Men zal mij mijn openlijke sympathie voor het Forum voor Democratie niet euvel duiden, hoewel ik mij haast te zeggen dat ze geen cent van mij hoeven te verwachten. Geld smelt en hout is goud, dus als je het mij vraagt is mijn geld beter af te worden belegd in een met populieren omgeven landhuis met oprijlaan in Schotland dan het toe te vertrouwen aan een of andere geëngageerde penningmeester belast met het beheer van de partijkas. Het enige instrument van “betrokkenheid” dat ik mijzelf veroorloof is het woord. Voor wat het waard is uiteraard, want woorden zijn goedkoop.
Met een heel speciaal soort gloeien, vergelijkbaar met de eerste droppel cognac die door je slokdarm glijdt, las ik zojuist mijn golden oldie terug van 11 maart, toen ik- met succes bleek later- een winst voorzag voor Forum voor Democratie bij de verkiezingen. Wat ik toen niet voorzag maar natuurlijk wel had moeten voorzien, waren de regelrechte haatcampagnes die vanuit deuglinks zouden worden losgelaten op de partij van Thierry en Theo, want de Partij voor de Vrijheid, al jaren aan de ontvangende kant van gans deugbrakend Nederland, heeft sinds maart gezelschap gekregen van een dauwdruppelvers deugnietje, een new kid in town qua héélgemeen, want het links narratief wil dat Baudet Trump is- en omdat Trump Hitler is, voert de formule van de linkse rekenmodellen onvermijdelijk naar de donkerbruine slotsom: Baudet=Hitler.
Een sentiment is groeiende onder zelfverklaarde verzetshelden van de linkse persuasie dat het Forum, hoewel slechts betweezeteld in de Kamer, op termijn een groter gevaar zou kunnen inhouden voor de huidige politieke verhoudingen in Nederland dan haar meer gevestigde evenknie op rechts, want minder tokkie, minder eerzuchtig, ideologisch onderbouwd bovendien, en nooit te beroerd om samen te werken waar mogelijk, zoals wel blijkt uit de recente aanzegging van de nieuwkomer om naar de beste Nederlandsche tradities van “voor wat hoort wat” het Rotterdamse Leefbaar te steunen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar.
Het wordt zelden uitgesproken maar altijd geïmpliceerd, geheel conform de calculaties, waarbij we onder de streep ook wel eens een poeltje bloed aantreffen. Het is niet nodig om hier de talrijke zieke, verziekte aanvallen in een deugcollage samen te brengen om mijn punt te maken. Het openslaan van elke willekeurige fatsoenscourant volstaat om je van deze droeve ellende te doordringen. Mooi voorbeeld is het volstrekt feitenvrije lasterstuk in de krant van fatsoenlijk Nederland getiteld is Forum voor Democratie een extreem-rechtse partij?, een kop waarvan je gewoon wéét dat de opsteller geen enkele moeite heeft ondervonden om de aanhalingstekens weg te laten en weliswaar werd aangemerkt als “enigszins suggestief” door de ongekroonde ombudsvrouw van fatsoenlijk Nederland (vergezeld van een obligaat “foei” aan het adres van de auteurs), maar voor het overige voor akkoord werd gestempeld; alsof ze iets voor akkoord te stempelen hééft überhaupt. Daar gaat de lezer, voor zover de Volkskrant die nog heeft, nog wel even over.
Ook Joop.nl, die totaalfaal van jongverschillig Nederland, schraapt te doen gebruikelijk al het vuil dat ze maar vinden kan in de linkse rioolbuiswanden om de jonge partij te besmeuren. Op welke wijze, dat is aan hun respectievelijke achterhoedes om “aan te voelen”, want je kunt zeggen wat je wil, maar links voelt dingen aan. Laat ik het zo zeggen: als ik was belast met de beveiliging van Thierry Baudet, had ik hem met klem geadviseerd het mediapark voorlopig te mijden.
Zoals Roderick Veelo onlangs schreef, is “de karaktermoord (is) een laffe uitweg, om het debat te mijden over verschillen van opvatting. Breng Fortuyn in verband met de Holocaust (wat D66-leider Thom de Graaf deed), bestempel Wilders als racist, noem Baudet een fascist en klaar ben je”. Terzijde: Veelo is, op Raspoetin na, mijn meest intieme gelijkgestemde. Vooral de gelijktijdigheid is waarmee onze respectievelijke opvattingen plaatshebben doet mij telkens weer van verbazing van mijn barkruk vallen. En dat is eng. Heel erg eng. Je zou bijna aan predestinatie en astrale velden gaan geloven, ware het niet James Randi mij al jaren terug heeft genezen van mijn aangeboren neiging tot zelfbegoocheling.
Hoe het ook zij, op het ogenblik is de politieke werkelijkheid zodanig dat iedereen, ook het Forum voor Democratie, te stellen heeft met Geert Wilders en zijn partij: de eeuwige spin op de muur die in al zijn roerloze weerzinwekkendheid de zaak op scherp zet. De kracht van Wilders, te weten zijn ongenaakbare afzondering in een door gekonkel uitgeteerd staatsbestel, is tegelijk zijn grote zwakte; zijn partij is en blijft een eenmansconstruct, een bolwerk meer dan een partij opgetuigd en in prikkeldraad gewikkeld om de eenvoudige reden dat de dood- lees: islam- hem vanachter elke mesthoop aangluurt. Daar ga je je wel van ingraven. Niet verwonderlijk dus dat hem geen andere weg rest dan de weg naar voren, met de tragische kanttekening dat er geen verlossing te vinden valt aan het einde ervan.
Een zwakte die thans wordt geroken en uitgebuit door een nieuwe wind op rechts, want men weet: buitenstaander zijn is niet genoeg, hoogste tijd voor beleid.