Er komt iets meer beweging in het electoraat. 82 procent stemt nog dezelfde partij als op 15 maart. De PvdA stijgt gestaag (nu 12 zetels) en Forum voor Democratie wint ook duidelijk (vooral van de PVV) en staat op 5. SP en CDA staan allebei nu op 3 zetels verlies. Voor de SP wordt het magere resultaat van 15 maart doorgetrokken. Bij het CDA is te zien dat het momentum, dat deze partij kreeg in de laatste weken voor de verkiezingen, weg is. Bij deze partij zien we het grootste aantal kiezers, dat nu aangeeft niet te weten waarop nu te stemmen.
51 procent van de kiezers hoopt dat deze formatiepoging zal slagen. Bij D66 is dat 54 procent van de kiezers. 60 procent denkt dat deze poging zal slagen.
52 procent vindt dat als deze formatiepoging niet slaagt er nieuwe verkiezingen moeten komen. Met name vinden kiezers van PVV, SP en 50PLUS dat.
Kiezers van VVD, D66, PvdA en Groen Links vinden in meerderheid dat er dan een minderheidskabinet moet komen. 77 procent van de Nederlanders vindt dat de leerkrachten gerechtvaardigde eisen hebben t.a.v. hun salarissen.
Kiezers aan de linkerkant van het politieke spectrum staan in meerderheid achter de opstelling van Lodewijk Asscher inzake het niet tekenen van de nieuwe begroting als er geen verhoging van de salarissen van de leerkrachten in staat. (pdf) Kiezers van de vier partijen die aan de formatie deelnemen doen dat niet, hoewel onder de D66-kiezers 38 procent wel achter deze opstelling van Asscher staan.
