Na de stap van de gemeente Amsterdam en de NS om ‘genderneutraal’ taalgebruik toe te passen, laait de discussie rondom gender op. Deze discussie is minder onschuldig als het lijkt, volgens Jordan B. Peterson. Wie is Peterson en waarom is hij relevant voor deze discussie? Ik leg uit waarom iedereen hem zou moeten kennen.
Jordan B. Peterson is een Canadese professor psychologie aan de Universiteit van Toronto. Hij studeerde politicologie en psychologie en hield zich lange tijd bezig met totalitarisme. Het fascineerde hem hoe mensen zoveel aan hun wereldbeeld hechten dat zij bereid zijn ervoor te doden. Zo brachten zijn interesses hem tot het uitbrengen van het boek Maps of Meaning: The Architecture of Belief. Inmiddels is het boek bijna twintig jaar uit zonder enig opvallend succes.
Ongeveer een jaar geleden kwam de wet Bill C-16 op de Canadese politieke agenda. Deze wet plaatst onder andere transgenders binnen de bescherming tegen ‘hate speech’. Op zich niets mis mee. Maar Peterson zag al direct het gevaar in deze wet en sprak zich er over uit. Volgens hem komt het vrije woord hierdoor in het geding. Sinds zijn open verzet is zijn populariteit groeiende. Maar laten wij eerst kijken naar zijn bezwaren.
Petersons bezwaren tegen deze wet zijn als volgt: hoewel deze wet transgenders juridisch beschermt tegen haatspraak, houdt het ook in dat het weigeren te noemen van iemands gewenste aanhef strafbaar is. Iemand die zich man voelt wil met hij/hem aangesproken worden. Dit brengt problemen met zich mee. In de eerste plaats werkt Peterson aan een universiteit waar hij onmogelijk altijd alle speciale voorkeursbehandelingen van studenten kan onthouden. In de tweede plaats is het problematisch omdat er een wildgroei aan ‘genders’ is ontstaan. De LGBT-club is uitgegroeid tot een alfabetsoep, zoals Maxim Februari in de NRC betoogd. Al deze ‘geslachten’ wensen hun eigen aanhef, zoals ‘xe’, ‘vem’ en ‘zie’ (nee dit is geen Chinees, zoek maar op.) Deze mensen kunnen zich dus ook op C-16 beroepen.
Volgens Peterson is deze wet onverantwoordelijk opgesteld, mede omdat het tegenstrijdig is in de aannames die de wet er op nahoudt. Dit is een gevaarlijke voedingsbodem, omdat hiermee wettelijke erkenning is voor identiteiten die in de wetenschap nog onder sterke twijfel staan of niet bestaan. Dit leidde er toe dat hij zelf bij het senaat gehoord werd over zijn bezwaren, waar ongebruikelijk veemensen naar hebben gekeken. Ondanks al deze twijfels is Bill C-16 inmiddels toch door het senaat heen, tot Petersons grote spijt.
Het grootste bezwaar van Peterson is het feit dat het hier gaat om geforceerde spraak. Uit zijn diepe en brede kennis over totalitarisme trekt hij de conclusie dat de eerste voorwaarde voor totalitarisme een cultureel klimaat is waarin mensen bepaalde dingen niet durven of mogen zeggen. Dit betreft censuur. Een stap erger is een cultureel klimaat waarin mensen gedwongen worden bepaalde dingen te zeggen. Hier gaat het om het forceren van woorden. Dit laatste is wat Peterson als erg gevaarlijk en totaal onverantwoord binnen een democratie acht.
Het interessante is dat Peterson, met dit argument voor het vrije woord, het lieverdje van jong, leergierig rechts is geworden. Zijn karakteristieke uitspraken gaan het hele internet over. Daarbij worden zijn pakkende college’s, die allemaal online staan, volop bekeken en werkt hij inmiddels aan een online-universiteit. Het meest verrassende hierbij is misschien wel dat hij het conservatisme een idealistisch elan weet te geven.
De discussie rond Peterson is interessant omdat het in essentie alle argumenten bevat die wij nu in de Nederlandse media terug zien komen. De genderneutrale manier van aanspreken is weliswaar ‘een kleine moeite’, maar op welke noties is dit gebaseerd? En is het wel wenselijk dat wij die noties subsidiëren met belastinggeld, diversiteitscommissies of speciaal beleid? Als die noties niet kloppen is dit een erg kwalijke ontwikkeling, waarbij wetenschap ondergeschikt raakt aan gedram.
‘Sommige mensen herkennen zich niet in de hokjes man of vrouw’, staat als argument in de regenboog-taaltips gids. Maar wat als dit allemaal tussen hun oren blijkt te zitten en er geen enkel biologisch bewijs is voor, bijvoorbeeld, een derde geslacht’? Een bekende internetgrap is dat mensen roepen dat zij zich identificeren als een Apache-helikopter en daarmee claimen een Apache-helikopter te zijn. Vergezocht, maar met beleid als dit kan iedereen wel gevoelsmatige lange tenen laten groeien, waarover bepaald taalgebruik kan struikelen. Nederland moet zich afvragen of zij deze vorm taalcontrole wenst toe te laten.