We breken ons het hoofd over hoe we het islamitische extremisme kunnen stoppen. Dat extremisme neemt allerlei vormen aan, zoals in West-Europa geboren jongeren die voor ISIS gaan vechten, bedreigingen door Nederlandse Turken in naam van de islamitische dictatuur van Erdogan en de groeiende invloed van salafisten op moskeeën in Amsterdam. Een oplossing heeft de Nederlandse overheid niet en de politiek evenmin. Rond-de-klok surveillance van extremisten, programma’s voor deradicalisering, eindeloze oproepen tot tolerantie, Ella Vogelaar aanstellen als minister van integratie, thee drinken met Job Cohen, op Wilders stemmen, uit de EU willen om de immigratie van moslims te kunnen stoppen. Het is maar een greep uit de vele denkrichtingen die sinds 9/11 in Nederland voorbijkwamen.
Extremisme is volgens de definitie van de AIVD ‘de bereidheid van personen of groepen om bewust over de grenzen van de wet te gaan en illegale acties te plegen om zo hun doel te bereiken’. Niet elke salafist, aanhanger van Erdogan of sympathisant van ISIS zal bereid zijn zelf de wet te overtreden. Maar de extremisten die dat wel doen krijgen sympathie en geestelijke steun van een grotere groep om hen heen.
Deze situatie heeft overeenkomsten met de populariteit van het communisme in de 20ste eeuw. Communisme was de nachtmerrie van de elite. Overal ter wereld droomden jongeren van de Revolutie en een klein aantal ervan ging over tot geweld – bijvoorbeeld onder de vlag van de Rote Armee Fraction. Bestrijding van het communisme was de topprioriteit van de Verenigde Staten, met gebruik van vuile middelen als het wereldwijd steunen van anticommunistische militaire dictaturen en het bewapenen van jihadisten in Afghanistan.
Er is een essentieel verschil tussen het communisme toen en het islamitische extremisme nu. Het communisme had lange tijd een aureool van onoverwinnelijkheid, maar zakte eind 20ste eeuw als een plumpudding in elkaar. Mensen zijn tijdelijk bereid een dictatuur in naam van een lege ideologie te accepteren, in ruil voor economische bestaanszekerheid. Zodra het communisme die zekerheid niet meer kon leveren vielen de dictaturen als dominostenen om. De aantrekkingskracht op Westerse jongeren verdween direct.
Met het islamitisch extremisme zal dit niet zomaar gaan gebeuren. Ook als de islam politiek faalt zullen de moslimextremisten de islam niet de rug toekeren. Het beste bewijs: na de Eerste Wereldoorlog en de opheffing van het Ottomaanse Rijk (tevens het Kalifaat) was de islam van vrijwel alle wereldlijke macht ontdaan. Turkije ging de seculiere route bewandelen en het grootste deel van de moslims leefde onder het bestuur van westerse imperiale machten als Groot-Brittannië en Frankrijk. En kijk: bijna een eeuw later dromen extremisten wereldwijd over het herstel van het Kalifaat.
Ten eerste, de islam is ook in zijn extreme vorm een religie. Een religie is iets dat van kinds af aan geleerd en geïnternaliseerd wordt. Gelovige moslims leggen hun religie niet af omdat de moslimbroederschap Egypte niet kan besturen of omdat Hamas niets voor elkaar krijgt tegen Israël. Integendeel, vaak wordt de religieuze ijver daarvan alleen maar sterker.
Ten tweede: religies leveren altijd, in tegenstelling tot politieke ideologieën en gewelddadige massabewegingen als die van de Nazi’s. De beloning is immers niet materieel, maar spiritueel. Een persoon die zijn of haar eigen pad naar het Islamitische paradijs denkt te bewandelen wint daarmee voor zichzelf zelfrespect, morele bevrediging of voldoening. Ook als de religieuze beweging waar hij of zij toe behoort – zoals ISIS nu – militaire nederlagen lijdt.
Ten derde, religie is nauw verweven met de relatie met wat sociologen significant others noemen. De mensen die een diepe invloed hebben op onze gedachten en gedragingen: ouders, gezinsleden, beste vrienden. Het oordeel van deze significant others schatten we hoog in en we willen hen niet teleurstellen, pijn doen of beledigen. In het geval dat hun respect, liefde en acceptatie afhankelijk zijn van of je in de islam gelooft is de kans groot dat je dat blijft doen. Religieuze banden zijn daarom veel hardnekkiger en knellender dan die van een politieke ideologie. Twijfelen aan de religie of geloofsafval leidt binnen veel islamitische gemeenschappen tot uitsluiting en bedreiging. Je beroepen op de islam, ook op de extreme variant, leidt vaak juist tot goedkeuring.
