de partij om slechts bepaalde bestuurders, met een pasje, over oude bruggen te laten in plaats van een nieuwe brug te bouwen.
In andere steden zorgt GroenLinks er voor dat de sollicitatieplicht niet wordt opgelegd en in Nijmegen zijn andere partijen niet te spreken over de lastenverzwaringen van de lokale ‘tomatencoalitie’. Daar zijn kosten doorgeschoven van huurders naar verhuurders. Dat ontlokte aan D66-politicus Tobias van Elferen de uitspraak: “Het liefst zouden ze ons in Nijmegen nog inkomensafhankelijk laten poepen”.