Een ‘Facebook-vriend’, een fotografe uit Amsterdam, liet via Facebook weten dat ze een expositie kreeg. Die geopend zou worden door ‘niemand minder’ dan Simone van Saarloos. Deze naam zegt me weinig, maar wel iets. Ik heb hem voorbij zien komen op internet. Televisie kijken doe ik nauwelijks, maar ik begreep dat deze Van Saarloos daar vaak op is te zien, al werd niet duidelijk waarom. Misschien omdat ze een mening over dingen heeft, maar dat verklaart nog niet veel: “Opinions are like assholes: everybody’s got one.”
Ze schrijft stukjes maar is geen bekende schrijfster -heb ik begrepen-, ook geen actrice -schijnt het-, ze heeft geen ontdekking gedaan of theorie bedacht -weet ik wel zeker-, en ook verder lijkt ze nergens in uit te blinken. Wat ze wel doet en of ze überhaupt verder iets doet, weet ik niet. Wacht, er schiet me iets te binnen: ik heb een foto van haar gezien. Die foto was geloof ik een kunstwerk, gemaakt met of van haar eigen lichaam.
Maar was dat dan alles?
Nee. Ze heeft ook domme dingen gezegd over het ‘recht’ van vrouwen om een burka te dragen. En over de burkini-rel die hier in Frankrijk speelde, vorige zomer. Ik geloof dat ze toen zelfs met een burka aan ergens op een strand is gaan zitten, was het niet Scheveningen? Niet heel lang, ze kreeg het te warm.
Nederland is voor zover ik weet het enige land waar je bekend kunt raken van domme dingen zeggen.
Ik herinner me ook iets over honderden bedreigingen die ze per tweet zou hebben ontvangen, omdat ze die domme dingen had gezegd. Laat ik duidelijk zijn, dat is geen reden om wie dan ook te bedreigen. Maar als je nu nog niet weet dat nieuwe media vol tokkies zitten, kun je er beter van wegblijven.
Zoals iedere nobele strijder tegen het internet-gespuis, koketteerde ze er enorm mee, met die bedreigingen, gretig gesteund door de usual suspects in Hilversum.
Toevallig is hier in Frankrijk nu net die rel gaande over een wijk in Parijs, waar vrouwen uit het straatbeeld zijn verdwenen, omdat ze onophoudelijk nagefloten, getreiterd, bedreigd en anderszins lastig gevallen worden door cultuur-verrijkers, die in enorme aantallen op straat hangen. Ik bedoel La Chapelle, een stukje boven het Gare du Nord. U kent misschien het gelijknamige metrostation, en u herinnert zich misschien de dagenlange running battles tussen immigranten en politie van zo’n jaar geleden.
In Nederland raakt iemand als van Saarloos bekend. Of iemand die Baudet wil stenigen, hoe heet ze ook weer. In Frankrijk raken intellectuelen bekend, en dan nog alleen als ze zinnige dingen zeggen. Zo is er een filosofe en publiciste, Arlette Zilberberg, die vlakbij La Chapelle woont. Zij ging op onderzoek uit of het verhaal klopte, van een straatbeeld zonder vrouwen, en nee het klopte niet: er waren nog wèl vrouwen op straat. Niet veel, en zonder uitzondering beschäftigt met kinderen en karren vol boodschappen. Bovendien droegen ze allemaal een zwarte burka.
Zilberberg slaagde er niet in contakt te leggen met deze vrouwen.
Ze zei het mooi: “Elles sont enfermées dans leurs bulles noires. Nous sommes transparentes, effacées, invisibles.” Zij zijn opgesloten in hun zwarte luchtbellen, en wij zijn -voor hen- doorzichtig, uitgewist, onzichtbaar.
Terug naar Van Saarloos. Zij noemt zich feministe -wat ze natuurlijk niet is- en ze heeft een geestverwant in Frankrijk, Caroline de Haas -zeg ‘de Haas’ maar eens in het Frans-, die zich zelfs ‘militante feministe’ noemt. De Haas is een klein beetje bekend uit de politiek, en van de grootste studentenvakbond, waar ze jaren voorzitter was. En nu door een tweet, die ze misschien met dit doel rondstuurde. Ze liet weten dat als het inderdaad zo is dat vrouwen zich niet meer vrij kunnen bewegen in deze wijk -de oorzaak liet ze in het midden-, de gemeente dit zou kunnen oplossen door de trottoirs te verbreden. Dan konden vrouwen makkelijker langs al die mannen komen!
Voor haar als groen-georiënteerde politica zou dat win-win zijn: er konden dan meteen minder auto’s door de straat.
In Frankrijk is deze oplossing inmiddels een running gag: zelfs na Manchester werd hier en daar gegrapt dat om iets tegen terrorisme te doen, men om te beginnen de trottoirs kon verbreden.
Maar de meeste reacties waren woedend. Fransen zijn als grondwettelijk seculiere natie meer gebrand op vrouwenrechten dan Nederlanders. De kranten hadden net vol gestaan met verhalen van vrouwen die al 30 jaar of langer in deze buurt wonen, en het daar altijd erg naar hun zin hebben gehad, maar nu de deur niet meer uit durven.
Zou het niet toepasselijk zijn als feministes zich zouden uitspreken voor het recht van deze vrouwen om een normaal leven te leiden en niet gedwongen de hele dag achter de geraniums te zitten? Of denk ik dan te simpel? Misschien nuttiger dan wat Van Saarloos doet: zich hard maken voor het ‘recht’ van vrouwen om een gordijn voor hun gezicht te hangen.
