Het smalle pad der vrijheid: Marcus Bakker en Hans Janmaat

21-07-2017 16:53

Op 17 juli kondigde de nationale ombudsman een nieuw onderzoek aan. Hij gaat onderzoeken in hoeverre de overheid het recht op demonstratie eerbiedigt. Aandacht voor politieke rechten is hoognodig: tot voor kort deden Nederlanders nog massaal mee aan vertrapping van die rechten.

 

Elke werkdag fiets ik over de Vrijheidslaan. Die laan heette tien jaar lang ‘Stalinlaan.’ In 1946, na de victorie van de geallieerden, kreeg Amsterdam een Victorieplein en werd elk van de drie lanen die op dat plein uitkomen vernoemd naar een geallieerd staatsman: Churchill, Roosevelt en Stalin. De Stalinlaan werd in 1956 hernoemd vanwege het bloedbad dat het Rode Leger aanrichtte in Boedapest.

Het weghalen van de Stalinlaan-naambordjes markeerde het begin van nog heviger uitsluiting van communisten in Nederland. De wijdverbreide sympathie voor communisten vanwege hun moedige verzet tegen de nazi’s was kort na de bevrijding omgeslagen in weerzin, en verviel nu tot walging. Zo viel extreemlinks, of althans het Nederlandse communisme, van zijn voetstuk – en eindigde als paria.

Het omgekeerde gebeurde met Hans Janmaat. Deze politicus, in de tachtiger en negentiger jaren steevast extreemrechts genoemd, begon als paria – en wordt nu door sommigen postuum op een voetstuk geplaatst. Janmaat stond jarenlang bekend als racist en als fascist. Nu zijn kritiek op het multiculturele ideaal mainstream is geworden lijkt hij, ondanks al zijn gebreken, opeens een visionair.

Registers

Over deze geschiedenissen zijn boeiende boeken verschenen. Twee las ik afgelopen maand: Ondanks hun dappere rol in het verzet van Jos van Dijk, gepubliceerd in 2016, en De verschrikkelijke Janmaat van Joost Niemöller uit 2015. Beide zijn zeer de moeite waard, alleen al vanwege de aangrijpende verhalen. De overeenkomsten tussen reacties op ‘extreemlinks’ en ‘extreemrechts’ zijn opmerkelijk.

Zowel de communisten als Janmaat kregen te maken met vier soorten openlijke reacties: politieke, sociale, juridische, en van de media. Van cordons sanitaires (politiek) via ontslag van ambtenaren omdat ze partijlid waren (sociaal) en ‘creatief toepassen’ van wetgeving (juridisch) tot doodzwijgen of stigmatiseren (media) – alle registers werden opengetrokken om de ‘extremisten’ te dwarsbomen.

Opzet

Politieke reacties waren zelden inhoudelijk en meestal gericht op uitsluiting. Bij zijn installatie als Tweede Kamerlid in 1956 kreeg de communist Marcus Bakker geen hand. Voor zijn eerste speech verlieten collega’s demonstratief de Kamer. Ook Janmaat kreeg geen hand. Ook hij sprak vaak voor een lege zaal. Alleen de Kamervoorzitter bleef dan zitten en probeerde Janmaat ‘kort te houden.’

Sociale reacties omvatten onder andere een beroepsverbod voor communisten. Lidmaatschap van Janmaats partij was vaak ook reden voor ontslag. Verder kregen zowel communisten als Janmaat te maken met geweld, waarbij de politie veelal slechts toekeek. Als gevolg hiervan verloor Janmaats secretaresse een been. Misschien wel de helft van zijn partijvergaderingen is met geweld verstoord.

Verbieden van manifestaties

Juridische reacties varieerden van het aanpassen van de wet om communistische wethouders te kunnen ontslaan in 1948 via het stelselmatig op oneigenlijke gronden verbieden van manifestaties van Janmaats partij tot strafvervolging van Janmaat cum suis. Strafvervolging vond in 1994 met opzet vlak voor de verkiezingen plaats, zo vertelde een officier van justitie doodleuk in NRC Handelsblad.

Media-reacties waren ook stevig. In geval van de communisten was er een consistent vijandige houding. En tot 1965 kregen ze geen zendtijd voor politieke partijen. In geval van Janmaat gingen liefst drie journalisten undercover in zijn partij in 1994. Dat jaar schilderde Elsevier hem onterecht af als antisemiet. En in 1982 interviewde de NOS met opzet alle fractievoorzitters behalve Janmaat.

Vertrapt

Naast deze openlijke reacties waren er ook heimelijke. De BVD, de toenmalige geheime dienst, infiltreerde verscheidene partijen en richtte zelf twee partijen op. Voorts maakt Van Dijk melding van verzoek tot schending van het medisch beroepsgeheim, chantage om mensen hun familieleden te laten bespioneren, en afwijzing van sollicitaties als een familielid ooit contact met communisten had gehad.

Wellicht het schokkendst is de volslagen desinteresse van politici voor deze praktijken van de BVD. Tot 1967 bleek van geen enkele politieke belangstelling, daarna mondjesmaat. Uit beide boeken doemt een beeld op van een dienst die lak heeft aan de rechtsstaat die hij met allerlei acties zegt te beschermen, van gebrekkig toezicht, en van gebrek aan evaluatie van nut en noodzaak van die acties.

Uitholling van de rechtstaat

Zeker – de communisten en Janmaat droegen zelf bij aan de weerstand die ze ontmoetten. Zo stelde communistenleider Paul de Groot in 1949, net als zijn Franse en Italiaanse collega’s, dat ze in geval van oorlog met de Sovjets solidair zouden zijn “met kameraad Stalin.” En Janmaat had contact met Yge Graman, veroordeeld voor geweld tegen asielzoekers, en neonazi Florrie Rost van Tonningen.

En ja – een rechtsstaat mag zich weren tegen politieke partijen die hem bedreigen. Maar in hoeverre communisten of Janmaat een serieuze dreiging vormden is onduidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat bescherming van de rechtsstaat uitliep op ongecontroleerde uitholling ervan. Rechten van burgers zijn vertrapt, geweld werd toegelaten. Politieke vrijheid gold niet voor burgers met afwijkende ideeën.

Het is geen brede laan, die Vrijheidslaan.

 

Lees alle reviews over Ondanks hun dappere rol in het verzet

Lees alle reviews over De verschrikkelijke Janmaat