De nieuwe Opel Ampera-E zou wel eens de doorbraak kunnen zijn naar grootverbuik van de elektrische auto.
Voor een Tesla leg je bijvoorbeeld al gauw een tonnetje neer, maar de Opel mag je al hebben voor zo’n 40 mille. Akkoord, dat is duurder dan een gemiddelde middenklasser, maar de operationele kosten zijn lachwekkend laag. Zeker als je hem in de 4-procents lease-klasse rijdt. De Ampera-E is uiteraard niet de eerste elektrische auto op de markt, maar het is wel de eerste die zonder dat je het stuur van nervositeit hoeft stuk te bijten zomaar 400+ kilometer (Assen – Amsterdam vv.) tuft, eh, zoeft, zonder te tanken, eh, op te laden. En hoe meer je hem gebruikt, merkten wij tijden onze testritten in Noorwegen, hoe leniger de batterij wordt. Hij breidt bij regelmatige inzet, langzaam maar gestaag zijn actieradius uit. Trouwens, dat de verbrandingsmotor in de elektromotor nu een concurrerend alternatief heeft, zagen wij in Oslo, waar twintig procent van het wagenpark aan een stekker hangt.
Die Noren hebben – toegegeven – gemakkelijk praten met al hun natuurlijk opgewekte hydro-elektriciteit. Ze hebben er met al die watervallen en stuwmeren plenty van en ja, het is dus klimaat-neutraal ook nog. Detail is wel dat ze in Oslo inmiddels 800 miljard euro op de bank hebben staan, omdat Noorwegen één van de grootste olie-exporterende landen ter wereld is. Zo’n Tesla-tje kan er dan bij zo’n Scandi-yuppie dus wel van af, maar als iedereen elektrisch zou rijden en niemand meer peut zou verstoken, zouden ze daar temidden van al hun fjorden en tunnels failliet gaan. Tot zover het Groene Evangelie, want als je zonder ideologische reden voor deze Opel kiest, zit je tevens goed. Hij rijdt namelijk erg lekker. Een collega-automobilist met een Corvette (in Noorwegen heerst – vermoedelijk als tegenreactie – ook een US-car-gekte) trokken wij er lachend uit, ook al had hij boven zijn nummerbord staan: ‘Don’t Try. You’ll Lose.’ Niet dus. Met de groeten uit Rüsselsheim.
Vaste lezers van deze rubriek beseffen namelijk al langer: het koppel van een elektromotor is áltijd en méteen beschikbaar. Alles met een uitlaat legt het tegen je af. Al dat vermogen wordt verdeeld door een kordate transmissie, waarvan vooral de L-stand ons aansprak. Hiermee kun je namelijk rijden middels één pedaal voor gas geven (laten wij het zo nog maar even noemen) én ja, tevens remmen. Want laat je het pedaal los, dan vertraagt hij net als een reguliere rem, helemaal tot stilstand. Het is even wennen, maar daarna werkt dat ‘one pedal driving’ verslavend. Bovendien: bij het vertragen wordt er elektriciteit gegenereerd, waardoor je er gratis actieradius bij krijgt. Spaarde u handdoeken bij de Shell? Die moet je nu zelf kopen. Soit. Ruimte binnenin biedt de Ampera-E ook, omdat Opel koos voor een handige MPV/gezins-configuratie.
Dat betekent bepaald niet, dat ie niet sportief, of on-avontuurlijk smoelt. Een surfplank op het dak, of een net geschoten edelhert in het Noorse geval, staat hem goed. Een beetje volledig elektrieke auto behoort vol te zitten met gadgets. Zo ook deze Opel, waarin je bijvoorbeeld tegen de Google-portal van alles kan blaffen en je smartphone – welke dan ook – lust ie ook.
Is dit dan de auto van de toekomst? Wis en zeker. De Ampera-E is een scharnierpunt voor de auto-industrie, want die E, die staat eigenlijk voor Eureka! Létterlijk is het overigens ook een auto van de toekomst. De Ampera-E is zo populair, dat de levertijd – geen grappen – zo’n negen maanden is. De fabriek in Amerika (Het blijft een GM-product) kan de vraag nauwelijks aan. Bestel je hem nu, dan heb je hem medio 2018 aan je paal. En is jouw fossiele bestaan geëindigd.