Slechts 1 op de 10 inwoners van de Duitse stad München vindt islam een prima godsdienst en ziet geen bezwaren of problemen. Dat is gebleken uit een onderzoek van de Ludwig-Maximilians-Universität in München (in opdracht van de gemeente, het ‘Centrum voor Democratie tegen rechts-extremisme, racisme en misantropie’). In een representatieve enquête werden respondenten gevraagd om hun goed- of afkeuring aan te geven bij de volgende drie uitspraken over islam/moslims:
“De islamitische cultuur past goed in Duitsland”
“De gewoonten en tradities van de islam geven me de kriebels”
“Er zijn te veel moslims in Duitsland”
Met die vragen lijkt me niet zoveel mis, het zijn ook de vragen die veel mensen bezighouden, maar wie van kerngezonde mening is dat de islamitische cultuur – waaronder het stenigen van vrouwen – niet in Duitsland past en dat het (oproepen tot) doden van ongelovigen en homo’s hem of haar de kriebels bezorgt – dan is dat volgens het onderzoek ‘vijandig jegens moslims’. Oftewel gewelddadig. Tot zover het peilen van de stemming dus, de ‘onderzoekers’ gaan gelijk weer over op het framen, beschuldigen en wegzetten van bezorgde burgers als racisten en xenofoben.
‘Moslimvijandige mensen’, aldus de onderzoekers “ondervinden gevoelens van dreiging en hebben een negatieve houding ten opzichte van een groep moslims, hun cultuur en hun bezigheden”. Het klinkt allemaal erg als het ‘oude vrouwtjes die op klaarlichte dag niet meer over straat durven-syndroom.’ De uit drie vragen aangetroffen ‘moslimvijandigheid’ en ‘islamofobie’ wordt vervolgens in het onderzoek geschaard onder de oudere term ‘Gruppenbezogenen Menschenfeindlichkeit (GMF)’ oftewel, groepsgerichte vijandelijkheid. In de studie schrijven ze: “De onderliggende definitie van GMF luidt dat mensen als ongelijk worden geclassificeerd op grond van hun vermeende lidmaatschap van een groep”. Helaas zijn de onderzoekers vergeten te vragen of de respondenten moslims daadwerkelijk als ongelijk classificeren, maar wie islamofobie wil aantonen kan zich de uitkomst van die vraag natuurlijk niet veroorloven.
GMF als verwerpelijk fenomeen betekent natuurlijk niets, vijandig is namelijk ook iedereen die iets tegen neo-nazi’s heeft, kindermisbruikers en moordenaars. En dat is natuurlijk wel weer helemaal prima. Het onderzoek meet alleen wat de auteurs willen meten, en ze doen niet eens hun best om hun onwetenschappelijke, morele stapsteentjes naar de politiek correcte overkant te verbergen. Blijkbaar is het binnen de muren van de universiteit tegenwoordig gewoon om aan iemand te vragen of hij iets tegen een religie heeft en bij een ‘ja’ de diagnose ‘haat tegen groepen’ vast te stellen. Wie niet met open armen islam verwelkomt, via de buurt, via het gezang van de minaret, in de vluchtelingencentra, op Keulse nieuwjaarsnachten, kijkend in de koplampen van een vrachtwagen die een markt of winkelstraat op rijdt, met de vrouwenmishandeling en intolerantie jegens alles wat niet islamitisch is – over haat tegen groepen gesproken – die heeft last van ‘haat’.
De afkeer van vluchtelingen werd ook in de studie onderzocht. Die zou ook groot zijn, hoewel ‘de werkelijke omvang van denigrerende houdingen nog wordt onderschat. Dit is te wijten aan het feit dat de respondenten gemiddeld vaak sociaal wenselijke antwoorden geven’. Het is dus nog erger dan die 9 van de 10 mensen! Eigenlijk wil helemaal niemand iets met islam te maken hebben, maar óók als niemand het wil, dan zijn nog steeds – of juist volgens deze sociologen – ál die mensen islamofoob, vijandig – met een denigrerende houding. Dat zijn wel een hoop verwarde mensen.
De uitslagen van het onderzoek vragen om actie, aldus de gemeente München. Een christendemocratisch CSU-gemeenteraadslid Marian Offman zegt in een interview met de lokale krant Abendzeitung dat hij bezoeken aan moskeeën wil gaan aanbieden. Offman: “De enige manier om menselijke vijandigheid te verminderen, is om mensen persoonlijk te leren kennen.” Hoe snel de therapie zijn vruchten zal afwerpen, daarover zijn nog geen voorspellingen gedaan.
(video: ‘Ein Müncher im Himmel’)