De verkiezingsretoriek van Angela Merkel, en de slechte verstandhouding met de Amerikaanse president, Donald Trump, geven een impuls aan de Europese eenwording. Het is een geopolitieke Katastrophenhausse.
Eurofiele leiders, academici met moeilijke brillen, en de pro-EU journaille zijn deze week in een jubelstemming. De Duitse bondskanselier, Angela Merkel, verwikkeld in een herverkiezingsstrijd, maakte de aankondiging dat de EU niet meer onvoorwaardelijk op de Verenigde Staten kan steunen als puntje bij paaltje komt. Duitsland is al enkele jaren bezig, buiten de EU om, een Europees leger op te tuigen. Daar worden onder andere Nederlandse strijdkrachten in opgenomen. Natuurlijk heeft Nederland nu nog de eindzeggenschap over de toegezegde brigade, maar de beweging is duidelijk. Ondanks het feit dat het anti-EU sentiment in Nederland nog nooit zo hoog is geweest, horen we in de media niets anders dan bangmakerij over bondgenootschappen en de barbaarse horden aan de poorten van Europa. Wie enkel de NOS als nieuwsbron heeft, meent zelfs dat een nieuw koude oorlog is aangebroken.
De politieke en media elite, die geen geheim maken dat ze het keizerlijke gedrag van Barack Obama niet erg vonden, maar dat van Trump als van de duvel zelf vinden, zijn bezig hearts and minds klaar te krijgen voor de voltooiing van de politieke eenwording van de Europese Unie. De naderende Brexit heeft de schrik er goed ingezet bij de Brusselse elite. Zij zetten er een tandje bij en waar er geen uniebreed politiek draagvlak bestaat, zoals bij een EU leger, gaan de meewillende landen gewoon verder met integreren.
Nu is er wel wat op deze ontwikkelingen aan te merken. De geopolitieke argumentatie waarop de voortschrijdende eenwording drijft is pseudowetenschap. De analyses waar de breedsprakerige oraties van de Arend-Jan Boekestijns van de wereld op gebaseerd zijn, zijn meer persoonlijke voorkeuren en wensdenken dan zinnige voorspellingen over hoe de wereld op korte en middellange termijn eruit gaat zien. Case in point, de val van de Sovjet-Unie werd door niemand voorspeld. Toch hebben die gebeurtenis en 9/11 (ook door niemand voorspeld) meer een wissel getrokken op de afgelopen kwart eeuw dan welke ander gebeurtenis dan ook. Met andere woorden: nu paniekerig roepen dat we alle nationale soevereiniteit moeten opgeven vanwege de een of andere geopolitieke situatie, is een drogreden. Rusland kan een nieuwe president krijgen, Erdogan kan worden afgezet, Trump zal sowieso na maximaal 8 jaar van het toneel verdwijnen, etc etc etc.
Wij dienen een aantal zaken goed te doorgronden. Het steekspel dat zich in onze media ontvouwt is precies dat, een spel. Mensen in posities van macht proberen andere mensen met macht te overtroeven. De verschillende natiestaten van de wereld hebben de vrije interactie tussen burgers van verschillende landen volledig aan hun regels onderworpen. De vrijheid om met anderen in het buitenland te handelen wordt in principe aan allerlei barrières onderworpen tenzij de ene leider met de andere een akkoordje heeft gemaakt. Met andere woorden: de vrijheid om te handelen is een gunst van de staat. Althans, die macht heeft de staat zich toegeëigend. De macht om al dan niet te handelen met bepaalde buitenlanders is, buiten naakte agressie in de vorm van oorlog, het meest krachtige beleidsinstrument dat tot de beschikking staat van wereldleiders. “Als jij doet wat wij willen, mag je met onze burgers handelen.” Deze vereenvoudigde voorstelling van zaken geeft aardig weer wat er gebeurt.
De tendens in de wereld is naar meer collectivisering. Concurrentie tussen landen maakt plaats voor “samenwerking”. Samenwerking wordt “harmonisatie”. Harmonisatie wordt “collectivisering”. Met iedere stap wordt de overheid groter, worden meer en meer belastingen geheven en wordt de handelingsvrijheid van het individu ingeperkt. De roep voor meer EU in het kader van een (tijdelijk) onstabiele relatie met de VS is daarom buitengewoon naïef en gevaarlijk. Een daadkrachtige EU kan maar een ding betekenen: het individu, of hij of zij nou Nederlands, Duits, Frans, of iets anders is, zal minder over zijn eigen leven te zeggen hebben. De EU is bij uitstek een organisatie die uitblinkt in het opeisen van meer macht. De besluitvorming is buitengewoon ondoorzichtig, ondemocratisch, en schadelijk voor de economie.
Regeltjes worden opgelegd zonder dat bedrijven ermee ook maar een pinda meer verkopen. Dat leidt tot verlies van productiviteit en daarmee tot stagnerende lonen. Al met al is het een deerniswekkende gedachte dat de EU zichzelf kan transformeren tot een slanke en transparante overheidslaag die op efficiënte wijze transnationale problematiek kan oplossen. Het gaat gewoon niet gebeuren. Niets uit het verleden of in de huidige constellatie van de politiek wijst erop dat dit in de kaarten zit. Eerder zal de opleving van de “Parijs-Berlijn” as leiden tot een vernieuwde roep voor eenwording. Het al eerder aangegeven onvermogen om te hervormen en het rotte fundament van de EU betekenen dat deze nieuwe ronde tot nog meer problemen zal leiden. Deze problemen zullen zich aandienen op het moment dat we het het minst kunnen gebruiken. Het onvermogen van de EU om er dan antwoord op te geven zal tot een chaotische ineenstorting leiden.
De enige oplossing is om het los te laten. De EU is, ondanks assen van samenwerking hier of gelijkgestemde kleinere clubs binnen de EU daar, aan het eigen overgewicht en onvermogen te veranderen ten dode opgeschreven. Het is nu beter om op een ordentelijke wijze uit de EU te treden en bilaterale handelsverdragen aan te gaan. Het idee dat Nederland hiertoe niet in staat zou kunnen zijn, is iets dat geen deel uitmaakt van de geschiedenis van ons land. In die verdragen moeten we wederzijdse vrijhandel aanbieden: niet meer, niet minder. Als landen onwillig zijn, kunnen we terugvallen op de WHO afspraken. We hebben de EU niet nodig om als land en verzameling van 17 miljoen individuen uit te blinken.