Maandagavond werd Europa weer opgeschrikt door een aanslag. We weten nog niet of het een aanslag is door een fundamentalistische moslim, maar velen gaan daar wel van uit. Dit brengt ons op de vraag: is de islam de vijand van het Westen? Tamara Sonn schreef er een kort boek over: Is Islam an enemy of the West? Vier vragen en een eindoordeel.
Dit boek begint met de politicus wiens uitspraken over de islam we zo langzaamaan wel kennen: Geert Wilders. Er zijn heel veel aanslagen geweest in naam van de islam. Er zijn ontzettend veel terreurgroepen die zich op de islam beroepen. Heel veel mensen zijn al slachtoffer van ze geworden. Wilders zegt dan ook dat de islam onze vijand is. Zo noemt hij de Koran een islamitische Mein Kampf en wil het boek verbieden. Hij wil geen moslimimmigratie meer want anders wordt Europa over twintig jaar door deze “zieke en fascistische ideologie” overgenomen. Marine Le Pen is het met hem eens en ze is niet de enige. Sonn vraagt zich af of dit beeld juist is.
Tamara Sonn is hoogleraar islamitische geschiedenis aan Georgetown University, een universiteit in de buurt van Washington. Ze heeft meerdere boeken over de islam op haar naam staan, waaronder twee boeken over de relatie tussen de islam en het jodendom en een over de geschiedenis van deze godsdienst. Ze schrijft ook regelmatig over de rol van vrouwen binnen de islam.
Volgens Sonn is er geen twijfel dat er islamtische c.q. terroristische organisaties bestaan die de VS en andere Westerse landen willen vernietigen. De vraag is echter of dat ook geldt voor de islam als geheel of voor moslims in het algemeen. Dat is volgens Sonn niet zo: een belangrijke stelling in dit boek is dat verreweg de meeste moslims het werk en de denkbeelden van terroristen verwerpen. Deze percentages zijn opmerkelijk hoog vergeleken met de beperkte aandacht voor dit soort opinieonderzoek. Zo zegt 93% van de wereldwijde moslimpopulatie dat de aanslagen van 11 september ongerechtvaardigd waren. De rest zegt vrijwel altijd dat er wel politieke redenen waren, maar geen religieuze.
Sonn komt ook met gegevens die wat bekender zijn. De meeste slachtoffers van islamitische terreur zijn moslims zelf en dus is het niet zo gek dat ze terreur niet steunen. Het simpelste voorbeeld is de exodus van vluchtelingen uit Syrië. Sonn denkt dat hun vlucht moeilijk geïnterpreteerd kan worden als enthousiasme voor de terreurpraktijken van IS. Opvallend is ook dat de kans dat moslims zich ontwikkelen tot jihadisten in het Westen aanzienlijk groter is dan dat dit in het Midden Oosten gebeurt. Bij de rekrutering worden nieuwe jihadisten niet meteen geconfronteerd met de meest gewelddadige daden en denkbeelden van de betreffende terreurgroep omdat dat ze doet afhaken. Als nieuwbakken jihadisten meteen weten waar ze aan beginnen, komen er nooit aanslagen.
Sonn verwijst naar de vele afkeurende geluiden uit islamitische landen tegen terreur. Het aantal verklaringen van islamitische regimes waarin terreur wordt afgekeurd zijn nauwelijks te tellen. De oorzaak van terreur moet volgens Sonn niet gezocht worden in religie, maar in geopolitieke conflicten waar moslimbevolkingen onder te lijden hebben. Het meest prominente voorbeeld is de situatie van de Palestijnen in de bezette gebieden, maar het gaat ook om het conflict rond Kashmir en dat rond Tsjetsjenië. De belangrijkste manier om terreur tegen te gaan is die conflicten op te lossen, denkt Sonn. Als moslims lijden onder conflicten waarin het Westen de tegenpartij is, heeft dat niets met de inhoud van hun religie te maken.
De visie van Sonn is buitengewoon toegankelijk weergegeven en wordt onderbouwd met vele bronnen. Toch zullen juist fans van Wilders niet overtuigd zijn. Dat is dan ook het grote minpunt van dit boek. De redenatie van Wilders is een niet-falsifieerbare cirkelredenering (zoals antiracisten die ook hanteren trouwens). Immers: door Wilders weten we dat er zoiets bestaat als Taqiyya. In het publieke debat is dit bekend komen te staan als het idee dat moslims niet eerlijk zijn over hun intenties en die simpelweg niet uitspreken. Hun agenda is dus een heel andere dan wat zij zeggen. Zij zeggen wel dat ze terreur afwijzen, maar eigenlijk vinden ze iets anders, zo is de suggestie. “Kijk maar wat er allemaal voor afschuwelijks in de Koran staat,” roept Wilders nog eens.
Als dat zo is, kan Sonn talloze enquêtes aanhalen die laten zien dat moslims terreur massaal afkeuren, kunnen tientallen regimes zeggen tegen terreur te zijn en kunnen miljoenen moslims wijzen op de oorzaken van haat tegen het Westen, maar dan zegt dat allemaal nog steeds niks. Want het is immers misschien wel allemaal Taqiyya. Sonn heeft zich verdiept in de belangrijkste uitspraken van Wilders over de islam, maar gaat niet in op dit voor de discussie essentiële concept. Door Taqiyya kan iedereen immers alle uitspraken van moslims terzijde schuiven en is het helemaal niet mogelijk te bewijzen dat moslims goede intenties kunnen hebben. Hier had Sonn wel wat pagina’s aan mogen wijden.
Waarom de niet te falsifiëren cirkelredenering van Wilders zou kloppen is uw recensent niet duidelijk. Iets meer vertrouwen in de wetenschap kan geen kwaad.