Het schijnt een serie boeken te zijn: “Elementaire deeltjes” waarin uiteenlopende begrippen van uitleg worden voorzien. Voor het deel over populisme heeft de uitgever Cas Mudde gestrikt, een erkend expert op het gebied van populisme, die vroeger in Nederland werkte maar al jaren in de VS zit. Ter gelegenheid van het uitkomen van dit boek is er een discussie in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. Het debat laat zien hoe ver de internationaal georiënteerde wetenschap tegenwoordig van basale Nederlandse vragen afstaat. Een vraag als: welke partijen zijn in Nederland populistisch, wordt hier niet volledig beantwoord.
Mudde klaagt dat populisme nauwelijks wordt gedefinieerd. Volgens hem is dit “een dunne ideologie” waarbij de samenleving in twee groepen wordt verdeeld, namelijk de corrupte elite en het goede volk. De populist wil dat de wensen van het volk de basis van de politiek vormen en dus niet de belangen van de corrupte elite. Mudde vindt populisme nadrukkelijk een ideologie en niet alleen maar een strategie om stemmen te winnen. De PVV is dus bij wijze van spreken echt overtuigd van haar eigen vijandsbeelden. Die zijn niet alleen bedoeld om boze kiezers te paaien.
Mudde meldt dat populisten geen onderscheid maken binnen de elite en het volk. Zo vinden ze dat alle burgers dezelfde belangen hebben en dat dus maar een soort beleid het juiste kan zijn. Het komt erop neer dat beleidsvoorstellen of wetten goed of slecht zijn voor het hele volk. Op dezelfde ongenuanceerde manier is de hele elite volgens populisten corrupt. Niemand binnen de elite is daar een uitzondering op. Populisme komt vaak samen voor met een zogeheten “gastideologie” die het populisme als het ware aanvult. Populisme kan dus zowel links als rechts zijn.
Populisme bestaat al heel lang, maar het was tot in de jaren tachtig marginaal. Een slide van Mudde laat zien hoe divers het fenomeen is. Er staan heel veel partijen op: PVV, Vlaams Belang, Front National, UKIP, Zweden Democraten, Die Linke, Syriza, Podemos, Deense Volkspartij, Sinn Fein, Ware Finnen, Vijf Sterren Beweging, Fidesz en FPÖ. Deze partijen verschillen zowel ideologisch als qua succes. Sommige zijn links, andere rechts en weer andere laten zich niet door een label kenmerken. Sommige halen een meerderheid zoals Fidesz, andere zijn marginaal zoals Vlaams Belang.
Het is moeilijk te verklaren waarom sommige partijen succes hebben en andere niet, leren we van Mudde. Dit hangt deels van de gastideologie af. Wel weet hij dat het idee dat de aanhang voor het populisme steeds weer stijgt onzin is. Mudde vindt dat de partijen in ieder geval bij hun ontstaan bestaansrecht hadden: onderwerpen als migratie werden in de politiek helemaal niet besproken. Inmiddels is het echter onzin te doen alsof je niets negatiefs over moslims mag zeggen, want je hoort bijna niks anders meer.
Dit goed onderbouwde verhaal heeft één zwakke kant: hoe Nederlands is het? We leren dat de PVV populistisch is en FvD ook. Toch is daar kennelijk al wat twijfel over omdat Thierry Baudet dingen doet die andere populisten niet doen: zijn eerste speech in de Tweede Kamer was in het Latijn en hij luistert klassieke muziek. Het laat zien hoe slordig populisme – ook hier – wordt gedefinieerd. Zo is de SP volgens Mudde een twijfelgeval. De SP-campagne ging in ieder geval erg in deze richting. Wat er precies populistisch aan was, horen we niet.
Als de SP zo gemakkelijk populistisch wordt genoemd, kunnen we rustig ook 50PLUS en DENK populistisch noemen, maar die partijen worden hier simpelweg genegeerd. Deze hele discussie gaat slechts over de PVV.
Dat blijkt ook uit het debatje met oud-Kamerleden Myrthe Hilkens (PvdA) en Tofik Dibi (GroenLinks). Dit levert een heel nieuw gezichtspunt op. Beide oud-parlementariërs wisten niet goed hoe ze met de populisten om moesten gaan en hadden er niet altijd een antwoord op. Zo was de PVV het niet altijd eens met de door Hilkens meegebrachte feiten. Dibi was heel bang om in het politiek correcte kamp terecht te komen maar had moeite een alternatief te verzinnen wat toch tegenover de PVV stond. Uit armoede begint iedereen in de zaal de media er maar de schuld van te geven.
Zo ontspoort deze avond. Het ging over een wetenschappelijke definitie, maar de wetenschap en de praktijk hebben alleen kennis en ervaring met de PVV. Wilders is daarom het hoofdonderwerp. Maar impliciet is de definitie van populisme veel vager en komen veel meer partijen voor dit label in aanmerking. Als de SP deels populistisch is, waarom 50Plus dan niet? Het meest pregnante voorbeeld is DENK waar men werkelijk aan alle vijandsbeelden van Mudde’s definitie voldoet, behalve dat de centrale scheidslijn niet volk-elite maar allochtoon-autochtoon is. DENK wordt niet eens genoemd.
Het probleem laat zich raden: de internationale wetenschap gaat niet echt over Nederlandse politiek. De wetenschap vindt die niet meer dan een illustratie van een internationaal patroon. Zo kan de wetenschap mensen als Dibi ook niet helpen een beter weerwoord op het populisme te vinden.