‘In welke mate vinden we de kenmerken van het maatschappij beeld in de bestaande Disney literatuur terug in de hedendaagse Pixar films?’ Ik las voor de lol wat UvA scripties die uit de cultural studies fabriek komen. Nou kun je zeggen dat ik geen kennis van zaken heb over ‘cultural (gender, postkoloniale en vrouwen) studies’ en maar een simpele rechtenstudent ben geweest, maar ik beschouw wetenschappelijke integriteit, logica en argumentatie pijlers waar iedereen op mag vertrouwen, of het nou over het natuurkundige higgsdeeltje gaat, de rol van Beyoncé in ‘a case study in female superstardom’, of ‘women inclusion in climate change’. Wetenschap moet op zijn minst voldoen aan de regels van de logica.
Wetenschap is bedoeld om zaken te verhelderen, om ideeën te toetsen en (daarna pas) nieuwe over het voetlicht te brengen. Wat ik heb gezien is niet kritisch op feiten en theorieën, maar verwerpt om behoud van zichzelf alles wat dat juist wel doet. Het is anti-wetenschap, zand tussen je vingers, een huis vol spiegels en rook, zonder in- of uitgang, waar het bestaan van menselijke wapenfeiten: logica, vooruitgang, taal en zingeving niets betekenen of verdacht zijn. Ze gebruiken wel woorden als ‘theoretisch kader’ en ‘paradigma’, maar slechts in een bijna religeuze, marxistische context. Alles is per definitie uit op macht en onderdrukking, is de teneur, dus ook de ‘wetenschappers’ staan ideologisch afwijzend tegenover anderen – in plaats van wetenschappelijk sceptisch tegenover feiten en ideeën. Het is zo tergend slecht en triest dat ik aan de geestelijke gezondheid van die studenten twijfel, alleen al vanwege het gebrek aan inzicht in hoe je kritiek kunt formuleren op je omgeving, namelijk door er een relatie mee aan te gaan. Ik neem het UvA docenten enorm kwalijk dat ze jonge mensen zo de wijde wereld in sturen, zonder ze te leren hoe een consistente zin te schrijven en een standpunt te verdedigen. Het zijn blaadjes in de wind, geen kritische volwassenen. Uit één scriptie probeerde ik de ideologische mantra’s te halen die je overal terugziet.
“Cultural Studies is een brede discipline omdat het verschillende studies combineert. Het onderzoekt culturele fenomenen op grond van vraagstukken zoals gender, ideologie, etniciteit en sociale klasse. Onderzoek naar ideologie en maatschappelijke klassen, legt de sociale en politieke organisatie van een samenleving bloot. Deze scriptie zal allereerst imperialistische ideologieën vanuit het Marxistische kader beschrijven.”
Dus onderzoek doen naar ideologie vanuit een -andere- Marxistische ideologie is wetenschap? Dat is ideologie maken, het tegenovergestelde van wetenschap. Dat is wat religieuze gekkies doen, cognitieve dissonantie beoefenen tot ze scheel gaan zien. Je kan het soms ook aan iemands grote ogen zien, maar dat terzijde.
“Cultural studies zorgt als methode voor een vollediger beeld van de ideale Amerikaanse samenleving. Het boek Hoe lees ik Donald Duck? begint met een kritiek over de imperialistische ideologie aanwezig in de Donald Duck strips. (…) Hoewel de Donald Duck strips niet rechtstreeks een bedreiging vormen voor het Chileense volk, is de leefwereld in deze kinderboeken wel nadelig voor de ontwikkeling van het socialisme.”
Dus het kwam door Donald Duck dat het prachtige socialisme in Chili hinder ondervond in de jaren ’70? Elke zin roept meer vragen op dan hij beantwoordt, het is een eeuwig zichzelf opende doos van Pandora, een vermoeiend watertrappelen in een oceaan van ledigheid. En dan de voortdurende tegenstrijdigheid, die vanwege de ideologische bevangenheid niet meer wordt opgemerkt door de onderzoekers. Er staat een paar keer dat de stereotypering van het Amerikaanse gezin in Disney films slecht is, maar ergens anders staat:
“In Donald Duck strips zijn ouders vervangen door ooms, tantes en oma’s. Het niet realistische karakter van dergelijke verhalen wordt als volgt verantwoord: Door het uitwissen van het verleden bij deze figuren, wordt tegelijk de mogelijkheid uitgesloten dat zij (de kinderen) zich het waarom van hun huidige situatie gaan afvragen en zich door een kritisch onderzoek van de wereld waarvan zij deel uitmaken buiten deze wereld zouden kunnen plaatsen. (…) Kinderen behoren de huidige samenleving te aanvaarden zoals hij is. Op die manier worden kinderen niet aangezet tot kritisch denken.”
Het is een terugkerende aanname: omdat zogenaamd alles al vastligt voor ons, kunnen we (nog) niet kritisch nadenken. Alsof zaken en ideeën eerst helemaal uit elkaar moeten worden getrokken, alles van waarde vernietigd moet zijn, op zijn kop en bij het vuil gezet, alvorens een kritische geest zich kan ontwikkelen. De waanzin van die veronderstelling is natuurlijk pas werkelijk onderdrukkend, omdat het ook echt vernietigd wat je als kritisch mens nodig zult hebben (verschillende ideeën, vrijheid van meningsuiting, goed voorbeeld van ouders en leerkrachten).