Het is niet nodig uit te leggen hoe ridicuul het gekwebbel over dit zogenaamde recht is. Veel interessanter is waarom onze ‘feministes’ zich zo inspannen om een pertinent vrouwonvriendelijk symbool te verdedigen, en een dito religie.
Zouden ze echt denken dat een vrouw vrijwillig voor een burka kiest?
Dan heb ik nieuws: alleen de Elephant Man zou vrijwillig zo’n ding voorhangen, verder niemand, en al helemaal geen vrouw. Wacht even, laten we eerlijk blijven. Zowel in Frankrijk als in Nederland zijn er vrouwen die met hun gezicht achter een burka zeggen dat ze dat juist prettig vinden. En weet u wat de overeenkomst is? Het zijn bekeerlingen: westerse vrouwen bekeerd tot de islam. Ik mag het niet zeggen: dat zijn de ergsten. Of het nu mannen of vrouwen zijn.
Over hen bestaat wel een aannemelijke theorie. Ze hebben het zo zwaar gehad in hun jeugd, misschien nog steeds, dat ze een enorme haat hebben ontwikkeld tegen de eigen groep, als ik het zo mag uitdrukken. Daarom kiezen ze voor een andere groep, en dan nog specifiek voor het radicaalste deel van die groep, dat je zonder twijfel als vijandig kunt bestempelen. Met hun burka.
Ik volg al jaren op Facebook de pagina van een Iraanse feministe, een echte deze keer, Masih Alinejad, een journaliste die een jaar of twee, drie geleden een enorm succesvolle actie begon. De pagina heet ‘My stealthy freedom‘, mijn stiekeme vrijheid. En de actie bestond uit een lang lopende en opvallende reeks portretten van Iraanse stelletjes en gezinnen, gefotografeerd met de man gesluierd en de vrouw ongesluierd. Als protest tegen de in Iran verplichte sluier.
Mevrouw Alinejad is inmiddels bekend over de hele wereld, alleen in Nederland is iemand als Van Saarloos blijkbaar bekender.
Naast het niet geringe risico om in Iran achter de tralies te worden gezet -dat is geloof ik ook een keer gebeurd- heeft Alinejad ook te kampen met tegenwerking van westerse ‘feministes’, die het dragen van een sluier graag als een recht zien.
Daar moet ze ook nog eens tegen vechten, verzuchtte ze meer dan eens, dat totale gebrek aan solidariteit van degenen van wie je juist het meeste zou verwachten.
De vrouwen van Iran zijn dolblij als er een staatsbezoek is van een vrouw of met een vrouw die het vertikt een sluier te dragen. Ze waren diep gekwetst toen alle vrouwen van het Zweedse kabinet -dat zijn er nogal wat- in optocht gesluierd door Teheran paradeerden. Daar is achteraf een pittige discussie over gevoerd, zowel in Zweden als in Iran.
Wat bezielt westerse ‘feministes’ toch om op te komen voor het zogenaamde recht van islamitische vrouwen om sluiers, burka’s of niqabs te dragen?
Ik deed al de suggestie dat ze vrouwen geloven die zeggen zelf de keuze te maken, maar er kan ook iets anders spelen. Bijvoorbeeld dat deze ‘feministes’ hoe dan ook partij willen kiezen tegen hun aartsvijand: de boze witte man. Inderdaad vaak niet bepaald geëmancipeerd te noemen, al valt hij wat dat betreft in het niet bij zijn islamitische evenknie.
Die boze witte man is ook nog eens islamofoob. Ergo, kritiek hebben op hoe moslims vrouwen behandelen, is de boze witte man gelijk geven. En dat is branden in de hel.
Het is maar een theorie.
Mijn facebook-vrienden van Franse zijde zijn nogal intellectueel aangelegd. Eén van hen plaatste naar aanleiding van feministische reacties op de affaire La Chapelle, de volgende quote van aarts-intellectueel Jean-Paul Sartre: “Je hais les victimes qui respectent leurs bourreaux!” Voor de enkeling onder u die dit niet meteen begrijpt: “Ik haat slachtoffers die respect hebben voor hun beulen.”
Voor Van Saarloos en De Haas is er recent een boekje verschenen dat uit een politiek correcter vaatje tapt: “Vous n’aurez pas ma haine“, van een zekere Antoine Leiris, die zijn vrouw verloor in de Bataclan. ‘Jullie zullen mijn haat niet krijgen’, letterlijk.
Deze titel is de bezwering geworden van mensen die zich boven haat verheven achten, en dat zijn er nogal wat. Haat is iets dat bij internet-gespuis hoort. Haat is ook iets waar volgens Freud geen mens boven staat, maar heel toevallig nemen degenen die er wel boven denken te staan, ook vaak Freud niet serieus.
Ik ga het lezen en zal u erover berichten. Doet de man zijn uitspraak omdat hij deel uitmaakt van laatstgenoemde groep? Of omdat hij haat tijdverspilling vindt? Dat idee heb ik ook wel eens, haat vreet tijd en dat is zonde. Of gunt hij het zijn beulen niet, en zijn die inderdaad erop uit? Dan is hij misschien haatdragender dan hij toe wil geven. Kan allemaal.
U hoort het nog.