In 2019 moet het nieuwe ‘Berliner Stadtschloss’, dat in het hart van Berlijn van de grond af weer wordt opgebouwd, af zijn. Momenteel wordt er een hevige discussie gevoerd over ‘een historisch detail’, zoals Die Welt het noemt. Bovenop de grote koppel – nu nog een geraamte – schitterde ooit een gouden kruis. Dat detail kopiëren blijkt omstreden.
Het Berliner Stadtschloss was vanaf de 15e eeuw de winterresidentie van de markgraaf en keurvorst van Brandenburg. Later was het de residentie van de koning van Pruisen en de keizer van het Duitse Rijk. Het enorme slot stond op het Spree-eiland in het centrum van Berlijn op de Schloßplatz, tussen 7 september en 30 december 1950 werd het op bevel van Walter Ulbricht, de partijvoorzitter in de DDR, opgeblazen.
Daarvoor in de plaats kwam het opvallende ‘Palast der Republik’ – bijnaam “Erichs Lampenladen”, (de lampenwinkel van Erich Honecker) omdat er binnen in het gebouw talrijke grote bolvormige lampen hingen. Na de Duitse hereniging in 1989 voelde het nieuwe Berlijnse stadsbestuur zich ongemakkelijk met dit opzichtige symbool van de DDR. Toen bleek dat het ook nog vol met asbest zat werd in 2006 begonnen met de sloop, die bijna drie jaar duurde.
In het herbouwde slot zullen de niet-Europese verzamelingen van de ‘Staatliche Museen zu Berlin’ en boekencollecties van de Humboldt-Universiteit en de Berlijnse stadsbibliotheek worden ondergebracht. Er komt een bioscoop in, een passage met terrassen en ruimten voor conferenties en andere bijeenkomsten.
Politieke partijen Die Linke en die Grüne willen geen christelijk symbool op de koepel hebben. De minister van cultuur en media, Monika Grütters (CDU) wel:
“Onze cultuur van openheid, vrijheid en barmhartigheid heeft zijn wortels in onze christelijke mensbeeld. Het slot wordt een open huis en het is als zodanig niet geloofwaardig als we van onze eigen wortels niet bewust zijn en die niet laten zien. Alleen als we zeker zijn van onze identiteit zijn kunnen we anderen de ruimte geven. Daarvoor staat het kruis, en daarom hoort het op het slot.”
Sigrid Hupach van die Linke zegt:
“De regering zegt dat het Humboldt-Forum een nieuwe type museum wordt voor de hele wereldgemeenschap. Het moet een open gebouw zijn, waarin iedereen zich welkom voelt. Maar hoe moet zo’n open dialoog lukken als bovenop het slot een kruis staat die de richting van de dialoog al bepaalt? Zo’n hiërarchisering van culturen en religies vind ik absurd.”
Ook de fractievoorzitter van de linkse Grünen, Antje Kapek, wil het kruis niet. ‘Het is in strijd met het humanistische gedachtegoed, (…) en het slot moet alle culturen kunnen uitdragen.’
De katholieke aartsbisschop van Berlijn legt het nog weer anders uit. ‘Het kruis is voor mij een teken van een blijde, christelijke boodschap voor alle mensen. Het kruis toont: hier is een plek waar die boodschap ervaren kan worden.’
Gezien de verschillende functies die het slot als museum, culturele ontmoetingsplek, bibliotheek en bioscoop straks zal hebben leidt de discussie over het kruis tot veel intellectuele onzekerheid over de ideologische en religieuze details van het gebouw. De functie van het gebouw is immers gericht op de toekomst, een geglobaliseerde wereld terwijl de buitenkant herinnert aan het grote barokke kunstwerk dat het Berliner Stadtschloss ooit was, dat eeuwen van de Duitse geschiedenis in zich draagt. Zo’n buitenkant kun je moeilijker naar de politiek correcte werkelijkheid ombouwen, zo blijkt.