“If you’re listening late at night
You may think the band are not quite right
But they are
They just play it like that”
Dit zong George Harrison in ‘Only A Northern Song’, een van zijn inzendingen voor Sergeant Pepper’s Lonely hearts Club Band, die de deadline echter niet haalde. Toen The Beatles aan hun beroemdste plaat werkten was het hun bedoeling hun fans uit te dagen met geluiden die ze nog nooit eerder hadden gehoord en die bizar en ontwrichtend mochten zijn. Tussen het vorige Beatles album Revolver en Pepper was er het nodige veranderd in de (pop)wereld en The Beatles waren er op gebrand af te rekenen met hun schattige ‘mop-top’ imago.
‘I get it’, zei Bob Dylan destijds sarcastisch, ‘you don’t want to be cute anymore’. Dat was inderdaad de opzet. En het enige wat hen zorgen baarde was of het album serieus zou worden genomen door de nieuwe artiesten waar The Beatles bij wilden aansluiten. Maar dat bleek wel goed te zitten toen één zo’n artiest, Jimi Hendrix twee dagen na de release zijn concert in Londen opende met het titelnummer. De rest is zo gezegd geschiedenis: Pepper werd het invloedrijkste album allertijden. Sinds afgelopen week vliegt de zoveelste heruitgave van het album als zoete broodjes over de toonbank. En ergens wringt dat.
Pepper geldt namelijk als ‘de soundtrack van de Summer of Love’, 1967, het jaar dat Flower Power en een algeheel anti-kapitalisme zich van de jeugd meester maakten. The Beatles zelf waren doorgaans zo chique om een nummer niet ook nog op een LP te zetten als ze je hem al eerder op single had verkocht. Dat vonden ze te commercieel. Van Pepper verschenen dan ook geen singles. Als je hun platen dus steeds in nieuwe versies blijft uitbrengen moet je daarvoor goeie artistieke redenen hebben. Bij de laatste heruitgave valt dat echter te betwisten. En wat je dan over houdt is ordinaire geldklopperij, precies niet de spirit van 1967. Bij de deze week uitgebrachte jubileum uitgave heeft het team van EMI zelfs stevig de plank misgeslagen door het album ingrijpend te remixen. De oorspronkelijke psychedelische stereomix uit 1967 moest het ontgelden en de bas en drums moesten allemaal veel harder en heftiger, kennelijk om indruk te maken op een modern luisterpubliek. Vreemd als je bedenkt hoe moderne artiesten als The Lemon Twigs of Michael Kiwanuka juist proberen te klinken alsof het eind jaren ’60 is. Vreemd ook omdat die psychedelische stereomix zo kenmerkend was, een integraal onderdeel van de Pepper-ervaring.
Toegegeven, The Beatles zelf hadden weinig met die mix. Zij dachten in mono, dus alles in het midden. Daaraan besteedden ze veel meer tijd dan aan de stereomix. Daar staat tegenover dat technicus Geoff Emerick de tapes destijds bij EMI’s ‘cutting room’ afleverde met de expliciete eis van de Beatles zelf om er niets meer aan te wijzigen. Dít was de definitieve versie. En voor miljoenen luisteraars is het a feature, not a bug dat de zang in ‘A Day In The Life’ van rechts naar links verschuift en weer terug, of dat je rechts handklapjes hoort bij de blazers van ‘Good Morning, Good Morning’ en dat de drums in je linkeroor zitten, of dat je bij ‘Lovely Rita’ de band aan één kant hoort en de zang bizar dominant in het midden. Doordat het signaal vaak heen en weer vliegt word je niet alleen een beetje duizelig, alsof je iets gebruikt hebt, maar je kunt ook in de verte gepraat horen in de speaker waar het wat rustiger is. Die elementen dragen bij aan de mystiek van Sgt Pepper. Die weg laten is moord.
Ronduit potsierlijk is het wat ze met de bas en de drums hebben gedaan. McCartney en Starr staan vierkant achter deze mix en zij klinken inderdaad heftiger dan ooit. Beide heren hebben in de loop der tijd door wat artistiek gestruikel een zeker imagoprobleem opgelopen en met name McCartney werkt nog steeds aan zijn rehabilitatie. Hij was het brein achter Sgt Pepper en lijkt dat steeds weer te willen benadrukken, nu met een nóg heftiger bas. Maar Sgt Pepper heeft dat helemaal niet nodig. Een sixties-plaat draai je omdat je houdt van het geluid van de sixties.
De filosofie er achter deugt ook helemaal niet. Aanpassen aan de smaak van ‘nu’. Meegaan met je tijd. Het Rijksmuseum zal binnenkort een 3D coating over de Nachtwacht heen spuiten en brilletjes uitdelen, of erger: het hele oeuvre van de Stones wordt gequantized voor de 21e eeuwse markt en Jagger’s teksten gekuist. Gemakzucht wordt beloond.
Laten we dus hopen dat de ongetwijfeld geweldige verkoopcijfers de platenmaatschappij niet op het gruwelijke idee brengen om andere Beatlesplaten ook aan dit soort zinloos geweld bloot te stellen.
Dat gezegd hebbende….de outtakes zijn geweldig.
Harry Prenger – 50 jaar later klinkt Sgt. Pepper’s van The Beatles als herboren