Kan Europa de nieuwe golf van populisme overleven? De Franse schrijver, filmmaker en filosoof Bernard Henri-Lévy zegt van niet. Want de kern van populisme is het verlangen Europa te vernietigen – populisme is in feite een bende. ‘There is fight to death, to last blood, between populisme and Europe‘, zegt hij. Hij legt een verband tussen de opkomst en winst van het populisme en het gevaar voor het voortbestaan van Europa. Maar er blaast een nieuwe wind door Europa, zegt hij, want sinds de overwinning van Emmanuel Macron is er voor het eerst een punt, of in ieder geval een komma, gezet achter ‘de golf van populisme’. Europa staat hiermee op een kruispunt, aldus Henri-Lévy, en dat vindt hij hoopvol voor de democratie van Europa.
Journalist Douglas Murray, de schrijver van ‘The Strange Death of Europe‘, ziet het anders. De overwinning van Macron zien als ‘populisten verslaan’ heeft een keerzijde, zegt hij. Hij noemt dat heel veel populistische kwesties die publiekelijk besproken zouden moeten worden tegenwoordig ‘off limits’ zijn. En het gaat dan om kwesties die mensen behoorlijk bezighouden. ‘7 procent van de Duitsers associeren Islam met tolerantie. In Frankrijk kijkt 73 procent heel negatief naar Islam, en dat was voor de aanslagen, in 2013. In Nederland zei 63 procent dat er ‘genoeg islam’ is’. Douglas legt de onvrede in cijfers over.
Dat werpt een belangrijke vraag op voor de politieke elites, zegt Murray.
“Er is een neiging om het als een perceptie-probleem te zien: mensen zien het niet goed en dat moet rechtgezet worden. (…) Het probleem is niet dat mensen dat zeggen vanwege een soort populistische fantasie, het is ook niet dat hun perceptie het probleem is, maar dat de feiten zijn veranderd. Maar de politieke elite vertelt ze dat het aan hen ligt. (…) Er is weliswaar een verandering van retoriek, zoals bij Mark Rutte die zei ‘rot maar op’, maar dat is niet perse goed, want het leidt niet tot actie, en je kunt het publiek wel een tijdje meekrijgen met die retoriek, maar tenzij de realiteit verandert is het onmogelijk dat de politieke elite en het publiek elkaar zo zullen gaan ontmoeten”.