Operaties van de Onderzeedienst zijn strikt geheim. Zelden brengt Defensie er iets over naar buiten. Toch heeft Jaime Karremann van het boek In het diepste geheim tientallen operaties kunnen reconstrueren aan de hand van scheepsjournaals en gesprekken met oud-opvarenden, zo meldt het AD. Het boek verschijnt volgende week.
Uit die verslagen blijkt nu dat de Nederlanders tijdens de Koude Oorlog structureel de Russische vloot achtervolgden. De onderzeeboten hadden de opdracht om de schepen te fotograferen en communicatie af te luisteren. Niet alleen dicht bij huis, maar ook in de Noordelijke IJszee en het ondiepe zeegebied bij Egypte.
Een spectaculaire operatie speelde zich af in de Middellandse zee in oktober 1988, zo schrijft de krant. Commandant Henk Stapel van de onderzeeboot Hr. Ms. Zwaardvis is uit de haven van Gibraltar gevaren. Hij heeft en heeft bier in Kreta beloofd aan de matroos die er als eerste in slaagt om een Russische onderzeeër te traceren.
Dankzij inlichtingen van de NAVO weet commandant Stapel dat de Sovjets in de buurt moeten zijn. Ze vinden een nucleaire onderzeeër van de Russen, en kunnen dit snellere vaartuig dankzij slim werk blijven volgen.
Het is volgens schrijver Karremann maar de vraag in hoeverre admiraals en ministers van Defensie in de begintijd van de Sovjet-jacht op de hoogte waren. De onderzeedienst en de geheime dienst namen toen vooral zelf het initiatief. Daarmee hadden de vaderlandse inlichtingendiensten vaak een voorsprong op collega-diensten, doordat er ze unieke informatie verzamelden. Zo kreeg Nederland een sterke troef in handen die gebruikt kon worden wanneer onze inlichtingendiensten zelf de hulp van buitenlandse diensten nodig had.
(TPO/ANP)