“Wanneer de kinderen in verzet komen tegen de overheersers, is dat echter ‘uit naam van de waarden van de volwassenen’. De neefjes in de Donald Duck strips maken deze normen en waarden eigen door het lezen en toepassen van het woudlopershandboek: ‘Oftewel, de encyklopedie van standaard-ideeën en konventies’
De neefjes lezen een padvindersboek, een standaard idee! Weg ermee! Hoe kinderen dan aan hun ideeën moeten komen is onduidelijk, van de lucht waarschijnlijk. Nog zo’n tegenstrijdigheid: “Omdat inmenging van andere culturen binnen de Amerikaanse samenleving wordt tegen gegaan, blijft het culturele onderscheid in stand”. Ja, Amerika is echt totaal geen mix van culturen whatsoever beste UvA. En ook hier geldt vermoedelijk dat als er wel inmenging zou zijn als in, iedereen gaat op in dominante cultuur, dat het dan ook niet goed zou zijn. Het is een heel dun koord, dat cultural studies, dat van nergens naar nergens loopt.
Dan volgen er in het midden nog een hoop marxistische veronderstellingen (student baseert zich in hele scriptie op “het marxistisch kader” van Dorfman en Mattelart, zonder kritiek daarop) waarbij imperialistische stereotyperingen in films en Amerikaanse superioriteit ‘ondanks de culturele ontmoetingen’ volgens de studente tot cultureel onbegrip, misvattingen en haat leiden. Zo werd volgens de studente in de Disney-film Tarzan de inheemse bevolking totaal genegeerd! (Als Disney dit niet had gedaan was het overigens culturel appropiation geweest, want ‘hoe durft Disney in de huid van andere culturen te kruipen’).
Tot slot het deel waar ik weemoedig en best triest van werd, dat de student en docent(en) het licht in het water niet ziet schijnen, in die oceaan van water waar ‘Finding Nemo‘ ‘werd opgenomen’, de Disney klassieker uit 2003.
“Het is niet alleen een verheerlijking van de eigen cultuur, het toont een oppervlakkige representatie van andere landen aan. Er is geen plek voor sociaaleconomische of historische achtergrond. Finding Nemo vertelt het verhaal van twee vissen die via de Stille oceaan op weg zijn naar Sydney. Het accent en het vocabulaire maken duidelijk dat de vissen uit Australië vandaan komen. Als je de film moet geloven, spreken alle Australiërs op de volgende manier: ‘Good afternoon. We’re gonna have a great jump today. Okay, first crank a hard cutback as you hit the wall. There’s a screaming bottom curve, so watch out. Remember: rip it, roll it, and punch it.” (…) Alles vinden ze ‘awesome’ en ‘laidback’ en ze noemen elkaar ‘dude’ en ‘mate’.
“Hoewel de zeeschildpadden tot de ‘goede wilden’ behoren, blijven ze inferieur aan de koraalvissen. Dat ze zorgzaam zijn voor hun kroost, doet niet af aan hun voorkomen. Met hun ogen ingezakt, hun simpele kreten en slome bewegingen lijken de zeeschildpadden onder de verdovende middelen te zitten. Het wordt niet duidelijk waar de schildpadden vandaan komen of waar ze naartoe gaan. Marlin’s ontmoeting met de schildpadden, verschaft bovenal informatie. Crush vertelt Marlin niet alleen de route naar Sydney, ook legt hij uit wanneer je je kinderen moet vertrouwen. Vanuit dit perspectief wordt er geen sociaaleconomische of historische achtergrond toegekend aan de schildpadden. Er is eerder sprake van uitbuiting. (…) De dialoog tussen deze twee haaien verwijst naar de christelijke identiteit van Amerika. (..) Zelfs de vegetarische haaien zijn cynisch over de mens: ‘Humans think they own everything.’ Waarop een andere haai op reageert: ‘Probably American.’
Kritiek op Amerika in een Disney film! Dat haar ‘these’ (Amerika’s superioriteit) hiermee onderuit gaat lijkt haar niet op te vallen. Wie slechts naar een conclusie toewerkt hoeft ook niet op te letten. Je ziet ook hoe het mantra ‘er is een stereotypering dus uitbuiting’ steeds overal opduikt. Tot slot over Finding Nemo:
“Schildpadden als slome dope heads en haaien als verslaafde carnivoren, benadrukken de ideale status quo van het koraal. De Pixar films ambiëren niet een grote verbroedering tussen de verschillende culturen. Het maken van onderscheid tussen verschillende culturen, (in deze case studie zijn het vissen) draagt bij aan het afbakenen van groepen en rassen.”
En daar is de koprol voor een goed cijfer: groepen en rassen worden gediscrimineerd. Mevrouw, u bent geslaagd aan de UvA. Veel wijsheid toegewenst!