De beroemde wiskundige en filosoof Bertrand Russell (1872-1970) had, op een vraag van een BBC-journalist, twee boodschappen voor de toekomstige generaties. Een intellectuele boodschap en een morele. De eerste was zich steeds aan de feiten te houden. De morele boodschap was kort en krachtig: liefde is wijsheid en haat is dom.
Door zich steeds aan de feiten te houden was deze Britse aristocraat vanaf zijn zeventiende een overtuigd atheïst. Hij heeft dat tachtig jaar, tot op zijn sterfbed, volgehouden. Hij was ook al vanaf de eerste wereldoorlog een overtuigd pacifist, waarvoor hij in de gevangenis terecht kwam. Toen hij 89 jaar oud was kreeg hij nog een keer een gevangenisstraf wegens zijn acties tegen kernbewapening. Volgens Russell had Engeland nooit mogen deelnemen aan de Eerste Wereldoorlog, want dan zou noch het bolsjewisme, noch het nationaal-socialisme Europa geteisterd hebben. Met de deelname van zijn land aan de strijd tegen Hitler was hij het wel eens.
De intellectuele boodschap en de morele hangen met elkaar samen. Als iedereen zich aan de feiten houdt, heeft haat minder kans. Dit biedt een mogelijkheid om op rationele wijze tot een oplossing te komen.
We kunnen ons moeilijk aan de indruk onttrekken dat in deze tijd de feiten het niet winnen van de emoties. Vandaar ook de vele spanningen en de haat, die bijvoorbeeld op internetfora er uit spat. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de reacties op mijn 77 bijdragen op TPO dan word ik door links in de hoek gezet van extreem-rechts en door rechts in de hoek van links en werkzaam in Havanna aan de Waal. Ook krijg ik het verwijt een christen te zijn en een religieuze agenda te hebben en soms lijk ik het atheïsme te verdedigen. Deze laatste verwarring kan ik best begrijpen, want ’s morgens sta ik meestal op als atheïst en in de late middag bid ik tot God om mij te verlossen van alle ellende van de dag.
Misschien zijn feiten in beide kampen moeilijk te verteren. Ik plaats enkele feiten op een rijtje, om daarna te kijken in welke richting een rationele oplossing gezocht kan worden.
Enkele feiten:
– de overgrote meerderheid van de Marokkaanse jongens is niet crimineel, gaat gewoon naar school en bereidt zich voor om hun verantwoordelijkheid op te nemen in onze samenleving;
– de overgrote meerderheid van de moslims bestaat uit vredelievende en gastvrije mensen;
– de Koran staat vol oproepen tot geweld;
– de islam en democratie kunnen niet samengaan.
Maar: ‘De jeugdgevangenissen zitten vol met allochtonen!’. Dat is juist, maar hier gaat het om enkele honderden Marokkaanse jongeren. Er zijn vele tienduizenden Marokkanen die in Nederland nooit met justitie in aanraking komen.
Maar: ‘Kijk naar wat er allemaal gebeurt in islamitische landen!’. Dat is juist, maar wil de meerderheid van de bevolking daar al dat geweld?
Maar: ‘Islam is vrede’. Dat is juist, maar op voorwaarde dat de anderen zich onderwerpen.
Maar: ‘De overgrote meerderheid past zich goed aan in onze democratieën’. Ook dat is juist, maar dat geldt niet in wijken waar ze de meerderheid vormen.
Zo kunnen we nog een hele tijd doorgaan. Waarom heb ik dan een essay geschreven met de provocerende titel Een moslimvrij Europa voor wereldvrede?. Dat heeft te maken met andere feiten. Ik vrees namelijk voor een wetmatigheid die ik in mijn vakgebied, de gedragsstoornissen, constateer: een cumulatie van stressverwekkende factoren leidt tot stoornissen. Op een gegeven moment kan een individu al die stress op meerdere gebieden niet meer aan. Voor de samenleving geldt dezelfde wet.
De samenleving kan best één crisis of één ongunstige ontwikkeling verwerken. Een escalatie van geweld valt te verwachten ten gevolge van spanningen op economisch, politiek, demografisch, klimatologisch en ecologisch vlak die tegelijkertijd voorkomen. Het is een feit dat we in deze tijd te maken hebben met een cumulatie van stressverwekkende factoren. Een minderheid zal hier het eerste slachtoffer van zijn.
Tijd dus om alles in het werk te stellen om in de islamitische landen vrede en voorspoed te realiseren. De moslims in Europa kunnen, als ze hieraan meewerken, een onmisbare bijdrage leveren aan de wereldvrede.