Ten vierde, je hoeft niet zoveel te kunnen of te weten om een moslimextremist te zijn. Het enige wat je nodig hebt is frustratie en een sterke identificatie met de islam. Die kan een analfabeet met een IQ van 80 ook hebben. De Syriëgangers, die overwegend jong zijn en vaak psychiatrische problemen hebben, zoeken acceptatie en status in de ogen van de moslims om hen heen. Eén ding weten al die Syriëgangers zeker: in de islam vinden ze hun rechtvaardiging, theologisch kloppend of niet.
Ten vijfde, het dominante verhaal waar moslims mee opgroeien is dat de islam zal zegevieren en overheersen. Oriëntalist Bernard Lewis beschrijft dat mooi: de islamitische machten waren een tijdlang gewend te winnen van hun tegenstanders (in India, in de Balkan, in het Midden-Oosten). Toen het tij keerde en de moslims nederlaag op nederlaag leden tegen het Westen wisten ze niet hoe ze daarmee om moesten gaan. De islamitische extremisten van nu leven nog in die ontkenningsfase. Irrationele woede, een zelfgecreëerde werkelijkheid, blinde haat tegen de ongelovigen die de islam zijn positie van overheerser onthouden: allemaal symptomen van een inmiddels diepgeworteld minderwaardigheidscomplex.
Even een gedachtenexperiment: stel dat er momenteel een golf van aanslagen door Europa zou gaan, gepleegd door christelijke terroristen. Dan zou het niet voldoende zijn om deze terroristen preventief te doden, want dan worden het martelaren. Het zou ook geen zin hebben om de Paus, de Patriarch van de Russisch-Orthodoxe kerk en alle dominees van de PKN af te zetten. Het zou niet helpen om de Bijbel te verbranden op de Dam, of om alle openbare symbolen van het christendom te vernietigen. Ook een televisieverbod voor Andries Knevel en Antoine Bodar – hoe verleidelijk ook – zou ineffectief zijn. Want geen van deze maatregelen zou christelijke extremisten minder in hun God laten geloven of hun religieuze fanatisme doen verdwijnen. Religieuze terroristen zijn, kortom, veel moeilijker te bestrijden dan terroristen van de Trotskistische, de extreemrechtse of de Duyvendak-variant.
Religie is resistent tegen oorlogen, revoluties, epidemieën, economische ineenstorting, genocides, financiële crises, volksverhuizingen en zelfs tegen de dreiging van het eind van de wereld. Religies laten zich hooguit vervangen door een andere religie, bijvoorbeeld de Germaanse en Romeinse religies door het christendom. Stalin en Hitler kregen het niet voor elkaar het christendom uit hun bevolking te halen – en ook de islam overleefde in de Sovjet-Unie.
Alleen een individu zelf kan zijn strenge religieuze denkbeelden afleggen en dat gebeurt door zelfonderzoek en een lange, pijnlijke losmaking. Geloofsafval is een persoonlijke metamorfose, waaraan een jarenlange worsteling vooraf gaat. Die kan alleen plaatsvinden door langdurige confrontatie met en blootstelling aan andere ideeën en inzichten dan die van de religie. En de directe omgeving moet niet te vijandig tegenover die geloofsafval staan. De islamitische gemeenschappen in Europa laten individuen echter niet ongestraft seculier worden en assimileren.
Maar het christendom is in het Westen toch ook aan een neergang bezig? Ja, maar bij christenen is dat een langdurig proces dat al in de 19e eeuw is begonnen. En bovendien in een periode van groei van wetenschappelijke kennis, van economische ontwikkeling en van expansie van het Westen. Geen enkele van die condities bestaat momenteel in de islamitische wereld. Intellectuele en wetenschappelijke achteruitgang is de norm, zie Turkije waar de evolutietheorie in de ban gaat. De chaos in het Midden-Oosten – deels door het Westen, Rusland en China in stand gehouden via interventies en proxy wars – garandeert dat extremisten daar voorlopig de overhand houden. Een proces waarin grote groepen moslims de religie ter discussie gaan stellen, alternatieve zienswijzen gaan formuleren, de religie gaan terugdringen tot achter de moskeedeur en de politiek als seculier gaan zien is momenteel nauwelijks voorstelbaar.
Zal er dan zolang de islam in Europa aanwezig is islamitisch extremisme zijn? En daarmee een permanente bedreiging van de democratie en de rechtsstaat? Het is de moeilijkst te beantwoorden vraag over dit onderwerp. Wat zeker niet helpt is zoete broodjes bakken met intellectuele oplichters van het type Tariq Ramadan, zoals de gemeente Rotterdam en de Erasmus Universiteit tot 2009 deden. Of, zoals in het PvdA-apparaat binnen de gemeente Amsterdam te doen gebruikelijk is, financiële oplichters als Saadia Ait-Taleb in te huren als ‘deradicaliseringsexpert’. Vasthouden aan een seculiere staat, een seculiere overheid, ruim baan voor seculier onderwijs en vasthouden aan essentiële grondrechten helpt in elk geval wel.